Haar planning viel grondig in duigen, toen Matthias zich omdraaide en naar haar glimlachte. ‘Goedemorgen,’ zei hij met een schorre stem. ‘Hoe gaat het?’
Þóra trok het dekbed op tot aan haar kin. Ze was naakt onder de dekens. Als ze een wens mocht doen, had ze gewenst dat ze onder het dekbed helemaal aangekleed was. Ze maakte een paar onherkenbare geluiden, voordat haar stembanden begonnen te werken. ‘Dit was eens maar nooit weer. Dat we het even duidelijk hebben, begrijp je.’ Matthias keek haar niet-begrijpend aan, maar liet haar doorpraten. ‘Dat van gisteravond, dat was niet ik maar de drank. Je bent dus met andere woorden met een fles Cointreau naar bed geweest, niet met mij.’
‘Hè, ja,’ zei Matthias en hij kwam leunend op zijn elleboog omhoog. ‘Ze blijven me verbazen, die drankflessen. Ik wist niet dat ze hiertoe in staat waren. Je complimenteerde me zelfs met mijn schoenen. Je wilde dat ik ze aan hield.’
Þóra bloosde. Ze probeerde iets te vinden ter verdediging van haar preutsheid, maar er schoot haar niets te binnen. Langzaam herinnerde ze het zich weer en ze moest voor zichzelf toegeven dat ze het niet iets vond om je voor te schamen. ‘Ik weet niet wat er met me aan de hand was,’ zei ze, terwijl ze een kleur kreeg.
‘Je bent zo gestrest,’ zei Matthias en hij legde zijn hand op haar dekbed.
‘Ik doe normaal nooit zoiets; dat is het gewoon. Ik ben moeder van twee kinderen en jij bent een buitenlander.’
‘Als je twee kinderen hebt, dan zal dit je toch niet overrompelen.’ Hij glimlachte toegeeflijk naar haar. ‘Zulke dingen gebeuren overal, neem ik aan.’
Haar wangen werden nog roder. Haar angst werd nog vergroot, toen Amelia Guntlieb haar ineens te binnen schoot. ‘Ga je dit aan het echtpaar Guntlieb vertellen?’
Matthias gooide zijn hoofd in zijn nek en begon te lachen. ‘Uiteraard. Er staat een alinea in mijn functiebeschrijving waarin vastgelegd staat, dat ik aan het eind van de maand een verslag van mijn seksuele activiteiten bij hen moet inleveren.’
Toen hij begreep dat Þóra niet zeker wist of hij een grapje maakte, voegde hij eraan toe: ‘Natuurlijk niet; hoe kom je erbij?’
‘Ik weet het niet; ik wil gewoon niet dat mensen denken dat ik de gewoonte heb om met mijn collega’s naar bed te gaan. Ik heb zoiets nog nooit eerder gedaan.’ Als je bedacht dat ze samenwerkte met een oude vent als Bragi, die vreselijke Bella en de timide Þór, betekende die verklaring eigenlijk niets.
‘Dat dacht ik ook helemaal niet,’ zei Matthias. ‘Ik dacht dat jij op dat moment met mij naar bed wilde; dat je mijn sex appeal eenvoudigweg niet kon weerstaan.’ Hij keek haar plagend aan.
Þóra draaide met haar ogen. Ze ging hier nu maar liever niet op in. ‘Ik heb een dodelijke kater. Ik kan in deze toestand niet helder denken.’
Matthias ging rechtop zitten. ‘Ik heb bruistabletten; ik zal er eentje voor je klaarmaken, dan voel je je meteen beter.’
Voordat Þóra nee had kunnen roepen – het was haar duidelijk dat hij net zo schaars gekleed was als zij — was Matthias opgestaan en de badkamer in gelopen. Spiernaakt. Wat was het toch dat mannen zo veel minder bang waren om zichzelf voor schut te zetten, dacht Þóra. Deze overwegingen waren bedoeld om andere gedachten die zich bij haar opdrongen, te onderdrukken, bijvoorbeeld dat hij eigenlijk wel een verdomd mooi en gespierd lichaam had. Dit was misschien nog niet zo vreselijk stom geweest, als ze er goed over nadacht. Ze hoorde in de badkamer water uit de kraan lopen en ze deed haar ogen weer dicht.
Ze deed ze pas weer open, toen ze merkte dat Matthias weer onder het dekbed lag. Hij hield een glas met bruisend water vast en Þóra beheerste zich, ging rechtop zitten en sloeg het in één teug achterover. Daarna viel ze terug in het kussen en wachtte totdat de misselijkheid over was. Toen ze een paar minuten zo gelegen had, werd er door het dekbed heen tegen haar schouders geduwd. Ze deed haar ogen open.
‘Luister eens.’ Matthias draaide haar hoofd in zijn richting. ‘Ik heb een voorstel.’
‘Wat?’ kreeg Þóra met moeite voor elkaar te zeggen. Ze begon zich ineens weer wat beter te voelen.
‘Wat zeg je ervan om jouw mening dat dit een vergissing was, te heroverwegen?’ Hij glimlachte naar haar. ‘Ik kan mijn nette schoenen aandoen, als je wilt.’
Þóra werd wakker van het gedempte geluid van stromend water in de douche. Ze veerde onmiddellijk op en trok snel haar kleren aan, terwijl ze over de vloer hinkelde. Ze kon haar ene sok niet vinden, maar pakte de rest van haar kleren op. Ze riep de badkamer in dat ze hem wel bij het ontbijt zou zien. Ze voelde zich heel opgelucht op het moment dat ze de deur van haar kamer achter zich dichtdeed.
Nadat ze een lange en hete douche had genomen, voelde ze zich lichamelijk en geestelijk beter. Voordat ze naar beneden ging, pakte ze haar gsm en koos het nummer van haar vriendin Laufey.
‘Weet je wel hoe laat het is?’ vroeg die slaperig.
Þóra negeerde deze opmerking, aangezien het al bijna tien uur was.
‘O mijn god, raad eens?’ vroeg ze snel.
‘Eh, gezien je opgewonden stemming en de onchristelijke tijd waarop je belt, moet het wel ongelofelijk groot nieuws zijn.’ Hierop volgde een gaap.
‘Nee. Ik ben met een man naar bed geweest!’ De reactie liet niet lang op zich wachten. Laufey ging hoorbaar rechtop zitten, want direct nadat Þóra het nieuws verteld had, was er een vreselijk kabaal te horen.
‘Echt waar? Zeg op: met wie?’
‘Matthias, de Duitser. Ik zal je de rest later vertellen, want ik ga nu met hem ontbijten. We zitten in een hotel.’
‘Een hotel? Ja zeg, ik kan je ook geen moment uit het oog verliezen.’
‘Ik spreek je later; ik ben een beetje bezorgd. Ik moet hem op een of andere manier aan het verstand zien te krijgen dat dit maar eenmalig was: ik wil geen relatie.’
Er klonk een hinnikend gelach aan de andere kant van de lijn. ‘Hallo? Waar ben jij de laatste tijd geweest: heb je te veel naar de Teletubbies gekeken? Er zijn maar heel weinig ongetrouwde mannen van die leeftijd die wanhopig op zoek zijn naar een ingewikkelde relatie. Zet dat maar uit je hoofd, lieverd.’
Þóra sloot het gesprek af, een beetje teleurgesteld over het nieuws dat Laufey blij had moeten maken. Ze haastte zich naar de ontbijtzaal, maar nam nog even de tijd om de dekens overhoop te halen, zodat het personeel van het hotel niet zou denken dat ze losbandig was. Matthias zat aan een tweepersoonstafel bij het raam in de ontbijtzaal koffie te slurpen. Het viel Þóra op hoe knap hij was: ze had dat eerder niet voor zichzelf willen toegeven. Hij had de grove trekken in zijn gezicht waartoe ze zich aangetrokken voelde: ferme kaak, grote tanden, welgevormde jukbeenderen en zware wenkbrauwen. Ze had het ongetwijfeld van haar vrouwelijke voorouders in een grijs verleden geërfd om gecharmeerd te zijn van een uiterlijk dat wees op vastberaden strengheid en doorzettingsvermogen; van een perfecte jager. Þóra ging zitten. ‘Oef, een ontbijtje zou er nu wel in gaan,’ zei ze om het ijs te breken.
Matthias schonk koffie uit een stalen kan in haar kopje. ‘Je hebt je sok bij mij laten liggen. Het bleek geen wollen sok te zijn: ongelofelijk, maar waar.’