Jacob had een koptelefoon opgezet en luisterde het gesprek nog een keer terug. Hij stopte bij een bepaalde passage en luisterde die nog een keer af. En nog een keer. Toen liet hij het aan Peter van Opperdoes horen.
‘Luister hier eens naar.’
Hij klikte op ‘play’ en de stem van Cas Dodewaard klonk: ‘Nee, daar was hij om…’ en nog een keer: ‘Nee, daar was hij om…’
Peter van Opperdoes luisterde aandachtig. ‘Hij maakt zijn zin niet af… alsof hij op het laatste moment merkt dat hij iets gaat zeggen wat Gabriëlle niet aangaat.’
Jacob was enthousiast. ‘Waarom was Igor in het Amstel Hotel? Wat slikt Cas Dodewaard in? Dat Igor daar was om iets te doen.’
‘Hij heeft een missie, zei Cas. Hij wil wraak nemen op iemand. Zou hij daarvoor in het Amstel zijn geweest? Om degene te zoeken op wie hij wraak wil nemen?’
‘Dan hadden we het wel gehoord, als daar een moord was gepleegd.’
Peter van Opperdoes knikte. ‘We kunnen er rustig van uitgaan dat de moord… als het inderdaad om een moord gaat… nog gepleegd moet worden. Anders had Cas Dodewaard wel gezegd dat Igor al wraak had genomen.’
‘Het enige moment waarop Dodewaard aarzelde, was bij het Amstel Hotel.’
Jacob pakte de telefoon.
‘Wat ga je doen?’ vroeg Peter van Opperdoes.
‘Ik ken het hoofd security van het Amstel Hotel. Die is absoluut te vertrouwen.’
Peter van Opperdoes leunde achterover. ‘Bel hem maar.’
Jacob voerde een kort gesprek en maakte wat notities, waarna hij de hoorn op het toestel gooide.
‘De Russische afgezant van de regering komt vanavond aan in het hotel. Hij heeft daar met iemand een topbespreking.’
Peter van Opperdoes kwam snel overeind. ‘Heb je zijn naam?’
Jacob scheurde het papiertje uit zijn notitieblok en wapperde ermee.
Gabriëlle staarde naar het papiertje met de Russische naam erop. ‘Boris Tarkovski. Die naam zal ik mijn hele leven nooit vergeten.’ Ze schoof het ver van zich weg. ‘Hij is de man die mijn vader en zijn vriend heeft verraden. Op de klassieke manier, u kent het misschien uit films zoals The Godfather. Als ze je in de val willen lokken, laten ze je bellen door iemand die je vertrouwt. Boris Tarkovski belde mijn vader… Ze gingen naar de afgelegen plek… voor overleg, dachten ze… en ze werden van alle kanten beschoten. Mijn vader raakte gewond, en zijn vriend… de vader van Igor… overleed. Tarkovski werd later beloond met een hoge positie in de nieuwe regering. Nu snap ik waarom Igor zich niet wil laten tegenhouden. Dit is eerwraak voor de moord op zijn vader. U moet voorzichtig zijn.’
Peter van Opperdoes keek haar bedachtzaam aan. ‘Hij heeft zijn gezicht vast laten veranderen. Is er iets anders waar wij hem aan kunnen herkennen?’
Ze lachte nerveus en haalde een foto uit een lade. ‘Dat is niet zo moeilijk. Kijk naar zijn ogen. Die zullen ze niet kunnen veranderen, zijn ogen verraden alles. Als van een witte haai. Doods, donker, kil, zonder enige emotie. De aankondiging van de dood.’
Jacob was onder de indruk. Ook al glimlachte de man op de foto, zijn ogen weerspiegelden niets. Iemand die tegenover deze man stond en diep in zijn ogen keek, zou een rilling over zijn rug voelen, dat was zeker.
‘Mogen we deze meenemen?’ vroeg Peter van Opperdoes.
‘Ik wil niets meer van die man in mijn huis hebben.’ Ze begeleidde de twee rechercheurs naar de voordeur. ‘Ik hoop dat u hem te pakken krijgt.’
‘We doen ons best, dat beloven wij u.’
Jacob en Peter van Opperdoes concentreerden zich op het Amstel Hotel. Het hele ritueel van het aankomen op Schiphol en het transport naar het hotel was niet interessant, omdat Cas daar niet over gesproken had. Om geen argwaan te wekken, waren er ook geen extra maatregelen getroffen in het hotel. Alleen Jacob en Peter van Opperdoes liepen er rond.
Boris Tarkovski was het prototype van een horkerige Rus. Hij kwam stampend binnen en wilde meteen naar zijn kamer. Vervolgens liet hij zich niet meer zien. Aan beide uiteinden van de gang zat iemand van de beveiliging, die iedereen die voor een gesprek op bezoek kwam zorgvuldig fouilleerde.
Na middernacht had Boris Tarkovski alle gesprekken afgerond en was hij, na het luidruchtig nuttigen van diverse wodka’s in de hotelbar, naar zijn kamer gestampt en in een diepe slaap gevallen.
Een verdieping lager stonden de twee rechercheurs bij de receptie.
‘We kunnen ook wel gaan slapen,’ opperde Jacob. ‘Er gaat nu niet veel meer gebeuren. Die twee op de gang houden iedereen wel tegen. En beneden staan ook agenten.’
De telefoon ging en de dame achter de receptie nam op. ‘Ja, natuurlijk. Komt in orde. Ook nog iets te eten erbij? Misschien wat nootjes, of zo?’ Ze glimlachte verontschuldigend naar de twee rechercheurs.
‘Meneer Tarkovski is wakker geworden en wil nog iets drinken. Ik stuur de room service even naar boven.’ Ze belde de bestelling door.
‘Dan blijft-ie in elk geval in zijn kamer. Ga je mee? Zorgen we dat we morgenochtend vroeg weer hier zijn. Voordat hij naar buiten komt.’
Maar Peter van Opperdoes voelde zich onrustig. Het leek hem niet goed om het hotel te verlaten, voordat… In zijn ooghoek zag hij iemand in de kleding van het hotel de trap op lopen. De man droeg een dienblad waarop een fles wodka, een glas en een bakje met kennelijk wat nootjes stonden.
Iets deed de oude rechercheur nog een keer omkijken. Er klopte iets niet, maar wat?
De bediende keek strak voor zich uit. Peter van Opperdoes tikte met zijn elleboog Jacob aan en gebaarde naar de bediende.
‘Wat bedoel je?’ vroeg Jacob.
Peter van Opperdoes hobbelde snel naar de trap. ‘Iemand die in zo’n hotel werkt houdt een dienblad op één hand. Niet zo amateuristisch met twee handen.’
Hij wachtte tot de man uit het zicht was en riep naar de vrouw achter de receptie: ‘Waarschuw onze collega’s. Die man is de moordenaar.’
Met grote ogen pakte ze de telefoon. Jacob trok zijn pistool en snelde met twee treden tegelijk de trap op. Boven waren ze net op tijd om te zien hoe de bediende de eerste agent uitschakelde door hem een slag op het hoofd te geven.
Met getrokken wapen liep Igor de gang in. Hij richtte zijn wapen op de tweede agent aan het uiteinde van de gang, die snel wegdook. Inmiddels stond hij voor de kamer van Boris.
‘Igor!’ riep Peter van Opperdoes. ‘Geef je over. Je komt hier niet weg!’
‘Dat had ik ook niet verwacht,’ schreeuwde Igor. Hij keek de oude rechercheur aan. Zijn ogen waren inderdaad niet te missen. Igor zou geen fractie van een seconde aarzelen iedereen die hem tegen probeerde te houden uit de weg te ruimen.
Igor keek van links naar rechts. Aan beide kanten stonden rechercheurs, maar die zouden niet op hem kunnen schieten zonder het risico te lopen elkaar te raken.
Igor probeerde de deur van Boris Tarkovski te openen, maar die werd tot zijn verrassing snel van binnenuit opengetrokken. Een grommende Tarkovski stortte zich op Igor en hield zijn arm met het wapen vast. Jacob stormde naar voren om de man te helpen Igor onder controle te krijgen. Met twee handen had Tarkovski Igors hand vast.
Jacob was bijna bij de twee, toen een vrouwenstem hem riep. ‘Jacob, kijk uit!’
Hij hield in, meteen daarop klonk een schot, waarna Tarkovski neerviel. Igor draaide zich vliegensvlug naar Jacob en richtte op de plek waar die zich net daarvoor bevond. Maar Jacob stond veilig achter een pilaar halverwege de gang. Langzaam liep Igor in de richting van Jacobs schuilplek.
‘Het is genoeg geweest, Igor.’
Peter van Opperdoes verscheen en liep midden door de gang in de richting van Igor. Die keek hem aan met duistere ogen, die niets van zijn gedachten verraadden.
‘Je hebt je wraak, Igor. Wraak voor je vader. Wraak voor de vader van Gabriëlle. Wat wil je nog meer? Wegkomen zul je niet meer. Andere moorden…’ Peter van Opperdoes haalde zijn schouders op, ‘…zijn zinloos. Je zal niet wegkomen. Ergens onderweg tussen deze plek en de uitgang staan agenten die jou zullen neerschieten. Je hebt lang gewacht, Igor, en je hebt wat je wilde. Je kunt je laten doodschieten, maar je kunt ook genieten van je wraak. Het is genoeg zo.’