Выбрать главу

‘Waarom?’ vroeg Matthias.

Halldór haalde zijn schouders weer op. ‘Harald zei dat hij dat geld had en zelf besloot wat hij ermee wilde doen: hij wilde zichzelf niet de dingen ontzeggen waar hij zin in had, alleen omdat zijn vrienden blut waren. Ik vond het vreselijk pijnlijk, maar ik had geen cent en het was ook leuk om bij hem te zijn. Dat was op een of andere manier nooit een probleem. Ik probeerde hem voor zijn hulp terug te betalen door hem met die vertalingen en zo te helpen.’

‘En verder?’ vroeg Matthias.

‘Niets.’ Haralds kaken kleurden nog roder. ‘Er was niets seksueels, als jullie dat denken. Ik was, ben niet van dat soort en Harald ook niet. De meiden waren altijd genoeg voor ons.’

Þóra en Matthias keken elkaar aan. De uitgaven die Halldór nader toelichtte, waren maar peanuts vergeleken bij het bedrag dat verdwenen was. ‘Weet jij iets van een grote investering waar Harald geld in gestoken had, vlak voor de moord?’ vroeg Matthias.

Halldór keek op. De uitdrukking op zijn gezicht wees erop dat hij niets anders dan de waarheid zou zeggen. ‘Nee, geen idee. Hij had daar ook niets over gezegd. Ik had hem de week daarvoor trouwens amper gezien: hij had het nogal druk en ik probeerde mezelf op de universiteit in het gareel te krijgen.’

‘Je weet dus niet wat hij aan het doen was of waarom hij jullie in die periode niet opzocht?’

‘Nee, ik praatte een paar keer aan de telefoon met hem en hij was gewoon niet in een geweldige conditie om iets te ondernemen. Ik weet niet waarom.’

‘Dus je had hem een paar dagen niet gezien, toen hij vermoord werd, of hoe zit dat?’ vroeg Matthias.

‘Nee, ik had alleen over de telefoon met hem gesproken.’

‘Vond je dat niet vreemd of had hij de gewoonte om zich af en toe een paar dagen zo van jullie af te zonderen?’

Halldór dacht hierover na. ‘Ik heb daar toen niet over nagedacht, maar nu u het zegt, was dat inderdaad ongewoon. Was in elk geval niet eerder gebeurd, als ik me goed herinner. Ik vroeg hem wat er aan de hand was en hij zei dat hij gewoon een tijdje op zichzelf moest zijn. Hij was verder opgewekt en zo.’

‘Werd jij niet boos op hem in die periode?’ vroeg Þóra. Dit moest raar geweest zijn voor de jongen: zijn vriend een paar dagen missen zonder nadere uitleg, met name gezien het feit dat ze zoveel met elkaar omgingen.

‘Nee, niet zo. Ik had op de universiteit ook genoeg te doen. Daarnaast draaide ik ook diensten in het ziekenhuis en zo. Ik had dus wel wat anders aan mijn hoofd.’

‘Je werkt in het academisch ziekenhuis in Fossvógur, nietwaar?’ vroeg Þóra. Halldór knikte. ‘Hoe krijg je het voor elkaar om daar te werken, Geneeskunde te studeren en zoveel uit te gaan?’

Halldór haalde zijn schouders op. ‘Het is geen voltijd baan, bij lange na niet. Ik draai een paar diensten als vervanger, dat is alles. Ik werk er ’s zomers en ze bellen me als ze ’s winters erg omhoog zitten. Ziekteverzuim en andere afwezigheid. Wat betreft de universiteit: ik heb mijn zaken goed op orde, wanneer ik aan het studeren ben. Ik heb er nooit op enige manier moeite mee gehad om te studeren.’

‘Wat deed je in het ziekenhuis?’ vroeg Matthias.

‘Van alles. Ik werk als hulp op de operatieafdeling. In feite ben ik gewoon een manusje van alles: ik zorg ervoor dat de instrumenten gesteriliseerd worden na operaties, ruim op en dat soort dingen. Niets bijzonders.’

Matthias keek hem betekenisvol aan. ‘Wat opruimen? Ik vraag gewoon uit pure nieuwsgierigheid: ik weet weinig van ziekenhuizen af.’

‘Gewoon,’ zei Halldór en pakte het pakje sigaretten. ‘Afval en zo.’

‘Ja, oké,’ mompelde Matthias. ‘Hoe heet je baas of iemand met wie we over dit werk kunnen praten, in het bijzonder hoe het geregeld was op de avond dat Harald vermoord werd?’

Halldór pulkte aan een nagelriem aan zijn linkerhand en wist zo te zien niet of, en zo ja, wat hij moest antwoorden. ‘Gunnur Helgadóttir,’ mompelde hij toen chagrijnig. ‘Zij is de hoofdzuster op de operatie-afdeling.’

‘Eén vraag,’ onderbrak Þóra hen, terwijl ze de naam vlug opschreef. ‘Wie heeft de tongoperatie bij Harald uitgevoerd? Dat was jij, of niet soms?’

Halldór stopte met het omslachtige aansteken van zijn sigaret en keek haar schichtig aan. ‘Hoezo? Is dat belangrijk dan?’

‘Ik wil dat graag weten. Harald had foto’s van de operatie op zijn computer en die zijn bij iemand thuis genomen. Je zou denken dat dat iemand was die hij kende. Ons onderzoek heeft niets met die operatie te maken; ik wil het gewoon weten.’

Halldór keek aarzelend van de een naar de ander. Þóra achtte het waarschijnlijk dat hij bij zichzelf aan het overleggen was of er voor de operatie een licentie nodig was of dat ze illegaal was. Hij beet een tijdje op zijn onderlip en zei uiteindelijk: ‘Nee. Ik heb dat niet gedaan.’

‘Mag ik je armen zien?’ vroeg Þóra en ze glimlachte bij de gedachte aan wat Hugi over Halldór verteld had en over zijn spijt over de tatoeages die hij op zijn arm had laten zetten.

‘Waarom?’ vroeg Halldór, terwijl hij op de bank naar achteren leunde om de afstand tussen hen te vergroten.

‘Daarom,’ zei Matthias en hij ging op de rand van zijn stoel zitten. Hij had geen idee waar Þóra heen wilde. ‘Wees nou een aardige jongen en rol je mouwen voor de dame hier op.’

Halldór werd asgrauw in het gezicht. Matthias ging nog verder op de rand van zijn stoel zitten en Halldór leunde nog verder naar achteren. Opeens liet zijn moed hem in de steek. Hij rolde met een bleek gezicht zijn mouwen op. ‘Hier,’ zei hij zuur en hij strekte zijn arm uit.

Þóra stak haar hoofd naar voren en glimlachte. ‘“Crap”?’ zei ze, terwijl ze naar een tatoeage op zijn rechterarm boven de pols keek.

‘Ja, en wat dan nog?’ zei Halldór en hij rolde zijn mouwen weer naar beneden.

‘Nee, het is gewoon merkwaardig,’ antwoordde Þóra. ‘Degene die de operatie op Harald uitvoerde, had precies dezelfde tatoeage.’ Ze glimlachte naar Halldór en wees met haar vinger naar zijn rechterarm. ‘Hoe zit dat?’

‘Niks,’ antwoordde Halldór nors. Hij haalde zijn vingers door zijn haar en wreef over zijn ogen. ‘Oké, ik heb dat gedaan. We waren bij Hugi thuis. Harald had me een hele tijd aan mijn kop zitten zeuren, dat ik het zou uitvoeren en uiteindelijk gaf ik toe. Ik wist instrumenten van het ziekenhuis te lenen en had verdovende middelen achterovergedrukt. Niemand miste ze. Hugi hielp me erbij. Het ging nogal slordig, maar het resultaat was cool.’

Maar niet heus, dacht Þóra. ‘Mijn verstand zegt me dat het ziekenhuis er helemaal niet zo enthousiast over zou zijn, als bekend werd dat je medicijnen gestolen hebt, of wel?’

‘Nee, natuurlijk niet: daarom wil ik wel als laatste dat dit algemeen bekend raakt,’ antwoordde Halldór. ‘Dit is toch niet iets waarvan ik denk dat mensen het over het algemeen zullen begrijpen, en ik wil niet als een of andere gestoorde idioot bestempeld worden.’

Matthias schudde zijn hoofd en besloot toen ineens om van onderwerp te veranderen. ‘Ik wil je naar één ding vragen dat vreemd kan lijken, maar toch. Jij hebt waarschijnlijk een hoop gezopen tijdens al deze toestanden.’ Hij pauzeerde even om Halldór in de ogen te kijken en ging toen verder. ‘Was jij je er op enig moment van bewust dat Harald aan seks deed waarbij de luchtwegen afgekneld worden om het genot te vergroten?’

Halldór werd zo rood als een biet. ‘Daar wil ik het niet over hebben,’ zei hij kortaf.

‘Waarom niet?’ vroeg Matthias. ‘Wie weet heeft dat Harald zijn leven gekost.’

Halldórs knieën gingen op en neer, terwijl hij in de maat met zijn voeten op het glanzende parket tikte. ‘Zo is hij niet doodgegaan,’ zei hij heel zacht.

Þóra nam het woord. ‘Wat weet jij daarvan?’