‘Weet je,’zei Erwt op een keer toen hij het bevel over de vier resterende jagers van Kouwe Soep overnam, ‘dit spel is lang zo leuk niet meer als vroeger.’
En op een dag toen Ender aan het oefenen was met zijn eskaderleiders, werd ineens het hele vertrek zwart en werd hij wakker op de grond met een bloedende wond in zijn gezicht waar hij tegen het regelpaneel was geklapt.
Ze stopten hem in bed en daarna was hij drie dagen erg ziek. Hij herinnerde zich dat hij in zijn dromen gezichten zag, maar het waren geen echte gezichten en dat besefte hij al terwijl hij nog meende dat hij ze zag. Soms dacht hij dat hij Valentine zag en soms Peter; soms zijn vrienden van de Krijgsschool en soms waren de kruiperds hem aan het ontleden. Eens leek het wel ontzettend echt toen hij kolonel Graff over zijn bed gebogen zag staan en zacht tegen zich hoorde praten als een aardige vader. Maar toen werd hij wakker en trof hij alleen zijn vijand aan, Mazer Rackham.
‘Ik ben wakker,’zei Ender.
‘Dat zie ik,’zei Mazer. ‘Duurde lang genoeg. Je hebt vandaag een gevecht.’
En dus stond Ender op en leidde het gevecht en won het. Maar die dag was er geen tweede gevecht en ze lieten hem eerder naar bed gaan. Zijn handen beefden bij het uitkleden.
Die nacht meende hij dat hij vriendelijk strelende handen voelde. Handen vol genegenheid en liefde. Hij droomde dat hij stemmen hoorde.
‘Je bent niet zacht voor hem geweest.’
‘Dat was mijn opdracht niet.’
‘Hoe lang kan hij nog doorgaan? Hij begint het te begeven.’
‘Lang genoeg. Het is bijna gebeurd?’
‘Zo gauw al?’
‘Nog een paar dagen, dan heeft hij het gehad.’
‘Hoe zal hij het doen, als hij nu al zo is?’
‘Prima. Zelfs vandaag vocht hij beter dan ooit.’
In zijn droom leken de stemmen wel die van kolonel Graff en Mazer Rackham. Maar zo was dat nu eenmaal met dromen, de krankzinnigste dingen konden erin gebeuren want hij hoorde een van de stemmen zeggen: ‘Ik vind het ondraaglijk om aan te moeten zien wat dit hem aandoet.’En de andere stem antwoordde: ‘Ik weet het. Ik hou ook van hem.’En toen veranderden ze in Valentine en Alai en in zijn droom begroeven ze hem, maar waar ze zijn lijk neerlegden groeide een heuvel en hij droogde uit en werd een onderkomen voor kruiperds, net als de Reus.
Allemaal dromen. Als er iemand van hem hield of met hem meeleefde was dat alleen in zijn dromen.
Hij werd wakker en leidde een nieuw gevecht en won. Toen ging hij naar bed en sliep weer en droomde weer en daarna werd hij wakker en won weer en sliep weer en hij merkte nog amper wanneer zijn waken in slapen overging. Het kon hem trouwens ook niets schelen.
De volgende dag was zijn laatste dag op de Officiersopleiding, hoewel hij dat niet wist. Mazer Rackham was niet bij hem in de kamer toen hij wakker werd. Hij ging onder de douche en kleedde zich aan en wachtte tot Mazer de deur kwam openmaken. Hij kwam niet. Ender voelde aan de deur. Die was los.
Was het per ongeluk dat Mazer hem deze morgen vrij liet? Niemand die hem opdroeg om te eten, te oefenen of te slapen. Vrijheid. De moeilijkheid was, hij wist niet wat hij moest doen. Hij dacht er even over om zijn eskaderleiders op te zoeken om met hen te kletsen terwijl hij hen kon aankijken, maar hij wist niet waar ze waren. Voor zover hij wist konden ze wel twintig kilometer hier vandaan zitten. Toen hij dus een tijdje door de tunnels had rondgedwaald ging hij naar de kantine en ontbeet daar in de buurt van een paar mariniers die schuine moppen zaten te vertellen die Ender in de verste verte niet begreep. Toen ging hij naar het simulatorvertrek om te oefenen. Ook al was hij vrij, hij wist niet wat hij anders moest doen.
Mazer stond hem op te wachten. Ender liep langzaam het vertrek in. Hij slofte een beetje en hij voelde zich moe en duf.
Mazer fronste zijn wenkbrauwen. ‘Ben je wakker, Ender?’
Er waren nog meer mensen in de simulatorkamer. Ender vroeg zich af waarom ze er waren maar nam niet de moeite om ernaar te vragen. Het was de moeite van het vragen niet waard en niemand zou het hem trouwens vertellen. Hij liep naar het regelpaneel van de simulator en ging zitten, klaar om te beginnen.
‘Ender Wiggin,’zei Mazer. ‘Wil je je even omdraaien. Het spel van vandaag behoeft enige uitleg.’
Ender draaide zich om. Hij keek naar de mannen die achter in de kamer bijeen stonden. De meesten had hij nog nooit gezien. Er waren er zelfs een paar in burger bij. Hij zag Anderson en vroeg zich af wat die hier deed, wie er nu voor de Krijgsschool moest zorgen terwijl hij weg was. Hij zag Graff en herinnerde zich het meer in de bossen buiten Greensboro en wilde naar huis. Breng me naar huis, zei hij zwijgend tegen Graff. In mijn droom zei je dat je van me hield. Breng me naar huis.
Maar Graff knikte alleen tegen hem, een groet, geen belofte, en Anderson deed net of hij hem helemaal niet kende.
‘Let even op, Ender. Vandaag leg je je eindexamen van de Officiersopleiding af. Deze waarnemers zijn hier om te beoordelen wat jij allemaal hebt geleerd. Als je hen liever niet in de kamer hebt, kunnen we hen op een andere simulator laten meekijken.’
‘Laat ze maar blijven hoor.’Eindexamen. Na vandaag zou hij misschien kunnen uitrusten.
‘Om dit een bevredigende beproeving van je vaardigheden te maken, dus niet alleen een herhaling van wat je al vele malen hebt geoefend, maar ook een confrontatie met uitdagingen die nieuw voor je zijn, wordt er vandaag een nieuw element aan het gevecht toegevoegd. Het is rond een planeet gesitueerd. Dat zal de strategie van de vijand beïnvloeden en het zal jou tot improviseren dwingen. Hou vandaag alsjeblieft goed je hoofd bij de strijd.’
Ender wenkte Mazer naderbij en vroeg hem zacht: ‘Ben ik de eerste leerling die het tot hier heeft gebracht?’
‘Als jij vandaag wint, Ender, ben jij de eerste leerling die daarin is geslaagd. Ik heb niet de vrijheid om je meer te vertellen.’
‘Nou, ik heb anders wel de vrijheid om het te horen.’
‘Morgen mag je zo kregelig zijn als je wilt. Maar vandaag zou ik het erg op prijs stellen als je je hoofd bij het examen zou houden. Laten we niet alles wat je al gedaan hebt te niet doen. Nou, hoe denk je die planeet te gaan aanpakken?’
‘Ik zal er iemand achter moeten zien te krijgen, anders is het een blinde vlek.’
‘Juist.’
‘En de zwaartekracht zal het brandstofverbruik beïnvloeden -dalen verbruikt minder dan stijgen.’
‘Ja.’
‘Werkt de Kleine Dokter eigenlijk ook tegen planeten?’
Mazers gezicht verstijfde. ‘Ender, de kruiperds hebben in geen van beide invasies ooit een burgerbevolking aangevallen. Jij moet zelf beslissen of het verstandig is om een strategie te kiezen die vergelding zou kunnen uitlokken.’
‘Is de planeet het enige nieuwe?’
‘Kan je je de laatste keer nog herinneren dat ik je een gevecht voorzette met maar één nieuw ding? Ik kan je wel vertellen, Ender, dat ik je vandaag niet zal sparen. Het is mijn verantwoordelijkheid tegenover de vloot om ervoor te zorgen dat er geen tweederangs leerling door het examen komt. Ik zal mijn best doen tegen jou, Ender en ik ben niet van plan om je in de watten te leggen. Als je alles wat je over jezelf weet en alles wat je over de kruiperds weet maar goed in gedachten blijft houden, dan heb je een redelijke kans om iets te presteren.’
Mazer verliet de kamer.
‘Zitten jullie klaar?’zei Ender in de microfoon.
‘Allemaal,’zei Erwt. ‘Beetje te laat voor de oefening vanmorgen, niet?’
Ze hadden de eskaderleiders dus niets verteld. Ender speelde even met de gedachte om hun te vertellen hoe belangrijk dit gevecht voor hem was, maar besloot dat het hen niet zou helpen als ze een niet ter zake doende zorg extra aan hun hoofd hadden. ‘Sorry,’zei hij. ‘Ik heb me verslapen.’
Ze lachten. Ze geloofden hem niet.
Hij liet hen wat manoeuvres uitvoeren om op te warmen voor het komende gevecht. Het duurde langer dan gewoonlijk voor zijn geest helder was, voor hij zich goed op zijn commanderende rol kon concentreren, maar al gauw kwam hij op tempo en reageerde hij weer vlug en dacht hij weer helder. Of tenminste, dacht hij bij zichzelf, ik denk dat ik helder denk.