Ze aten een eenvoudig avondmaal van rode bieten, brood en rood vlees, met een flacon rode Dornse wijn om alles weg te spoelen. Ser Kevan at langzaam, sprak weinig en raakte zijn wijnbeker nauwelijks aan. Hij zit te veel over vader te piekeren, besloot de koningin. Hij moet aan het werk worden gezet om over zijn verdriet heen te komen.
Dat zei ze dan ook toen de restanten van de maaltijd afgeruimd en de bedienden vertrokken waren. ‘Ik weet hoezeer mijn vader op u bouwde, oom. Nu moet ik dat ook doen.’
Je hebt een Hand nodig,’ zei hij, ‘en Jaime heeft daarvoor bedankt.’
Hij is behoorlijk bot. Best. Ze keek de andere kant op. ‘Jaime… ik voelde me zo verloren toen vader dood was dat ik nauwelijks wist wat ik zei. Jaime is dapper, maar ook een beetje dwaas, laten we wel wezen. Tommen heeft een man met meer ervaring nodig. Iemand die ouder is…’
‘Hamer Tyrel is ouder.’
Haar neusgaten verwijdden zich. ‘Nooit.’ Cersei streek een haarlok weg van haar voorhoofd. ‘De Tyrels mikken te hoog.’
‘Het zou dwaasheid zijn om Hamer Tyrel tot je Hand te benoemen,’ zei ser Kevan waarschuwend, ‘maar een nog grotere dwaasheid om hem tegen je in te nemen. Ik heb gehoord wat er in de Lichtzaal is gebeurd. Hamer zou beter hebben moeten weten dan dergelijke zaken in het openbaar aan te snijden. Niettemin, het was onverstandig van je om hem voor gek te zetten waar het halve Bereik bij was.’
‘Het alternatief was, hem de hand te kussen en nog een Tyrel de kleine raad binnen te halen.’ Zijn verwijt ergerde haar. ‘Rooswijck zal als muntmeester ruimschoots aan de eisen voldoen. U zou zijn paarden eens moeten zien, en die draagkoets van hem. Voor iemand die zo rijk is kan het geen probleem zijn om aan goud te komen. Wat de Hand betreft… wie kan mijn vaders werk beter afmaken dan de broer die zijn overwegingen kende?’
‘Iedereen heeft een ander nodig die hij kan vertrouwen. Tywin had mij, en vroeger je moeder.’
‘Hij hield heel veel van haar.’ Cersei weigerde aan de dode hoer in zijn bed te denken. ‘Ik weet dat ze nu verenigd zijn.’
‘Daar bid ik om.’ Een moment lang bestudeerde ser Kevan haar gezicht. Toen antwoordde hij: ‘Je vraagt veel van me, Cersei.’
‘Niet meer dan mijn vader vroeg.’
‘Ik ben moe.’ Haar oom pakte zijn wijnbeker en nam een slok. ‘Ik heb een vrouw die ik al twee jaar niet heb gezien, een dode zoon wiens graftombe ik nog nooit heb bezocht, en nog een zoon die misschien ook dood is. En Lancel moet zich in Darring vestigen. Zijn grote zaal wordt door vogelvrijen als paardenstal gebruikt. Slot Darring moet weer versterkt worden, de landerijen beschermd, de verbrande velden omgeploegd en opnieuw ingezaaid. Hij heeft mijn hulp nodig.’
‘Tommen net zo goed.’ Cersei had niet verwacht dat ze aandrang op Kevan zou moeten uitoefenen. Bij vader deed hij nooit zo quasi terughoudend ‘Het rijk heeft u nodig.’
‘Het rijk. Jawel. En het huis Lannister.’ Hij nam nog een slokje wijn. ‘Goed dan. Ik zal hier blijven om zijne genade te dienen…’
‘Uitstekend,’ begon ze te zeggen, maar ser Kevan verhief zijn stem over de hare heen.
‘…zolang je mij niet alleen tot Hand maar ook tot regent benoemt, en zelf naar de Rots van Casterling teruggaat.’
Een halve hartslag lang kon Cersei hem alleen maar aanstaren. Wat zegt hij nou? ‘Ik ben de regentes,’ bracht ze hem in herinnering.
‘Dat was je. Het was niet je vaders bedoeling dat je die rol zou blijven spelen. Hij heeft me op de hoogte gesteld van zijn plannen om je naar de Rots terug te sturen en een nieuwe man voor je te zoeken.’
Cersei voelde woede in zich opwellen. ‘Daar heeft hij over gesproken, ja. En ik heb tegen hem gezegd dat ik niet meer in het huwelijk wenste te treden.’
Haar oom bleef er onbewogen onder. ‘Er zijn uitstekende redenen om dat wel te doen, maar als je per se niet wilt hertrouwen, dan zal ik je daar niet toe dwingen. Maar verder… jij bent nu de vrouwe van de Rots van Casterling. Je plaats is daar.’
Waar haal je het lef vandaan? wilde ze schreeuwen. In plaats daarvan zei ze: ‘Ik ben ook de koningin-moeder en de regentes. Mijn plaats is bij mijn zoon.’
‘Je vader vond van niet.’
‘Mijn vader is dood.’
‘Tot mijn verdriet, en tot de ellende van heel het rijk. Open je ogen en kijk eens om je heen, Cersei. Het koninkrijk ligt aan diggelen. Tywin had orde op zaken kunnen stellen, maar…’
‘Ik zal orde op zaken stellen!’ Dat kwam er schril uit. Cersei verzachtte haar toon. ‘Met uw hulp, oom. Als u mij even trouw zult dienen als u mijn vader hebt gediend…’
‘Jij bent je vader niet.’ Zijn stem was hard. ‘Tywin beschouwde Jaime als zijn rechtmatige erfgenaam.’
‘Jaime… Jaime heeft geloften afgelegd. De leden van de koningsgarde dienen voor het leven. Jaime denkt nooit na, hij lacht om alles en iedereen en zegt wat er in zijn hoofd opkomt. Jaime is een knappe idioot.’
‘En toch was hij je eerste keus als Hand des konings. Wat zegt dat dus over jou, Cersei?’
‘Ik zei u toch al dat ik ziek was van verdriet, ik dacht niet na…’
‘Nee,’ beaamde haar oom. ‘En dat is de reden waarom je naar de Rots van Casterling terug moet gaan en de koning moet overlaten aan degenen die wel nadenken.’
‘De koning is mijn zoon!’ Cersei kwam overeind.
‘Inderdaad,’ zei haar oom, ‘en te oordelen naar wat ik van Joffry heb meegemaakt ben je net zomin een goede moeder als een goede heerseres.’
Ze smeet de inhoud van haar wijnbeker vol in zijn gezicht.
Zwaar en waardig verhief ser Kevan zich. ‘Uwe genade.’ De wijn sijpelde langs zijn wangen en droop uit zijn kortgeknipte baard. ‘Heb ik uw verlof om mij terug te trekken?’
‘Waarom matigt u zich het recht aan mij voorwaarden te stellen? U bent gewoon maar een ridder van mijn vaders hofhouding.’
‘Ik heb geen grond in leen, dat klopt. Maar ik heb bepaalde inkomsten, en ik heb wat geldkisten opzij gezet. Mijn eigen vader had bij zijn overlijden aan al zijn kinderen gedacht, en Tywin wist goede diensten te belonen. Ik voorzie in het levensonderhoud van tweehonderd ridders en kan dat aantal desnoods verdubbelen. Er zijn vrijruiters die mijn banier zullen volgen, en ik bezit genoeg goud om huurlingen in dienst te nemen. U zou er wijs aan doen mij niet te onderschatten, uwe genade… en nog wijzer om mij niet tegen u in het harnas te jagen.’
‘Is dat een dreigement?’
‘Noem het liever goede raad.’
‘Ik zou u in een zwarte cel moeten laten smijten.’
‘Nee. U zou het regentschap aan mij moeten overdragen. Als u dat niet doet, benoem mij dan tot kastelein van de Rots van Casterling en maak hetzij Mathis Rowin of Randyl Tarling Hand des konings.’
Allebei baandermannen van Tyrel. Het voorstel maakte haar sprakeloos. Is hij omgekocht? vroeg ze zich af. Heeft hij goud van Tyrel aangenomen om het huis Lannister te verraden?
‘Mathis Rowin is verstandig, voorzichtig en welbemind,’ vervolgde haar oom zonder iets te merken. ‘Randyl Tarling is de beste krijgsman van het rijk. Een armzalige Hand in vredestijd, maar nu Tywins dood is, bestaat er geen betere man om een eind aan deze oorlog te maken dan hij. Heer Tyrel kan er niet openlijk aanstoot aan nemen dat u een van zijn eigen baandermannen als Hand kiest. Zowel Tarling als Rowin zijn bekwame mannen… en trouw. Benoem een van hen, en hij zal u toegewijd zijn. U versterkt zichzelf, en tegelijkertijd verzwakt u Hooggaarde, en desondanks zal Hamer u er waarschijnlijk voor bedanken.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Dat is mijn raad, doe ermee wat u wilt. Benoem voor mijn part Uilebol tot Hand. Mijn broer is dood, vrouw. Ik ga hem thuisbrengen.’