Выбрать главу

Nynaeve had naar Siuan staan kijken en opeens kwam er een idee bij haar op. ‘Jullie wisten het al, nietwaar, van dat gezantschap, wat dat ook is? Jullie twee spelen altijd onder één hoedje met Sheriam en haar kring.’ De Zaal werd wel geacht het hoogste gezag te zijn totdat er een Amyrlin was gekozen, maar Sheriam en het handjevol andere Aes Sedai dat na aankomst in Salidar alles had opgezet, hield nog steeds feitelijk de touwtjes in handen. ‘Hoeveel sturen ze er, Siuan?’ Elaynes mond viel open. Ze had hier duidelijk niet bij stilgestaan, waarmee ze verried dat ze behoorlijk van streek was geweest. Gewoonlijk zag zij de kleinigheden die Nynaeve niet opvielen.

Siuan ontkende niets. Sinds ze gesust was, kon ze liegen als een wolkoopman, maar als ze besloot heel open te praten, was ze even onomwonden als een klap in je gezicht. ‘Negen. Voldoende om de Herrezen Draak eer te betonen – viskuit nog aan toe, een gezantschap naar een koning bestaat zelden uit meer dan drie zusters – maar niet genoeg om hem bang te maken. Als hij inmiddels voldoende heeft opgestoken om bevreesd te zijn.’

‘Jullie kunnen maar beter hopen van wel,’ zei Elayne koel. ‘Als hij dat niet is, zijn die negen er acht te veel.’

Dertien was het gevaarlijke aantal. Rhand was sterk, misschien wel de sterkste geleider sinds het Breken, maar dertien verbonden Aes Sedai konden hem overweldigen, hem van saidin afschermen en gevangennemen. Dertien waren nodig om een geleider te stillen, hoewel Nynaeve vermoedde dat dit aantal meer gewoonte was dan noodzaak. De Aes Sedai deden heel wat dingen omdat dat nu eenmaal de gewoonte was.

Siuans glimlach was niet plezierig, ik vraag me af waarom niemand anders eraan gedacht heeft. Denk na, meisje! Sheriam doet dat wel, de Zaal eveneens. De eerste stap zal zijn dat slechts één hem benadert en hij zal niet door meer zusters worden bezocht dan waarmee hij instemt. Hij zal evenwel vernemen dat er negen zijn gekomen en iemand zal hem zeker duidelijk maken dat zoiets een grote eer betekent.’ ik begrijp het,’ zei Elayne kleintjes, ik had eraan moeten denken dat iemand van jullie dat zou beseffen. Het spijt me.’ Dat was ook een goede trek van haar. Ze kon even koppig zijn als een schele muilezel, maar wanneer ze haar ongelijk bekende, gaf ze dat even vriendelijk toe als elke dorpsvrouw. Heel ongewoon voor iemand van adel. ‘Min gaat ook,’ zei Leane. ‘Haar... gave kan Rhand Altor van nut zijn. Daar weten de zusters natuurlijk niets van. Ze bewaart haar geheimen goed.’ Alsof dat het enige belangrijke was.

‘Ik begrijp het,’ zei Elayne wederom, heel effen nu. Ze probeerde wat opgewekter te praten, een jammerlijke mislukking. ‘Nou ja, ik zie dat jullie bezig zijn met... met Marigan. Ik wilde jullie niet storen. Neem me niet kwalijk, laat me jullie niet ophouden.’ Ze was al weg voor Nynaeve iets kon zeggen en de deur sloeg achter de erfdochter dicht. Nynaeve plantte zich boos voor Leane. ik dacht dat Siuan de gemeenste van jullie twee was, maar dit was kwaadaardig.’ Siuan gaf antwoord. ‘Wanneer twee vrouwen van dezelfde man houden, geeft dat moeilijkheden en wanneer die man Rhand Altor is... Het Licht mag weten hoe zijn geestelijke gezondheid is en welke koers die voor hem uitzet. Als er gekrabd moet worden en aan haren getrokken, kunnen ze dat beter hier doen.’

Onwillekeurig had Nynaeves hand haar vlecht gegrepen en over haar schouder gegooid, ik moet...’ Het probleem was dat ze maar weinig kon doen, niets wat enig verschil maakte. ‘We gaan verder waar we gebleven waren toen Elayne binnenkwam. Maar Siuan... Als jullie haar ooit nog zoiets aandoen,’ – of mij, bedacht ze – ‘zorg ik dat jullie er spijt van krijgen... Waar denken jullie heen te gaan?’ Siuan had haar stoel achteruitgeschoven en was opgestaan, en Leane had na een blik op haar hetzelfde gedaan.

‘We hebben nog werk te doen,’ zei Siuan kortaf, en ze liep reeds naar de deur.

‘Je hebt beloofd je beschikbaar te houden, Siuan. Dat heeft Sheriam je opgedragen.’ Sheriam vond het eigenlijk net zo’n tijdverspilling als Siuan, maar Elayne en Nynaeve hadden zekere gunsten verdiend. Waaronder het gebruik van Marigan als dienstmeisje, zodat ze als Aanvaarden meer tijd hadden voor hun studie.

Siuan keek haar bij de deur vermaakt aan. ‘Wil je misschien een klacht indienen? En haar uitleggen met welk onderzoek je bezig bent? Ik wil vanavond tijd met Marigan; ik heb nog enkele vragen.’ Toen Siuan was vertrokken, zei Leane bedroefd: ‘Het zou fijn zijn om verder te gaan, Nynaeve, maar we moeten doen wat we kunnen. Waarom probeer je het niet bij Logain?’ Waarna zij eveneens vertrok. Nynaeve keek woest. Van haar studie van Logain had ze nog minder opgestoken dan van de twee vrouwen. Ze wist niet eens meer zeker óf ze iets van hem kon leren. Bovendien wilde ze een gestilde man niet helen. Hij maakte haar in ieder geval zenuwachtig. ‘Jullie bijten elkaar als ratten in een kooi,’ zei Marigan. ‘Je hebt al zoveel bewijzen dat je aan de verliezende kant staat. Misschien behoor je andere... keuzes te overwegen.’

‘Hou je smerige bek!’ Nynaeve keek haar woedend aan. ‘Kop dicht, bloedvuur!’ Nog steeds stroomde er vrees door de armband, maar er was ook iets anders, iets wat zo zwak was dat het bijna niet te onderscheiden was. Een flauw vonkje hoop, wellicht. ‘Het Licht moge je verzengen.’

De vrouw heette niet Marigan, maar Moghedien. Een Verzaker, in de val gelopen door haar eigen verwaande trots, die hier midden tussen de Aes Sedai gevangen werd gehouden. Er woonden hier slechts vijf vrouwen die dat wisten, geen van hen Aes Sedai, maar het geheimhouden van Moghediens naam was pure noodzaak. De misdaden van de Verzaker zouden zonder twijfel tot haar terechtstelling leiden, even zeker als de zon ’s morgens opkwam. Siuan was het ermee eens: voor iedere Aes Sedai die vóór afwachten zou stemmen, zo er al een te vinden was, zouden tien onmiddellijk gerechtigheid eisen. En in haar naamloze graf zou tevens haar kennis van de Eeuw der Legenden verdwijnen, toen er dingen met de Ene Kracht werden gedaan waarvan men nu slechts kon dromen. Nynaeve was er niet zeker van of ze de helft geloofde van wat die vrouw erover vertelde. In ieder geval begreep ze er niet veel van.

Inlichtingen uit Moghedien delven was niet gemakkelijk. Soms was het net als met Heling. Moghedien had nooit veel belangstelling gehad voor zaken waar ze geen voordeel van had, voordelen die het liefst zo snel mogelijk gewonnen dienden te worden. Het was niet erg waarschijnlijk dat ze de waarheid sprak; Nynaeve vermoedde dat ze een soort oplichtster was geweest voor ze haar ziel aan de Duistere schonk. Soms wisten zij en Elayne gewoon niet welke vragen ze moesten stellen. En Moghedien gaf zelden iets weg. Desondanks waren ze veel te weten gekomen en ze hadden het meeste aan de Aes Sedai doorgegeven. Natuurlijk als resultaat van hun studie en onderzoek als Aanvaarden. Het had hun veel aanzien opgeleverd.

Zij en Elayne hadden die kennis het liefst voor zich gehouden, maar Birgitte had er vanaf het begin van geweten en Siuan en Leane moest het worden verteld. Siuan wist zoveel van de omstandigheden die tot de gevangenname van Moghedien hadden geleid, dat ze volledige uitleg had geëist en ze beschikte over het breekijzer om die te krijgen. Nynaeve en Elayne kenden enkele geheimen van Siuan en Leane, maar zij leken alles van Elayne en haar te weten, afgezien van de waarheid over Birgitte. Het schiep een wankel evenwicht, waarbij Siuan en Leane in het voordeel waren. Bovendien sloegen Moghediens onthullingen nu en dan op mogelijke plannetjes van Duistervrienden en bevatten ze aanwijzingen over de plannen van de andere Verzakers. Dit soort zaken kon alleen worden doorgegeven wanneer ze zogenaamd van de ogen-en-oren van Siuan en Leane kwamen. Ze zei echter niets over de Zwarte Ajah – dat zat diep verborgen en was lang ontkend – hoewel Siuan daar de grootste belangstelling voor toonde. Ze had een afschuw van Duistervrienden, maar louter het idee dat Aes Sedai zich aan de dienst van de Duistere wijdden, vond ze zo erg dat haar boosheid omsloeg in ijzige woede. Moghedien beweerde dat ze te bang was geweest om ook maar in de buurt van Aes Sedai te komen, en dat wilden ze wel aannemen. Deze vrouw werd voortdurend geplaagd door angst. Het was geen wonder dat ze de Spin werd genoemd, zo vaak had ze zich in de schaduwen verborgen gehouden. Alles bijeengenomen vormde ze zo’n waardevolle schatkist dat ze niet aan de beul mocht worden overgeleverd, al zouden de meeste Aes Sedai daar anders over denken. Die zouden weigeren ook maar iets van haar kennis aan te nemen of te vertrouwen.