Hij dronk van de romige vloeistof. Onmiddellijk begon hij op te zwellen en op te stijgen als een ballon. De Reus schaterde het uit. Hij was weer dood.
Hij raadde nog een keer en dit keer werd de vloeistof hard, zoals beton, en hield zijn hoofd gevangen terwijl de Reus hem langs zijn ruggegraat opensneed, hem als een vis ontgraatte en hem begon op te peuzelen terwijl zijn armen en benen nog bewogen.
Hij dook weer op bij de aardverschuivingen en besloot om niet verder te spelen. Hij liet zich zelfs een keer door de aardverschuivingen bedelven. Maar al stond het koude zweet hem op de rug, met zijn volgende leven trok hij opnieuw de heuvels in tot ze in brood veranderden en hij was weer present op de reuzentafel toen hem de borrelglazen werden voorgezet.
Hij staarde naar de twee dranken. Een ervan schuimde en de ander vertoonde golven als de zee. Hij probeerde te raden wat voor soort dood welke drank zou veroorzaken. Misschien komt er wel een vis uit de oceaan die me opvreet. En dat schuim zal me wel verstikken. Wat een rotspel. Wat een stom kolerespel.
En in plaats van zijn gezicht in een van de glazen te steken schopte hij er een om en toen het tweede ook. Vervolgens glipte hij tussen de enorme handen van de Reus door die ‘Jij speelt vals! Jij speelt vals!’begon te schreeuwen. Hij belandde met een grote sprong op het gezicht van de Reus, klauterde langs zijn bovenlip en zijn neus omhoog en begon in het oog van de Reus te graven. Het leek wel kwark, zo makkelijk liet het spul zich eruit scheppen en terwijl de Reus maar schreeuwde, groef Enders figuurtje een tunnel door het oog, kroop erin en groef zich steeds dieper in.
De Reus viel achterover op de grond. Het tafereel veranderde onder het vallen en toen de Reus op de grond belandde, stonden er overal ingewikkelde, kantachtige bomen. Er vloog een vleermuis op die op de neus van de dode Reus landde. Ender liet zijn figuurtje uit het oog van de Reus opduiken.
‘Hoe ben je hier gekomen?’vroeg de vleermuis. ‘Er komt hier nooit iemand.’
Ender kon natuurlijk geen antwoord geven. En dus bukte hij zich, greep een handvol van het spul uit het oog van de Reus en hield dat de vleermuis voor.
De vleermuis nam het aan en vloog weg onder het roepen van: ‘Welkom in Sprookjesland.’
Het was hem gelukt. Nu zou hij op onderzoek uit moeten gaan. Hij zou van het reuzenhoofd omlaag moeten klimmen om te zien wat hij ten langen leste had bereikt.
In plaats daarvan schakelde hij zijn lessenaar uit, borg hem op in zijn kastje, trok zijn kleren uit en trok zijn dekens over zich heen. Hij had de Reus helemaal niet willen doden. Dit was nota bene een spelletje! Helemaal geen kwestie van kiezen tussen zijn eigen gruwelijke dood en een nog erger moord. Ik ben een moordenaar, zelfs in mijn spel. Peter zou trots op me zijn.
7. Salamander
‘Is het niet prettig om te weten dat Ender het onmogelijke kan doen?’
‘Ik heb de dood van de spelers altijd al walgelijk gevonden. Ik heb de Reuzendrank altijd al het meest ontaarde deel van het hele Improvisatiespel gevonden, maar dat regelrecht op dat oog afgaan -en zo iemand moeten we het opperbevel over onze vloot geven?’
‘Wat belangrijk is, is dat hij het spel dat niet gewonnen kon worden, gewonnen heeft.’
‘Ik neem aan dat je hem nu wel zult bevorderen.’
‘We wilden alleen even afwachten hoe hij die kwestie met Bernard zou oplossen. Hij heeft het perfect aangepakt.’
‘Dus zodra hij een situatie de baas wordt, schuif je hem weer door naar een nieuwe die hij niet aankan. Krijgt hij helemaal geen rust?’
‘Hij krijgt een maand of twee, drie met zijn lichting. Dat is voor een kind tamelijk lang, hoor.’
‘Vind jij nu ook wel eens dat deze jongens helemaal niet op kinderen lijken? Als ik kijk naar wat ze doen, naar de manier waarop ze praten, dan vind ik hen helemaal niet op jonge kinderen lijken.’
‘Ze zijn de meest briljante kinderen van de hele wereld, elk op zijn eigen manier.’
‘Maar dan moeten ze zich toch eigenlijk even goed als kinderen gedragen ? Ze zijn gewoon niet normaal. Ze gedragen zich als figuren uit de geschiedenis. Napoleon en Wellington. Caesar en Brutus.’
‘We proberen de wereld te redden en niet het gewonde hart te helen. Jij bent te veel met ze begaan.’
‘Generaal Levy kent geen medelijden, met niemand. Alle video’s maken dat duidelijk. Maar doe deze jongen geen pijn.’
‘Is dat een geintje?’
‘Ik bedoel, doe hem niet meer pijn dan noodzakelijk is.’
Bij het eten kwam Alai tegenover Ender zitten. ‘Ik ben er eindelijk achter hoe je dat bericht hebt verstuurd. Met Bernards naam eronder.’
‘Ik?’vroeg Ender.
‘Ja, kom nou, wie anders? Bernard was het in ieder geval niet. En Shen is niet zo goed met de computer. En ik weet dat ik het niet was. Wie anders dus? Doet er ook helemaal niet toe. Ik heb uitgepuzzeld hoe je een nieuwe leerling kunt invoeren. Jij hebt gewoon een leerling ingevoerd die je Bernard-spatie noemde, B-E-R-N-A-R-D-spatie, zodat de computer hem er niet uitschopte als de dubbel van een al bestaande leerling.’
‘Zo te horen zou dat wel kunnen werken,’zei Ender.
‘Goed, goed. Nou, het werkt dus inderdaad. Maar jij deed dat zowat op de eerste dag.’
‘Of iemand anders. Misschien deed Dap het wel om Bernards heerschappij een beetje binnen de perken te houden.’
‘Ik heb ook nog iets anders gemerkt. Met jouw naam kan het niet.’
‘O nee?’
‘Alles met Ender erin wordt verworpen. Ik kan trouwens ook niet in je bestanden komen. Jij hebt je eigen beveiliging gemaakt.’
‘Mogelijk.’
Alai grijnsde. ‘Ik heb ergens ingebroken en een puinhoop van iemands bestanden gemaakt. Ik heb bescherming nodig, Ender. Ik moet jouw systeem hebben.’
‘Als ik je mijn systeem geef, dan weet je hoe het moet en dan kraak je mijn bestanden om er een puinhoop van te maken.’
‘Ik?’vroeg Alai. ‘Je allerbeste vriend!’
Ender moest lachen. ‘Ik maak wel een beveiliging voor je.’
‘Nu meteen?’
‘Mag ik eerst mijn bord leegeten?’
‘Jij eet nooit je bord leeg.’
Dat was waar. Er lag altijd nog eten op Enders bord na de maaltijd. Ender keek naar zijn bord en besloot dat hij klaar was met eten. ‘Kom op dan.’
Toen ze in de slaapzaal waren liet Ender zich op zijn bed zakken en zei: ‘Haal je lessenaar maar, dan zal ik je laten zien hoe het moet.’Maar toen Alai met zijn lessenaar bij Enders bed kwam, zat Ender daar nog steeds en waren zijn kastjes nog dicht.
‘Problemen? vroeg Alai.
Als antwoord legde Ender zijn handpalm op zijn kastje. ‘Poging tot Openen door Onbevoegde,’meldde het. Het ging niet open.
‘Je bent te grazen genomen, jongen,’zei Alai. ‘Je bestaat niet meer.’
‘Wil je nou nog steeds zo graag mijn beveiligingssysteem?’Ender stond op en liep bij zijn bed vandaan.
‘Ender,’zei Alai.
Ender draaide zich om. Alai hield een stukje papier omhoog.
‘Wat is dat?’
‘Weet je dat niet? Het lag op je bed. Je bent er vast op gaan zitten.’
Ender pakte het aan.
ENDER WIGGIN
INGEDEELD BIJ SALAMANDERLEGER
BEVELHEBBER BONZO MADRID
INGAAND ONMIDDELLIJK
CODE GROEN GROEN BRUIN
GEEN BEZITTINGEN MEEBRENGEN
‘Je bent goochem, Ender, maar je doet het in de strijdzaal niet beter dan ik.’