Выбрать главу

“Ik kan me de situatie niet precies voorstellen, maar ik geloof dat ik het antwoord weet. Er is geen tijd voor. Als je iets loslaat — of je het nu gooit of niet — raakt het de grond voordat je er iets tegen kunt doen. Oprapen en dragen is mogelijk; gooien en — springen? — is heel iets anders.”

“Ik geloof dat ik het nu begrijp. Wij namen als vanzelfsprekend aan dat jullie een reactietijd zouden hebben die past bij jullie zwaartekracht, maar ik zie nu dat dit geredeneerd is vanuit het standpunt van de mens.”

“Wat ik van je gesprek heb begrepen klonk redelijk. Het staat vast dat wij anders zijn; we zullen waarschijnlijk nooit helemaal weten hoe anders. Maar we zijn tenminste voldoende gelijk om met elkaar te kunnen praten en een hopelijk wederzijds voordelige overeenkomst aan te gaan.”

“Dat zal wel lukken. Tussen haakjes, om dat te bereiken zul je me een idee moeten geven van de plaatsen die je wilt aandoen, en ik moet op je kaarten de plek aangeven waarheen ik wil dat je gaat. Kunnen we nu naar die Kom van je kijken? Er is nu licht genoeg voor dit kijktoestel.”

“Jazeker. De Kom is in het dek ingelaten en kan niet worden verplaatst; ik zal deze machine moeten verplaatsen. Wacht even.”

Barlennan kroop over het vlot naar een plek die door een kleinere tent was afgedekt, zich onder het voortgaan vasthoudend aan klemmen op het dek. Hij trok het tentje weg en borg het op, toen kwam hij terug, bevestigde vier touwen om de radio, maakte ze vast aan strategisch geplaatste klemmen, verwijderde de tent over de radio en begon het apparaat over het dek te schuiven. Het woog belangrijk meer dan hij ofschoon de afmetingen veel kleiner waren, maar hij wilde niet het risico lopen dat het zou wegwaaien. De storm was in het geheel niet afgenomen en het dek schokte af en toe zelfs. Toen het oogeinde van het toestel bijna bij de Kom was liet hij het andere einde op een paar balken rusten, zodat de Vlieger naar beneden kon kijken. Toen kroop hij zelf naar de andere kant van de Kom en begon zijn uiteenzetting.

Lackland moest toegeven dat de kaart die de Kom bevatte logisch vervaardigd en tot op zekere hoogte nauwkeurig was. De kromming ervan kwam zeer goed overeen met die van de planeet, zoals hij had verwacht — maar de grote fout was dat hij concaaf was. De Kom was ongeveer vijftien centimeter in doorsnede en in het midden drie centimeter diep. De kaart was afgeschermd met een doorschijnend deksel — waarschijnlijk van ijs, dacht Lackland — op gelijke hoogte met het dek. Dit maakte het wat moeilijk voor Barlennan om details aan te duiden, maar het deksel kon niet worden verwijderd zonder dat de Kom in een mum van tijd vol ammoniaksneeuw stoof. Het spul hoopte zich overal op waar het bescherming vond tegen de wind. Het strand bleef tamelijk schoon, maar zowel Lackland als Barlennan konden zich voorstellen wat zich afspeelde aan de andere kant van de heuvels die in het zuiden parallel liepen aan het strand., Barlennan was in stilte blij dat hij zeeman was. Het reizen over land in deze streken zou de eerste paar duizend dagen geen pretje zijn.

“Ik heb geprobeerd mijn kaarten bij te houden,” zei hij toen hij zich neerliet tegenover de machine van de Vlieger. “Maar ik heb geen veranderingen aangebracht in de Kom, omdat de nieuwe gebieden die we op weg hierheen in kaart hebben gebracht niet zo groot zijn dat ze verschil maken op deze schaal. Eigenlijk is er maar weinig dat ik je in detail kan laten zien, maar je wilde een overzicht van de streek waar ik heen wil als we hier vandaan gaan. Eigenlijk kan het me niet veel schelen. Ik kan overal kopen en verkopen, en momenteel heb ik niet veel anders aan boord dan voedsel. Daar zal ook niet veel meer van over zijn als de winter voorbij is. Daarom was ik na ons gesprek van plan een tijdje rond te varen in de gebieden met laag gewicht om plantaardige producten te laden die hier te krijgen zijn, stoffen die door de mensen verder naar het zuiden gewaardeerd worden vanwege hun invloed op de smaak van het voedsel.”

“Specerijen?”

“Als dat het woord is voor dergelijke producten, ja. Ik heb ze wel eerder vervoerd en ik mag ze wel. Je kunt een goede winst maken op één enkele scheepslading, net als bij de meeste stoffen waarvan de waarde meer afhangt van hun zeldzaamheid dan van hun werkelijk nut.”

“Ik neem dus aan dat het je niet veel kan schelen waar je heengaat nadat je hier hebt geladen?”

“Precies. Ik begrijp dat jouw opdracht ons tot dicht bij het Midden zal voeren, en dat vind ik Best — hoe zuidelijker we gaan, hoe hoger de prijzen die ik kan bedingen. Dat de tocht langer duurt maakt het gevaar niet veel groter, omdat jij ons zult helpen, zoals je hebt beloofd.”

“Dat klopt. Uitstekend — maar ik vind het jammer dat we niets hebben kunnen vinden om je in betaling te geven, zodat je geen tijd zou hoeven besteden aan het verzamelen van specerijen.

“Ja, maar we moeten eten. Je hebt gezegd dat jullie lichamen en dus ook jullie eetwaren een heel andere samenstelling hebben dan de onze, zodat wij jullie voedsel niet kunnen gebruiken. Om je de waarheid te zeggen, ik kan geen enkel metaal of ander materiaal bedenken dat ik zelf niet veel makkelijker in elke gewenste hoeveelheid zou kunnen vergaren. Mijn liefste wens is nog steeds dat wij een paar van jullie machines krijgen, maar jij zegt dat er nieuwe zouden moeten worden gebouwd om onder onze omstandigheden te kunnen werken. Het lijkt me dat onze overeenkomst de beste is die we kunnen sluiten.”

“Zo is het. Zelfs die radio is speciaal voor deze tocht gemaakt en jullie zouden hem niet kunnen repareren — tenzij ik het helemaal mis heb hebben jullie er het gereedschap niet voor. Hoe dan ook, tijdens de reis kunnen we hier verder over praten; misschien openen de dingen die we van elkaar te weten komen de weg tot andere en betere mogelijkheden.”

“Daar ben ik van overtuigd,” zei Barlennan beleefd. Hij sprak natuurlijk niet over de mogelijkheid dat zijn eigen plannen misschien zouden slagen. De Vlieger zou ze zeker niet hebben goedgekeurd.

2 De Vlieger

De weersvoorspelling van de Vlieger bleek juist: vierhonderd dagen gingen voorbij voordat de storm merkbaar zwakker werd. Gedurende deze periode sprak de Vlieger vijf keer over de radio met Barlennan. Hij begon steeds met een korte weersverwachting, en ging dan over op een meer algemeen gesprek dat een dag of twee duurde. Tevoren, toen Barlennan bezig was met het leren van de taal van de vreemdeling en bezoeken bracht aan diens woning in de “Heuvel’ bij de baai, was het hem opgevallen dat de bezoeker een eigenaardige regelmaat in zijn leven aanhield; hij had gemerkt dat hij de Vlieger slapend of aan zijn maaltijd kon treffen op vaste tijden die ongeveer tachtig dagen uit elkaar lagen. Barlennan was geen filosoof — net als zijn soortgenoten vond-hij dat maar onpraktische dromers — en dit feit was voor hém alleen maar een van dé eigenschappen van een zonderling maar interessant wezen. Het vermoeden kwam niet bij hem op dat er een wereld bestond die er ongeveer tachtig keer zo lang over deed als de zijne om een omwenteling om zijn as te maken.

Lacklands vijfde oproep verschilde van de eerdere en was om diverse redenen meer welkom. Het verschil was gedeeltelijk dat hij op een andere tijd dan normaal kwam; het plezierige ervan was de aankondiging van beter weer.

“Barl!“ De Vlieger verspilde geen tijd aan inleidingen want hij wist dat de Meskliniet steeds binnen bereik van de radio was. “Het station op Toorey belde me een paar minuten geleden op. Er komt een tamelijk rustige plek op ons af. Ze wisten niet zeker hoe de winden zouden zijn, maar ze konden de grond door de nevel heen zien en dus moet het zicht redelijk zijn. Als je jagers er op uit willen gaan zullen ze niet wegwaaien, mits ze wachten tot het twintig of dertig dagen lang onbewolkt is gebleven. Gedurende honderd dagen daarna zullen we echt goed weer hebben. Als het verandert zullen ze het mij snel genoeg laten weten om je mensen op tijd terug aan boord te hebben.”