Bingo! De computer liet het welbekende Windows-melodietje horen en Þóra was ingelogd. Ze bedacht hoeveel tijd de politie nodig had gehad om het wachtwoord te vinden en begreep dat ze wel een of andere computerexpert moesten hebben, die er via een omweg in gekomen was. Het kon haast niet dat ze er uren aan gezeten hadden en het steeds weer geprobeerd hadden. Het wallpaper op het scherm was nogal ongewoon en het kostte Þóra wat tijd om te begrijpen wat erop stond. Het gebeurde immers niet elke dag dat ze op een zeventien-inch beeldscherm in een mondholte keek. En wat voor een mondholte, want de tong zat aan weerszijden in twee tangen van roestvrij staal geklemd en er had zich een vuurrode scheidslijn over de punt of liever gezegd punten van de tong gevormd. Hoewel Þóra van zulke dingen misselijk werd, was haar in elk geval duidelijk dat de foto genomen was toen men bezig was de tong in te snijden. Of de operatie was aan de gang óf hij was net afgerond. Þóra had met wie ook maar een weddenschap willen afsluiten over wie de eigenaar van de tong was. Dat moest Harald zelf geweest zijn. Ze haalde aan aantal keren diep adem om van de misselijkheid af te komen.
Op de computer stonden een kleine vierhonderd tekstbestanden. Þóra rangschikte ze naar datum, waardoor de jongste het eerst verschenen. Hun titels waren verhelderend: op de eerste regel stonden documenten gerangschikt die allemaal gemeen hadden dat het woord Hexen erin voorkwam. Aangezien het al laat geworden was, pakte Þóra haar usb-stick uit haar handtas. Ze kopieerde alle heksendocumenten naar de stick, zodat ze die avond thuis in alle rust de bestanden kon bekijken, als Matthias haar in vertrouwen zou nemen en zou vertellen wat de familie Guntlieb haar eerder op dit punt verzwegen had. Als hij dat niet zou doen, dan was ze van plan de avond te verdoen met uitrekenen of ze het zich echt niet kon veroorloven hun te zeggen dat ze naar de pomp konden lopen. Kort gezegd: ze had er geen zin in om voor spek en bonen te werken.
Er was nog geen teken van Matthias en Þóra besloot te kijken wat voor gescande documenten op de computer te vinden waren. Ze vroeg het apparaat heel keurig om alle documenten te vinden die op .pdf eindigden, en dat leverde een stuk of zestig bestanden op. Ze ordende ze op datum, kopieerde de meest recente en zette die op haar usb-stick. Ze zou vanavond nog genoeg te doen hebben, dat stond vast. Þóra kwam vervolgens op het idee om foto’s die in de computer stonden te bekijken en opende de map met fotobestanden. Harald had duidelijk een digitale camera gehad en er flink gebruik van gemaakt. Er verschenen honderd bestanden, maar hun titels zeiden Þóra niets, aangezien de computer de bestanden een serie willekeurige nummers toegekend had. Harald was er nog niet aan begonnen de namen van die bestanden te veranderen; net zomin als Þóra, wanneer ze op haar eigen computer foto’s opsloeg. Ze koos ervoor de bestanden steekproefsgewijs te bekijken, zodat ze tot op zekere hoogte kon bepalen wat er op welke foto stond. Net als eerder rangschikte ze ze op datum. Þóra zag dat de meest recente foto’s in de woning genomen waren. De onderwerpen waren wat vreemd: op een paar stond niets bijzonders, de meeste waren in de keuken genomen tijdens het koken, dat van alle kanten belicht werd. Er stond niemand op de foto’s, maar op twee vielen handen te onderscheiden en Þóra kopieerde die naar haar usb-stick voor het geval de handen bij de moordenaar hoorden. Je kon maar nooit weten. Die foto’s van een geweldig pastagerecht in diverse stadia liet ze voor wat ze waren.
Þóra liep de foto’s langs en zag dat veel nogal ongelukkig genomen waren voor degenen die erop stonden: ze waren genomen tijdens diverse seksuele activiteiten. Þóra kleurde rood van plaatsvervangende schaamte voor de deelnemers, nadat ze meer van dit soort foto’s op het beeldscherm voorbij had zien komen. Ze kreeg het niet over haar hart om ze te vergroten – hoewel ze het vreselijk graag wilde – uit angst dat Matthias binnenkwam om te kijken wat ze deed. Vervolgens stuitte Þóra op een heleboel foto’s van de tongoperatie, waaronder ook de foto die Harald als achtergrond voor zijn desktop gekozen had. Er viel niet op te maken wie erbij aanwezig waren geweest, maar je kon een paar buiken zien en dus kopieerde Þóra die foto’s naar haar usb-stick. Andere foto’s waren allerlei kiekjes van feesten waarop veel gaande was, en daartussen zaten – totaal onverwacht – foto’s van de IJslandse natuur en van reizen door het binnenland. Een paar waren erg donker en lieten niets anders dan grijze rotswanden zien; toen Þóra een van de foto’s vergrootte, dacht ze een duidelijk kruis te zien dat uitgehouwen was in een van de rotswanden. Een heleboel foto’s waren genomen in een plaatsje dat Þóra niet herkende: veel ervan in een museum waarin naar het scheen een handschrift tentoongesteld werd en verder een steen van doleriet in een vitrine. Een van die foto’s was van een bordje; Þóra vergrootte hem in de hoop dat er op het bordje stond om welk museum het ging, maar ze werd teleurgesteld: er stond alleen ‘Verboden foto’s te nemen’. Þóra besloot de rest van de foto’s niet te bekijken: ze was bij tamelijk oude kiekjes aanbeland, die nauwelijks met de zaak te maken konden hebben. Ze bekeek de e-mail om te zien wat die nog verborgen hield. In de inbox lagen zeven ongeopende berichten te wachten. Waarschijnlijk waren er meer berichten binnengekomen sinds Harald vermoord werd, maar die moest de politie wel gezien en geopend hebben.
Matthias kwam binnen en Þóra keek op van de computer. Hij ging weer op zijn stoel zitten en glimlachte mysterieus. ‘En?’ zei ze vragend en ze wachtte op wat ging komen.
‘Also,’ zei Matthias en hij leunde naar achteren. Hij steunde met zijn ellebogen op zijn knieën en vouwde zijn handen in elkaar, alsof hij wilde gaan bidden. ‘Voordat ik je vertel wat jij zo nodig denkt te moeten weten,’ – hij legde op elk woord nadruk – ‘moet je me één ding beloven.’
‘En dat is?’ vroeg Þóra, terwijl ze het antwoord al wist.
‘Wat ik je ga vertellen is absoluut geheim en moet tussen ons blijven. Voordat ik het je vertel, moet ik bevestiging van je hebben dat je dit respecteert. Begrepen?’
‘Hoe moet ik weten of ik zo’n belofte kan houden, als ik geen idee heb waarover het gaat?’
Matthias haalde zijn schouders op. ‘Dat risico moet je dan maar nemen. Ik kan je eerlijk zeggen dat je het waarschijnlijk verder wilt vertellen; dat zeg ik zodat je weet dat ik je niet in een of andere val wil lokken.’
‘Aan wie zou ik het verder willen vertellen?’ vroeg Þóra. ‘Dat wil ik dan wel weten.’
‘De politie,’ antwoordde Matthias zonder te aarzelen.
‘Dus jij of Haralds familie beschikt over informatie die van groot belang voor de zaak zou kunnen zijn, maar hebt ervoor gekozen om dat geheim te houden? Heb ik dat nu goed begrepen?’
‘Mmm, ja,’ antwoordde Matthias.
‘Ik zal erover nadenken,’ zei Þóra. Ze dacht erover na. Ze verwachtte dat een of ander protocol haar ertoe kon verplichten om de autoriteiten in kennis te stellen van dingen die van openbaar belang konden zijn. Ze zou dit aanbod moeten afslaan en de politie ervan op de hoogte moeten brengen dat Matthias bewijsstukken achterhield of iets anders in verband met deze moordzaak. Aan de andere kant wist ze heel goed dat hij het alleen maar zou ontkennen en dan zou haar aandeel in dit onderzoek ten einde zijn. Dat deed niemand enig goed. Met enige soepelheid zou je echter ook kunnen concluderen dat het haar morele plicht was haar mond te houden en te proberen het raadsel dat voor hen lag naar beste kunnen op te lossen, gewapend met deze fantastische nieuwe informatie. Iedereen blij. Þóra dacht er in stilte over na. Liever een onzekere afloop dan de beste in de huidige situatie: een protocol moest toch op verzachtende omstandigheden berekend zijn, daar het doel de middelen heiligde. En zo niet, dan werd het tijd om het protocol te veranderen.