Matthias stommelde naar binnen met een paar papieren in zijn ene hand en ging op de chique bank zitten. Hij maakte met een overdreven handgebaar duidelijk dat zij ook iets dergelijks moesten doen. Þóra ging in de leunstoel zitten en Gunnar liep naar de bank tegenover Matthias, waar hij plaatsnam. Þóra legde wat Gunnar kwam doen uit aan Matthias, die slechts bijna letterlijk herhaalde wat Þóra gezegd had: hij was het document niet tegengekomen, maar dat betekende zeker niet dat het hier niet te vinden was. Vervolgens legde hij de papieren op de tafel. Hij richtte zich tot Gunnar: ‘U had de supervisie over Haralds scriptie, heb ik dat juist?’
‘Nee en ja, min of meer,’ antwoordde Gunnar op zijn hoede.
‘O?’ zei Matthias kortaf. ‘Is soms niet duidelijk wie studenten bij hun scriptie begeleidt?’
‘Natuurlijk wel,’ antwoordde Gunnar vlug. ‘Hij was alleen niet zo flitsend van start gegaan dat er supervisie van het vakgroepshoofd nodig was; dat bedoelde ik er gewoon mee. Þorbjörn Ólafsson had de begeleiding op zich genomen. Ik volgde alles van een afstandje, als je het zo zou kunnen zeggen.’
‘Ik begrijp het. Maar hij had waarschijnlijk al een eerdere aanzet of een idee voor het onderwerp van zijn onderzoek voorgesteld, nietwaar?’
‘Ja, hij had een zogenaamde synopsis of samenvatting ingeleverd, als ik me goed herinner meteen aan het begin van zijn eerste trimester in de vakgroep. We namen het onderwerp door en keurden het in grote lijnen goed. Þorbjörn ging ermee verder: het onderwerp lag op zijn gebied.’
‘Waarover moest de scriptie gaan?’ vroeg Þóra.
‘Een vergelijking van heksenverbrandingen op IJsland en elders in Europa, hoofdzakelijk in de gebieden die we nu als Duitsland kennen. Daar laaide de hetze tegen heksen het hoogst op, als je het zo mag uitdrukken. Harald had eerder onderzoek over verbrandingen gedaan in zijn geschiedenisscriptie aan de universiteit van München.’
Matthias knikte nadenkend. ‘Heb ik het goed dat heksenverbrandingen op IJsland in de zeventiende eeuw plaatsvonden?’
‘Ja. Er zijn trouwens bronnen over mensen die vóór die tijd voor hekserij veroordeeld werden, maar de eigenlijke heksenjacht begon niet eerder dan in de zeventiende eeuw. De eerste verbranding die in verband daarmee bekend is, vond in 1625 plaats.’
‘Ja, dat dacht ik namelijk al,’ zei Matthias en hij deed verbaasd. Hij spreidde de papieren die hij op de tafel gelegd had, uit. ‘Ik vind dat er wonderbaarlijk weinig over IJslandse heksenverbrandingen tussen Haralds spullen zit en ik begrijp niet waarom hij zoveel belangstelling had voor gebeurtenissen die lang geleden plaatsvonden. U kunt me dat misschien uitleggen; misschien ziet u een verband dat ons ontgaat?’
‘Welke gebeurtenissen bedoelt u?’ vroeg Gunnar, terwijl hij de papieren wilde pakken, die uit geprinte en gekopieerde artikelen bestonden.
Terwijl Gunnar de papieren doorlas, somde Matthias ze op: ‘Een uitbarsting van de Hekla in 1510, epidemieën in Denemarken rond 1500, de reformatie in 1550, de grotten van de Ierse monniken op IJsland van vóór de kolonisatie en meer van dien aard. Ik persoonlijk zie geen enkel verband, maar ik ben dan ook geen historicus.’
Gunnar bladerde verder. Nadat hij de inhoud van alle papieren had bestudeerd, sprak hij pas weer. ‘Het is in geen geval zo dat dat allemaal direct verband houdt met zijn scriptie. Harald had toch aan die artikelen kunnen komen voor andere colleges waarvoor hij ingeschreven stond. Ik moet eerlijk bekennen dat kolonisatie mijn aandachtsgebied is en Harald heeft geen college bij mij gevolgd, wat dat artikel over die Ierse monniken op IJsland misschien had kunnen verklaren. Niettemin veronderstel ik dat deze spullen te maken hebben met cursussen die hij naast zijn scriptie gevolgd heeft.’
Matthias keek Gunnar strak aan. ‘Nee, dat is niet het gevaclass="underline" het merendeel hiervan komt uit een map met de titel Malleus; die naam kent u waarschijnlijk.’ Matthias wees op perforatiegaten in de marges van de pagina’s. ‘Ik heb dus de conclusie getrokken dat hij dit allemaal verzameld heeft voor onderzoek naar iets wat met toverij te maken heeft.’
‘Ja, die naam is mij bekend. Zou het niet zo kunnen zijn dat hij dit gewoon in een oude map gestopt heeft en vergeten heeft om de titel te veranderen?’ vroeg Gunnar.
‘Ongetwijfeld,’ antwoordde Matthias. ‘Maar op een of andere manier geloof ik niet dat het zo gegaan is.’
Gunnar keek weer naar de stapel. ‘Ik moet toegeven dat dat niet voor de hand ligt. Het enige wat ik zo op het eerste gezicht kan zien, zijn links met de reformatie: die lag tot op zekere hoogte ten grondslag aan de hetze tegen heksen, zoals op veel plaatsen in Europa. De godsdienst onderging veranderingen en de mensen zaten door de ontwikkelingen in een halve geloofscrisis. Wat de uitbarsting van de Hekla en de epidemieën aangaat heeft Harald misschien een verband met de vervolgingen en de economische situatie van die tijd onderzocht. Natuurrampen en ziekten hadden in die tijd veel invloed op zulke dingen. Hoewel het meer voor de hand zou liggen om andere vulkaanuitbarstingen – bijvoorbeeld die van de Hekla in 1636 – en andere epidemieën die in tijd veel dichter bij de verbrandingen zitten, nader te onderzoeken dan die waarover het in deze artikelen gaat.’ Hij klopte zachtjes op de stapel.
‘Dus dit is niet iets wat hij met u of met Þorbjörn besproken heeft, wanneer u vanwege de scriptie een afspraak met elkaar had?’ vroeg Þóra.
‘Nee, niet met mij. Þorbjörn herinnerde zich ook niets dergelijks van een afspraak die hij zonder mij met Harald had,’ antwoordde Gunnar en hij zei er achteraan: ‘Zoals ik u al vertelde zat het onderwerp van Haralds scriptie nog in een ontwikkelingsstadium. Zijn aandachtspunten schenen te verschuiven: hij gaf Þorbjörn duidelijk te kennen dat hij veel meer interesse in de invloed van de reformatie dan in de heksenverbrandingen had, hoewel er nog niets besloten was toen hij vermoord werd.’
‘Is dat gebruikelijk,’ vroeg Þóra, ‘om zo van mening te veranderen?’
Gunnar knikte. ‘Ja, dat is heel normaal. Mensen beginnen vol interesse ergens aan, komen vervolgens tot de ontdekking dat het onderwerp helemaal niet zo spannend is als ze op het eerste gezicht dachten en dan kiezen ze een nieuw onderwerp. We hebben trouwens een lange lijst met interessante onderwerpen voor onderzoek die we onze studenten kunnen aanbieden om uit te kiezen, wanneer het hun zelf aan ideeën ontbreekt.’
‘Gezien Haralds interesse in heksenaangelegenheden in het algemeen,’ zei Matthias en hij wees om zich heen naar de wanden van de woonkamer om zijn woorden kracht bij te zetten, ‘een belangstelling die hij al vanaf zijn jeugd had, waag ik het toch te betwijfelen dat de reformatie hem opeens veel meer interesseerde.’
‘Harald was katholiek, zoals u ongetwijfeld bekend is,’ zei Gunnar en Þóra en Matthias knikten instemmend. ‘Wat hem aantrok was niet in de laatste plaats het feit dat de economische situatie van de gemiddelde mens op IJsland die het lutherse geloof aanhing vanaf 1550 snel achteruitging, met name van diegenen die al in de slechtste omstandigheden woonden. De katholieke Kerk had al zijn bezittingen in het land onderhouden, maar bij de reformatie kwamen alle bezittingen en grond van de Kerk in bezit van de Deense koning en het land werd als gevolg daarvan armer. De katholieke Kerk had ook liefdadigheidswerk verricht en mensen die in de grootste armoede leefden, onderdak en eten gegeven. Daarin werd gesneden toen de lutherse Kerk het overnam. Harald vond dit wel wat aandacht waard, omdat de katholieke Kerk zelden vanuit dit oogpunt belicht is. Hij was er ook door gefascineerd dat katholieke priesters en bisschoppen vriendinnen en kinderen mochten hebben. Dat werd in andere katholieke bisdommen in Europa niet getolereerd en wordt het trouwens nog steeds niet.’
Matthias scheen niet overtuigd. ‘Ja, misschien. Is het mogelijk dat zijn bijeenkomsten met die Þorbjörn niet erg grondig waren, dat Harald iets meer in zijn onderzoek betrok waarvan Þorbjörn en waarschijnlijk ook u niets afwist?’