Niemand keek naar Ender.
‘Dus jongens, als er onder jullie een paar zitten die van plan zijn om moeilijkheden te veroorzaken, doe het dan in ieder geval pienter. Afgesproken?’
Dap vertrok. Ze keken nog steeds niet naar Ender.
Ender voelde in zijn buik een grote bal van angst groeien. De knul die hij een gebroken arm had bezorgd — met hem had Ender geen medelijden. Dat was een Stilson. En net als Stilson was hij al een groepje aanhangers aan het verzamelen. Een klein kluitje kinderen, waaronder en paar van de grootsten. Ze zaten te lachen aan de andere kant van de slaapzaal en af en toe keek er een om en staarde naar Ender.
Ender verlangde naar huis, met heel zijn hart. Wat had dit alles met het redden van de wereld te maken? De monitor was verdwenen. Het was weer Ender tegen de hele club, alleen zaten ze nu ook nog bij hem in de kamer. Het was weer Peter, maar dit keer zonder Valentine.
De angst bleef hangen, de hele maaltijd door, toen niemand bij hem kwam zitten in de eetzaal. De andere jongens praatten honderd uit over van alles — het grote scorebord aan een van de wanden, het eten, de grotere kinderen. Ender kon alleen maar in zijn dooie eentje toekijken.
Het scorebord gaf de stand van een competitie aan. Winst- en verliespunten, plus de jongste uitslagen. Sommige grotere jongens hadden kennelijk weddenschappen lopen over de jongste wedstrijden. Twee ploegen, Harpij en Adder, hadden geen jongste uitslag — dat vakje knipperde. Ender bedacht dat die vast nu aan het spelen waren.
Aan de uniformen die ze droegen zag hij dat de oudere jongens in groepen verdeeld waren. Sommigen met verschillende uniformen praatten met elkaar, maar over het algemeen hadden de groepen allemaal hun eigen territorium. Pendelgasten — hun eigen groep en de twee of drie groepen boven hen — hadden allemaal effen blauwe uniformen. Maar de grotere kinderen, die bij de ploegen hoorden, droegen veel kleuriger kleding. Ender probeerde te raden welk uniform bij welke naam hoorde. Schorpioen en Spin waren makkelijk. Net als Vlam en Vloed.
Een grotere jongen kwam bij hem zitten. Niet een klein beetje groter — zo te zien was hij wel twaalf of dertien. Al bezig uit te groeien tot zijn volwassen gestalte.
‘Hoi,’zei hij.
‘Hoi,’zei Ender.
‘Ik heet Mick.’
‘Ender.’
‘Is dat een naam?’
‘Sinds mijn geboorte wel. Mijn zuster noemde me zo.’
‘Geen beroerde naam voor hier. Ender. Afmaker. Wat jij?’
‘Ik hoop het.’
‘Ender, ben jij de kruiperd in jouw vlucht?’
Ender haalde zijn schouders op.
‘Ik zag dat je alleen zat te eten. Elke vlucht heeft zo iemand. Gozer die niemand mag. Soms denk ik wel eens dat de leraren zoiets met opzet doen. De leraren zijn niet erg aardig. Dat merk je nog wel.’
‘Ja.’
‘Dus jij bent de kruiperd?’
‘Dat zal wel, ja.’
‘Hé. Er zijn erger dingen hoor.’Hij gaf Ender zijn kadet en pakte zelf Enders pudding. ‘Je moet voedzame dingen eten. Daar word je sterk van.’Mick viel aan op de pudding.
‘En jij?’vroeg Ender.
‘Ik? Ik ben niks. Ik ben een scheet in de luchTVerversing. Ik ben er altijd, maar meestal weet niemand dat.’
Ender grijnsde aarzelend.
‘Ja, lollig, maar geen geintje. Ik heb het hier niet gemaakt. Nou begin ik ook nog te groeien. Ik zal wel gauw naar mijn volgende school gestuurd worden. En reken maar niet dat dat de Officiersopleiding zal zijn. Ik ben nooit een leider geweest, zie je. Alleen de jongens die leiders worden krijgen die kans.’
‘Hoe leg je het aan om leider te worden?’
‘Hé, als ik dat wist, dacht je dan dat ik hier nog zo zou rondlopen? Hoeveel gozers van mijn lengte zie je hier?’
Niet veel. Ender zei maar niets.
‘Een paar. Ik ben niet het enige half koudgezette kruiperdvoer. We zijn met een paar. De andere jongens zijn allemaal bevelhebbers. Alle jongens van mijn vlucht hebben nu hun eigen groep. Ik niet.’
Ender knikte.
‘Moet je horen, ventje. Ik zal je een goede raad geven. Zorg dat je vrienden krijgt. Wees een leider. Lik een paar reten als het nodig is, maar als de andere jongens de schurft aan je hebben — weet je wat ik bedoel?’
Ender knikte weer.
‘Ach man, je weet helemaal niks. Jullie Pendelgasten zijn allemaal hetzelfde. Jullie weten geen ene moer. Koppen zo leeg als de ruimte. Zit niks in. En als ze ergens door geraakt worden storten ze in. Maar goed, als je ooit zo wordt als ik, vergeet dan niet dat iemand je heeft gewaarschuwd. Dit is de laatste keer dat iemand iets aardigs voor je doet.’
‘Waarom vertel je me dit dan allemaal?’vroeg Ender.
‘Wat nou, een bijdehante vlerk? Hou je kop en eet door.’
Ender hield zijn kop en at door. Hij mocht Mick niet. En hij wist dat er geen kijk op was dat hij zo zou worden. Misschien was dat wel waar de leraren op aanstuurden, maar Ender was niet van plan om zich bij hun plannen aan te passen.
Ik ben niet van plan om de kruiperd van mijn groep te worden, dacht Ender. Ik heb Valentine en vader en moeder niet achtergelaten om hier vervolgens koudgezet te worden.
Toen hij zijn vork naar zijn mond bracht voelde hij zijn gezinsleden om zich heen, zoals hij hen altijd om zich heen had gehad. Hij wist precies naar welke kant hij zijn hoofd moest draaien om als hij opkeek moeder te zien die Valentine het slurpen probeerde af te leren. Hij wist precies waar vader het nieuws zou zitten doornemen terwijl hij zogenaamd aan het tafelgesprek deelnam. Peter, die net deed of hij een geplette doperwt uit zijn neus te voorschijn haalde — zelfs Peter kon af en toe leuk zijn.
Het was een vergissing om aan hen te denken. Hij voelde een snik in zijn keel omhoog wellen en slikte die weg; hij kon zijn bord niet meer zien.
Hij kon hier niet gaan zitten huilen. Er was geen kijk op dat hij met enig erbarmen behandeld zou worden. Dap was moeder niet. Elk teken van zwakte zou de Stilsons en de Peters vertellen dat deze jongen te breken was. Ender deed wat hij altijd deed als Peter hem pijnigde. Hij begon getallen te verdubbelen. Een, twee, vier, acht, zestien, tweeëndertig, vierenzestig. En verder, tot het hoogste getal dat hij kon onthouden: 128, 256, 512, 1024, 2048, 4096, 8192, 16384, 32768, 65536, 131072, 262144. Bij 67108864 begon hij een beetje onzeker te worden — was hij een cijfer kwijtgeraakt? Hoorde hij nu in de tien miljoenen, de honderd miljoenen of gewoon in de miljoenen te zitten? Hij probeerde zijn laatste getal nog eens te verdubbelen en raakte het kwijt. 1342 en nog wat. 16? of 17738? Hij was het kwijt. Overnieuw beginnen. Tot hij het niet meer kon onthouden. De pijn was verdwenen. De tranen waren verdwenen. Hij zou niet huilen.
Tot het moment waarop ‘s avonds het licht werd uitgeschakeld en hij in de verte een paar jongens om hun moeders of vaders of hun honden hoorde huilen. Hij kon het niet helpen. Zijn lippen vormden Valentines naam. Hij hoorde haar lachende stem van ver, aan het andere eind van de gang. Hij kon moeder langs zijn deur zien lopen en even binnen kijken om te zien of alles in orde was. Hij kon vader om de video horen lachen. Het was allemaal zo duidelijk en het zou nooit meer zo zijn. Ik ben al oud als ik hen ooit weer terugzie, op zijn vroegst op mijn twaalfde. Waarom heb ik ja gezegd? Waarom heb ik zo stom gedaan? Naar school gaan zou toch niks voorgesteld hebben. Gewoon elke dag Stilson tegenkomen. En Peter. Hij was een zeikerd, Ender was niet bang van hem.
Ik wil naar huis, fluisterde hij.
Maar zijn fluisterstem was de stem waarmee hij schreeuwde van pijn als Peter hem pijnigde. Het geluid bereikte alleen zijn eigen oren, en soms kwam het daar niet eens aan.
En weliswaar drupten zijn tranen ongewild op zijn laken, maar zijn snikken waren zo zacht dat het bed er niet van schudde en zo stil dat ze niet te horen waren. Maar de pijn was wel degelijk aanwezig en veroorzaakte een brok in zijn keel en een brandend gevoel in zijn borst en zijn ogen. Ik wil naar huis.