‘Mijn oprechte bewondering, hoor. Een arm breken — dat was een meesterlijke zet.’
‘Dat was een ongeluk.’
‘Nee toch? En ik heb je al aanbevolen in je officiële beoordelingsverslag.’
‘Het is veel te drastisch. Dat andere kleine sekreet wordt er een held door. Daar kunnen een heleboel kinderen last van krijgen bij de opleiding. Ik dacht eigenlijk dat hij wel iemand te hulp zou roepen.’
‘Iemand te hulp roepen? Ik dacht dat dat juist was wat je zo in hem waardeerde — dat hij zijn eigen problemen oplost. Als hij daarginds door een vijandelijke vloot omsingeld is komt er ook niemand aansnellen als hij om hulp roept.’
‘Wie had nou verwacht dat die kleine hufter zijn riemen zou losmaken. En dan ook nog precies op de verkeerde manier tegen het schot klappen.’
‘Het zoveelste voorbeeld van de stommiteit van het militaire apparaat. Als je een beetje hersens had zou je een echt beroep gekozen hebben, levensverzekeringsmakelaar of zo.’
‘Dat geldt ook voor jou, meesterbrein.’
‘We zullen moeten aanvaarden dat we maar tweederangs zijn. En dat het lot van de mensheid in onze handen ligt. Geeft je een verrukkelijk gevoel van macht, niet? Vooral omdat we dit keer als we verliezen helemaal geen kritiek zullen krijgen.’
‘Zo heb ik het nog nooit bekeken. Maar laten we toch maar liever niet verliezen.’
‘We wachten eerst eens af hoe Ender dit oplost. Als we hem al kwijt zijn, als hij dit niet aankan, wie hebben we dan? Is er nog wel een ander?’
‘Ik maak wel een lijstje.’
‘Zoek dan ondertussen gelijk even uit hoe we Ender eventueel weer terug kunnen krijgen.’
‘Dat heb ik je al gezegd. Zijn isolatie mag niet verbroken worden. Hij mag absoluut niet gaan geloven dat iemand hem ooit uit de puree zal halen, onder geen voorwaarde. Als hij ooit een keer denkt dat er een makkelijke uitweg is, is hij verloren.’
‘Je hebt gelijk. Dat zou verschrikkelijk zijn, als hij dacht dat hij een vriend had.’
‘Vrienden mag hij best hebben. Ouders zijn het die verboden zijn.’
De andere jongens hadden hun britsen al gekozen toen Ender arriveerde. Ender bleef in de deuropening van de slaapzaal staan en zocht naar het ene bed dat nog over moest zijn. Het plafond was laag — als Ender op zijn tenen stond kon hij het aanraken. Een ruimte met kindermaten en de benedenbritsen op de grond. De andere jongens hielden hem schuins in de gaten. Ja hoor, de onderste brits naast de deur was het enige lege bed. Even bedacht Ender dat hij door te pikken dat de anderen hem het akeligste plekje opdrongen, misschien wel uitlokte dat hij later de pispaal zou worden. Maar hij kon toch slecht iemand anders van zijn plek jagen.
En dus grijnsde hij breed. ‘Hé, bedankt zeg,’zei hij. Zonder enig spoortje van spot. Hij zei het met een oprechtheid als hadden ze de beste plek voor hem bewaard. ‘Ik was al bang dat ik om het onderste bed bij de deur zou moeten soebatten.’
Hij ging zitten en keek in het kastje dat aan het voeteneind van de brits stond. Er zat een mededeling aan de binnenkant van de deur geplakt.
Leg je hand op de aftaster aan het hoofdeind van je brits en zeg tweemaal hardop je naam.
Ender vond de aftaster; een plaat ondoorzichtig plastic. Hij legde zijn linkerhand erop en zei: ‘Ender Wiggin. Ender Wiggin.’
De aftaster lichtte even groen op. Ender deed het kastje dicht en probeerde het weer open te trekken. Dat lukte niet. Toen legde hij zijn hand op de aftaster en zei: ‘Ender Wiggin.’De kastdeur vloog open. Plus die van nog drie andere kastjes.
In een ervan lagen vier overalls zoals die hij nu ook aanhad, plus nog een witte. In een ander kastje lag een kleine lessenaar die sprekend leek op zijn schoollessenaar. Het leren was dus nog niet afgelopen.
Maar in het grootste kastje lag de echte verrassing. Op het eerste gezicht zag het eruit als een ruimtepak, compleet met helm en handschoenen. Maar dat was het niet. Er was geen luchtdichte verzegeling. Toch zou het je hele lichaam doeltreffend omsluiten. Het had een dikke beschermende laag en het was ook een beetje stijf.
En er hoorde een handwapen bij. Leek wel een beetje op een laserpistool want het uiteinde was van massief, doorzichtig glas. Maar ze zouden kinderen toch geen dodelijke wapens geven —
‘Geen laser,’zei een man. Ender keek op. Het was iemand die hij nog niet eerder had gezien. Een jonge, aardig uitziende man. ‘Maar het heeft wel een hele smalle kegel. Goed gebundeld. Als je het op een wand van honderd meter ver richt kun je een lichtcirkeltje krijgen met een diameter van zeveneneenhalve centimeter.’
‘Waar is het voor?’vroeg Ender.
‘Voor een van de spelen die hier in de vrije tijd gespeeld worden. Heeft nog iemand anders zijn kastje open?’De man keek om zich heen. ‘Ik bedoel, hebben jullie de aanwijzingen opgevolgd en je stem en je hand geregistreerd. Tot je dat hebt gedaan, kun je niet in je kastjes. Deze slaapzaal is zo ongeveer het komende jaar je thuis in de Krijgsschool, dus zorg dat je de brits krijgt die je wilt en zorg dat je die houdt. Gewoonlijk laten we jullie je eigen kameroudste kiezen en geven die de onderste brits naast de deur, maar kennelijk is die plek al bezet. We kunnen nu de code van de kastjes niet meer veranderen. Denk er dus over wie je zou willen kiezen. Over zeven minuten avondeten. Volg de verlichte stippen op de vloer. Jullie kleurcode is rood geel geel — als jullie ergens heen moeten volg je altijd rood geel geel, drie stippen naast elkaar — je volgt gewoon de route die die lichtstippen aanwijzen. Wat is jullie kleurcode jongens?’
‘Rood, geel, geel.’
‘Uitstekend. Ik heet Dap. Ik ben de komende paar maanden jullie moeder.’
De jongens lachten.
‘Lach maar wat je wilt, maar knoop het goed in je oren. Mocht je in school verdwalen, wat hier heel goed mogelijk is, maak dan nooit zomaar deuren open. Sommige deuren zijn buitendeuren.’Weer werd er gelachen. ‘Zeg gewoon tegen iemand dat je moeder Dap heet, dan bellen ze mij. Of vertel je kleurcode, dan schakelen ze een lichtwijzer voor je in om thuis te komen. Als je een probleem hebt, kom er dan met mij over praten. Onthou goed, ik ben de enige hier die ervoor betaald wordt om aardig tegen jullie te zijn. Maar niet al te aardig. Wie een brutale bek opzet, krijgt een slag voor zijn harses. Afgesproken?’
Weer lachten ze. Dap had een zaal vol vrienden. De vriendschap van bange kinderen is makkelijk te winnen.
‘Kan iemand me vertellen welke kant beneden is?’
Ze vertelden het hem.
‘Goed, dat klopt. Maar die richting is buitenwaarts. Het schip wentelt om zijn as en dat geeft je het gevoel dat dat beneden is. In feite is de vloer gekromd in die richting. Als je lang genoeg die kant op blijft lopen kom je op den duur weer terug op je vertrekpunt. Je kunt het alleen maar beter niet proberen. Die kant op liggen de lerarenverblijven en die kant op die van de grotere kinderen. En de grotere kinderen zijn helemaal niet gediend van opdringerige Pendelkoters. Je zou wel eens behoorlijk afgeknepen kunnen worden. Zeker weten trouwens dat jullie zwaar afgeknepen zullen worden. En als dat gebeurt hoef je niet bij mij te komen janken. Begrepen? Dit is de Krijgsschool en geen kleuterschool.’
‘Maar wat moeten we dan doen?’vroeg een jongen, een erg klein zwart gozertje die een bovenbed vlak bij Ender had.
‘Als je niet afgeknepen wilt worden, moet je zelf maar bedenken wat je daartegen wilt doen. Maar ik waarschuw jullie — iemand vermoorden is strikt verboden. Net als iemand opzettelijk verwonden. Ik heb begrepen dat er tijdens de vlucht hierheen een poging tot moord is gedaan. Een gebroken arm. Als er nog een keer zoiets voorkomt, wordt er iemand koud gezet. Begrepen?’
‘Wat is koud zetten?’vroeg de jongen met zijn arm in de ballonspalk.
‘Buiten zetten in de kou. Naar de Aarde terugsturen. Weggejaagd worden van de Krijgsschool.’