‘Dat denk ik niet,’zei Ender.
‘Ik maakte maar een geintje. Hé, niet te geloven toch? Wij hebben de oorlog gewonnen. We wilden zo graag groot worden om mee te kunnen vechten en al die tijd waren we het zelf. Ik bedoel, we zijn kinderen, Ender. En we hebben het geflikt.’Alai lachte. ‘Jij hebt het geflikt, in ieder geval. Je was ijzersterk, chef. Ik wist niet hoe je ons uit die laatste zou kunnen redden. Maar je deed het toch. Je was beregoed.’
Het viel Ender op dat hij de verleden tijd gebruikte. Ik was beregoed. ‘Wat ben ik nu, Alai?’
‘Nog steeds beregoed.’
‘Waarin?’
‘In — alles. Er zijn wel een miljoen soldaten die je tot het eind van het heelal zouden willen volgen.’
‘Ik wil niet naar het eind van het heelal.’
‘Nou, waar wil je dan wel heen? Ze volgen je.’
Ik wil naar huis, dacht Ender, maar ik weet niet waar dat is.
Er kwam een eind aan de knallen.
‘Hoor je dat?’zei Alai.
Ze luisterden. De deur ging open. Er stond iemand op de drempel. Een kleine gestalte. ‘Het is afgelopen,’zei hij. Het was Erwt. En als om het te bewijzen ging het licht aan.
‘Hoi, Erwt,’zei Ender.
‘Hoi, Ender.’
Petra stapte achter hem aan naar binnen, hand in hand met Dink. Ze kwamen bij Enders bed staan. ‘Hé, de held is wakker,’zei Dink.
‘Wie heeft gewonnen?’vroeg Ender.
‘Wij, Ender,’zei Erwt. ‘Je was er zelf bij.’
‘Zo krankjorem is hij nou ook weer niet, Erwt. Hij bedoelde wie er nu net heeft gewonnen.’Petra pakte Enders hand. ‘Er was op Aarde een wapenstilstand. Ze hebben dagen zitten onderhandelen. En eindelijk zijn ze overeengekomen om het voorstel van Locke te aanvaarden.’
‘Hij weet niet wat het voorstel van Locke inhoudt —’
‘Het is erg ingewikkeld, maar het komt er op neer dat de I.V. blijft bestaan, maar dat het Warschaupact niet meer meedoet. De mariniers van het Warschaupact gaan dus naar huis. Volgens mij heeft Rusland vooral toegestemd omdat ze met een opstand van de Slavische heloten zitten. Iedereen heeft problemen. Hier kwamen ongeveer vijfhonderd mensen om, maar op Aarde was het erger.’
‘De Hegemoon heeft zijn ambt neergelegd,’zei Dink. ‘Het is daar beneden een gekkenhuis. Wat kan het ons schelen.’
‘Alles in orde?’vroeg Petra terwijl ze even haar hand op zijn hoofd legde. ‘Je liet ons lelijk schrikken. Ze zeiden dat je gek was en wij zeiden dat zij gek waren.’
‘Ik ben gek,’zei Ender. ‘Maar ik geloof dat ik wel in orde ben.’
‘Wanneer ben je tot die conclusie gekomen?’vroeg Alai.
‘Toen ik dacht dat jij me wilde vermoorden en ik besloot om jou dan eerst te vermoorden. Ik zal wel een moordenaar in hart en nieren zijn, maar ik ben toch liever levend dan dood.’
Ze betuigden lachend hun instemming. Toen barstte Ender in tranen uit en sloeg zijn armen om Erwt en Petra heen die het dichtst bij hem stonden. ‘Ik heb jullie zo gemist,’zei hij. ‘Ik wilde jullie zo verschrikkelijk graag zien.’
‘Je zag ons verschrikkelijk,’antwoordde Petra. Ze gaf hem een zoen op zijn wang.
‘Ik zag jullie geweldig,’zei Ender. ‘De lui die ik het hardst nodig had gebruikte ik het eerst op. Slechte planning van mijn kant.’
‘Iedereen is nu weer in orde,’zei Dink. ‘We mankeerden geen van allen iets dat niet genezen kon worden door midden in een oorlog vijf dagen in een verduisterd kamertje zitten schuilen.’
‘Ik hoef jullie bevelhebber toch niet meer te zijn, hè?’vroeg Ender. ‘Ik wil nooit meer iemand commanderen.’
‘Je hoeft helemaal niemand te commanderen,’zei Dink, ‘maar je blijft altijd onze bevelhebber.’
Toen zwegen ze een poosje.
‘Wat gaan we nu doen?’vroeg Alai. ‘De oorlog met de kruiperds is afgelopen en de oorlog op Aarde ook en zelfs de oorlog hier. Wat moeten wij nou verder?’
‘We zijn kinderen,’zei Petra. ‘Misschien sturen ze ons wel naar school. Dat staat in de wet. Je moet naar school tot je zeventiende.’
Daar moesten ze allemaal om lachen. Lachen tot de tranen over hun wangen stroomden.
15. Spreker voor de Doden
Het meer was bladstil; er stond geen zuchtje wind. De twee mannen zaten naast elkaar in stoelen op de drijvende steiger. Een klein houten vlot lag aan de steiger afgemeerd; Graff haakte zijn voet onder het touw en trok het vlot naar zich toe, liet het vervolgens weer wegdrijven en trok het weer naar zich toe.
‘Je bent magerder geworden.’
‘Van de ene soort spanning word ik dik en van de andere word ik weer mager. Ik ben een rasecht chemisch schepsel.’
‘Het zal wel zwaar geweest zijn.’
Graff haalde zijn schouders op. ‘Niet echt. Ik wist dat ik zou worden vrijgesproken.’
‘Sommigen van ons waren daar niet zo zeker van. De mensen waren echt een tijdje volslagen krankzinnig, hoor. Kindermishandeling, doodslag door nalatigheid — die videobanden van het overlijden van Bonzo en Stilson waren behoorlijk gruwelijk. Als je het ene kind dat het andere kind ziet aandoen.’
‘Ik denk juist dat de videobanden min of meer mijn redding waren. De aanklager had erin geknipt, maar wij lieten de hele toestand zien. Het was duidelijk dat Ender niet bepaald de aanstichter was. Daarna was het gewoon een spelletje van bewijs-maar-dat-het-anders-had-gekund. Ik zei dat ik had gedaan wat naar mijn mening noodzakelijk was voor het behoud van de mensheid en dat het had gewerkt; de rechters waren het met ons eens dat de aanklager onomstotelijk moest bewijzen dat Ender de oorlog ook gewonnen zou hebben zonder de opleiding die wij hem gaven. Daarna was het een fluitje van een cent. De noodzaken van een oorlog.’
‘Het was voor ons in ieder geval een hele opluchting, Graff. Ik weet dat we regelmatig ruzie hadden en ik weet dat de aanklager banden van onze gesprekken als belastend materiaal gebruikte. Maar inmiddels wist ik dat je gelijk had en ik heb aangeboden om voor je te getuigen.’
‘Ik weet het, Anderson. Mijn advocaten hebben het me verteld.’
‘Wat ga je nu doen?’
‘Ik weet het nog niet. Ik luier eerst nog wat. Ik heb een paar jaar aan verlofdagen opgespaard. Genoeg om tot m’n pensionering met vakantie te gaan en ik heb nog hopies ongebruikt salaris op allerlei banken staan. Ik zou van de rente kunnen leven. Misschien ga ik wel helemaal niks doen.’
‘Dat klinkt prettig. Maar ik zou er niet tegen kunnen. Ik heb drie verschillende aanbiedingen gekregen om hoofd van een universiteit te worden, allemaal in de veronderstelling dat ik een onderwijsdeskundige ben. Ze geloven me niet als ik zeg dat het enige waar ik me op de Krijgsschool voor interesseerde, het spel was. Ik denk dat ik maar op het andere aanbod inga.’
‘Bestuurslid van de Sportbond?’
‘Nu de oorlogen achter de rug zijn is het tijd om weer echte wedstrijden te spelen. Het zal trouwens meer op vakantie lijken dan op werk. Er spelen maar achtentwintig ploegen in de bond. Na alle jaren dat ik die kinderen heb zien rondvliegen zal football er alleen wel een beetje uitzien als een stel slakken dat op elkaar knalt.’
Ze moesten lachen. Graff zuchtte en duwde met zijn voet het vlot weg.
‘Dat vlot. Dat kan jou toch niet dragen.’
Graff schudde zijn hoofd. ‘Ender heeft het gebouwd.’
‘Dat is ook zo. Dit is de plek waar je hem mee naar toe hebt genomen.’
‘Het hele zaakje is zelfs op zijn naam gezet. Ik heb ervoor gezorgd dat hij ruimschoots beloond werd. Hij krijgt al het geld dat hij ooit nodig zal hebben.’