‘Wat wenst gij, meesteres Maya?’
‘Vertel eens wat van het Progressivisme, Tak van de Archieven.’
Tak strekte zijn grote magere lichaam achterover in zijn stoel.
De databanken achter hem waren niet in gebruik en zeldzame oorkonden vulden de lange, hoge boekenplanken met hun kleurrijke banden en de lucht met hun muffe geur. Zijn ogen gleden over de dame die voor hem stond. Hij glimlachte en schudde zijn hoofd. Haar ogen straalden ongeduld uit, ze droeg een strakzittende groene japon, haar haren waren onbeschaamd rood en zij had sproeten op haar neus en haar ronde wangen. Haar heupen en schouders waren breed en haar slanke middel stak scherp daartegen af. ‘Waarom schud je je hoofd? Iedereen komt toch voor inlichtingen naar jou toe.
‘U bent jong, meesteres. Als ik me niet vergis, liggen er drie incarnaties achter u. Ik ben er zeker van dat u in dit stadium van uw carrière niet wenst voor te komen op de speciale lijst van jongeren die deze kennis zoeken.’
‘Lijst?’
‘Ja, lijst.’
‘Waarom wordt er een lijst aangelegd van degenen die dergelijke informaties inwinnen?’
Tak haalde zijn schouders op. ‘Goden verzamelen de vreemdste dingen, en daartoe behoren altijd lijsten.’
‘Ik heb altijd gehoord dat het Progressivisme dood is.’
‘Waarom dan die plotselinge belangstelling in de doden?’ Ze lachte en haar groene ogen boorden zich in zijn grijze. Om hem heen losten de Archieven zich op en hij stond in de balzaal, halverwege de Mijlenhoge Piek. Het was nacht, al zo laat, dat het weldra ochtend zou worden. Er was kennelijk al geruime tijd een feest aan de gang; maar in de hoek van de zaal had zich een groep afgescheiden, waarvan hij deel uitmaakte. Ze leunden tegen de muur of ze zaten, en allen luisterden naar de korte, donkere, stevige man die naast godin Kali stond te praten. Dat was Sam, de Grote Ziel, de Boeddha, die zojuist met zijn bewaker was aangekomen. Hij sprak over het Boeddhisme en het Progressivisme, en over de dagen van de bedwinging en de Hellebron en de godslasteringen van Heer Siddhartha in de stad Mahartha bij de zee. Hij sprak, zijn stem leefde, hypnotiseerde, hij straalde kracht uit en vertrouwen en warmte. Zijn woorden kabbelden voort en allen rondom hem verloren langzaam het bewustzijn en zakten om hem heen in elkaar. Alle vrouwen waren nogal lelijk, met uitzondering van Maya, die giechelde en in haar handen klapte en daarmee de Archieven weer om hem heen deed verrijzen en Tak weer in zijn stoel terugbracht, nog steeds met een glimlach rond zijn lippen.
‘Waarom dan die plotselinge belangstelling in de doden?’ herhaalde hij. ‘Die is niet dood!’
‘O nee?’ zei Tak. ‘Is-ie dat niet? . . . Meesteres Maya, hij was dood op het moment dat hij een voet binnen de Hemelse Stad zette. Vergeet hem. Vergeet zijn woorden. Doe alsof hij nooit bestaan heeft. Laat van hem geen spoor achter in uw geest. Eens zult gij verjonging vragen; weet dan dat de Meesters van Karma in iedere geest die hun hal passeert’ naar deze man zullen zoeken. De Boeddha en zijn woorden zijn een doorn in de ogen der goden.’
‘Maar waarom?’
‘Hij is een bommengooiende anarchist, een langharig stuk revolutionair met als enig doel de Hemel af te breken. Als u meer wetenschappelijke inlichtingen wenst, zal ik de machines moeten inschakelen om de gegevens te verstrekken. Zoudt u daarvoor een opdracht willen ondertekenen?’
‘Nee…’
‘Zet hem dan uit uw hoofd en sluit de deur af.’
‘Is hij werkelijk zo slecht?’
‘Nog erger.’
‘Waarom glimlach je dan steeds?’
‘Omdat ik niet zo’n ernstige man ben. Mijn persoon staat los van mijn boodschap. Neem die dus ter harte.’
‘Jij schijnt er alles van te weten. Staan de archivarissen zelf dan niet op die lijsten?’
‘O jawel. Mijn naam staat bovenaan. Maar niet omdat ik archivaris ben. Hij is mijn vader.’
‘Je vader?’
‘Ja. Maar u spreekt als iemand die nog zeer jong is. Ik betwijfel het zelfs of hij er zich van bewust is dat hij mijn vader is. Wat betekent vaderschap voor goden die een reeks lichamen bewonen, tientallen nakomelingen krijgen bij anderen die eveneens hun lichamen vier- of vijfmaal in een eeuw wijzigen? Ik ben de zoon van een lichaam dat hij eens bewoonde, geboren uit een ander die ook door vele lichamen ging en ikzelf leef al niet meer in hetzelfde lichaam als waarin ik geboren werd. De verwantschap is daarom nogal ongrijpbaar en slechts interessant op het gebied van de speculatieve metafysica. Wat is de ware vader van een man? De omstandigheden die de twee lichamen waaruit hij voort kwam samenbrachten? Was het soms het feit dat op een bepaald ogenblik die twee elkaar boven alles liefhadden? Als dat zo is, waarom? Was het eenvoudig de vleselijke honger, of nieuwsgierigheid, of wil? Of was het nog iets anders? Medelijden? Eenzaamheid? Het verlangen te overheersen? Welk gevoel of welke gedachte was de vader van het lichaam waarin ik voor het eerst tot bewustzijn kwam? Ik weet dat de man die dat bepaalde vaderlichaam op dat bepaalde ogenblik bewoonde een gecompliceerde en machtige persoonlijkheid is. Chromosomen betekenen niets voor ons, echt niet. Wanneer we leven, dragen we die kenmerken niet door de eeuwen heen. We erven in feite helemaal niets, behalve af en toe schenkingen van eigendommen en geld. Op de lange duur betekenen de lichamen zo weinig, dat het veel interessanter is te mijmeren over de geestelijke processen die ons uit de chaos rukten. Ik ben blij dat hij het was die me in leven riep en vaak gis ik naar de redenen. Ik zie u plotseling bleek worden, meesteres. Ik wilde u niet schokken met dit gepraat, alleen maar uw nieuwsgierigheid enigszins tevredenstellen en in uw geest iets overbrengen van de gedachten die wij ouden over dit soort zaken hebben. Eens komt er een dag dat u dergelijke zaken ook zo zult bekijken. Maar het spijt me dat u zo bedroefd kijkt.
Gaat u alstublieft zitten. Vergeef me mijn gebabbel. Gij zijt de Meesteres van Illusie. Zijn de dingen waarover ik gesproken heb niet verwant aan het materiaal waarmee u werkt? Ik weet zeker dat u uit de manier waarop ik spreek kunt afleiden waarom mijn naam als eerste op de lijst voorkomt. Het is een geval van heldenverering vermoed ik. Mijn schepper is een zeer voorname “persoonlijkheid … Nu bloost u een beetje. Wilt u misschien wat kouds drinken?
Wacht dan even … Hier. Drink maar eens. En wat het Progressivisme betreft.. . dat is een simpele leer van gelijkberechtiging. Het stelt zich ten doel dat wij van de Hemel iets van onze kennis en macht en inhoud afgeven aan degenen die beneden wonen. Die liefdadigheid zou tenslotte leiden tot de verhoging van hun levensstandaard, gelijkend op die welke wij zelf bezitten. Dan zou iedere man als een god zijn, begrijpt u? Het resultaat daarvan zou natuurlijk zijn dat er niet langer goden zouden bestaan, alleen maar mensen. We zouden hun de kennis van wetenschap en kunst geven waarover wij beschikken, en door dat te doen zouden wij hun eenvoudige geloof vernietigen en de basis voor hun hoop wordt weggenomen dat alles later beter wordt, want de beste manier om geloof of hoop te vernietigen is ze te realiseren. Waarom zouden wij de mens veroorloven collectief deze last van goddelijkheid te dragen zoals de Progressivisten wensten, wanneer wij het hun individueel toestaan, wanneer ze dat tenminste verdienen? In zijn zestigste levensjaar verschijnt de mens in de Hal van Karma. Hij wordt geoordeeld en als hij goed gedaan heeft, de regels en bepalingen van zijn kaste heeft nageleefd, de juiste gehoor zaamheid aan de Hemel heeft betracht, op intellectueel en moreel gebied vooruit is gekomen, dan wordt die man gereïncarneerd in een hogere kaste en soms ontvangt hij goddelijkheid en komt hij hier in de Stad wonen. Ieder mens ontvangt tenslotte wat hij verdient — ongelukken natuurlijk voorbehouden — en zo kan ieder mens de goddelijke erfenis bemachtigen die de ambitieuze Progressivisten als uitverkoop je aan iedereen willen aanbieden, ook aan hen die daartoe nog niet gereed zijn. U ziet dat die houding vreselijk onrechtvaardig en proletarisch georiënteerd was. Wat zij werkelijk wensten was een vermindering der eisen voor toelating tot de goddelijkheid. En die eisen zijn noodzakelijkerwijs streng. Zoudt gij de macht van Sjiva of Yama of Agni in de handen van een kind willen leggen? Wanneer gij geen dwaas zijt, wenst gij dat niet. Tenzij u op een morgen wakker zou willen worden om te constateren dat de wereld niet meer bestaat. En dat is het wat de Progressivisten tot stand gebracht zouden hebben en daarom werden zij tot staan gebracht. Nu weet u alles over het Progressivisme … O, wat ziet u er verhit uit. Zal ik uw gewaad weghangen en nog iets te drinken voor u halen? .. . Uitstekend … Waar waren we ook al weer, Maya? Oh ja, toen werden ze gemeen … want de Progressivisten gaven volmondig toe dat alles wat ik zojuist heb gezegd waar was, maar beweerden dat het systeem corrupt is. Zij strooiden lasterpraatjes rond over de eerlijkheid van degenen die beslisten over reïncarnatie.