Gylfi was anderhalve maand geleden zestien geworden. Niet dat dat iets aan de zaak veranderde. ‘Mag ik u erop wijzen dat de wettelijk aansprakelijke leeftijd in zulke zaken veertien jaar is, niet zestien. Bovendien was mijn zoon zelf nog geen zestien toen het kind verwekt werd en in de wet staat niets over het geslacht als het seksuele intimidatie betreft, zoals dat heet.’
‘Wat een onzin,’ snoof de vader. ‘Alsof een vrouw een man kan verkrachten. Laat staan in het geval dat het een kind betreft, zoals mijn dochter hier.’
‘En zoals mijn zoon hier,’ antwoordde Þóra en ze grijnsde naar de man.
‘Mag ik u erop wijzen dat uw zoon al in de bovenbouw zit en mijn dochter nog maar in de onderbouw? Daar zal toch wel iets over in de wet staan,’ zei de man triomfantelijk.
‘Helemaal niet,’ antwoordde Þóra. ‘Ik kan u verzekeren dat er niets specifieks in staat over de klas waar ze in zitten.’
De man trok een gezicht. ‘Die klootzakken in de regering.’
‘Jullie zijn gek!’ gilde Sigga. ‘Dit is mijn kind. Ik ben het die ermee moet rondlopen en een dikke buik en lelijke borsten krijgt en nooit naar een schoolfeest zal kunnen gaan.’ Verder kwam ze niet, omdat ze in huilen uitbarstte.
Gylfi probeerde haar te omhelzen, waarmee hij waarschijnlijk hopeloos romantisch dacht te zijn. Hij zei met een van emotie overlopende stem, zodat iedereen het hoorde: ‘Het maakt mij niet allemaal niet uit: je mag een enorm dikke buik krijgen en weerzinwekkende borsten. Ik ga niet bij je weg en ik zal niemand anders naar het schoolfeest vragen. Ik ga gewoon alleen. Van alle meisjes houd ik het meest van jou.’
Sigga huilde nog harder, terwijl de volwassenen alleen maar met open mond naar Gylfi konden staren. Op de een of andere manier zorgde deze groteske liefdesverklaring ervoor dat hun ogen geopend werden voor het feit dat moeder natuur een verschrikkelijke fout had gemaakt: dit waren kinderen die een kind zouden krijgen; wie van beiden de schuld droeg was misschien niet noodzakelijkerwijs het belangrijkste.
Hannes verloor zijn zelfbeheersing na dit collectieve inzicht. Hij wendde zich tot Þóra met een van woede vertrokken gezicht. ‘Het is allemaal jouw schuld. Jij leeft een of ander wild leven, gaat met iedereen naar bed die ook maar de minste interesse in je toont. Toen ik nog thuis was, deed die jongen niet zo: hij imiteert het enige voorbeeld dat hij heeft.’
Þóra was te verbijsterd om te kunnen antwoorden. Wild leven? Eén keer was ze met iemand naar bed geweest, of eigenlijk twee keer, in twee jaar. Dat kon nauwelijks doorgaan voor een wild leven. Zelfs haar 88-jarige opa had haar aangemoedigd om wat meer uit te gaan om plezier te hebben en dan had ze het nog niet eens over Laufey, die nauwelijks een heilig boontje kon worden genoemd.
‘Ik wist het weclass="underline" jij bent zo’n losbandige slet!’ gilde de moeder zo hard dat het pijn deed aan haar oren. ‘Een seksmaniak: de appel valt niet ver van de boom, zeg ik altijd maar.’ De vrouw staarde haar triomfantelijk aan.
Þóra kreeg hulp uit onverwachte hoek, toen de vader zich ermee ging bemoeien. ‘Het is uiteindelijk wel duidelijk dat je dochter in elk geval niet zo lomp en ordinair is als jij!’
Toen had Þóra er plotseling schoon genoeg van: dit was meer informatie over de aanstaande schoonfamilie van haar zoon dan gezond voor haar was. Een doop, een hoop verjaardagen, een belijdenis en god weet wat nog meer lagen nog in het verschiet. Þóra had niet bijzonder veel zin om bij een dergelijke gelegenheid de diepste geheimen van deze mensen te bespreken. Ze stond op. ‘Weet u, ik weet niet welk genie heeft bedacht dat we nu bij elkaar zouden moeten komen.’ Ze richtte zich tot Hannes. ‘Het staat u vrij om met de vader van Gylfi te praten, tot diep in de nacht als u wilt, maar ik heb hier genoeg van.’ Ze draaide zich abrupt om, maar moest zich weer naar het gezelschap omdraaien, toen ze besefte dat ze haar zoon uit deze toestand wilde krijgen. ‘Kom, Gylfi.’ Ze richtte haar laatste woorden tot de arme Sigga, die haar hoofd weer liet hangen en huilde. ‘Sigga, lieverd, het kindje van jou en Gylfi zal bij mij thuis altijd welkom zijn en jullie allebei ook, als jullie willen gaan samenwonen. Tot ziens.’
Ze ging naar buiten, helemaal kapot, met Gylfi een eindje achter zich. Ze gooiden de voordeur achter zich dicht en liepen naar de huurauto, die gelukkig nog op zijn plaats stond. Zonder iets te zeggen ging Þóra voorin zitten en Gylfi achterin, naast zijn zusje. ‘Hannes-ar-dóttir,’ zei Sóley beslist.
‘Rijden maar’ zei Þóra en ze greep naar haar voorhoofd. Ze keek naar Matthias, blij over het feit dat haar kinderen geen Duits verstonden. ‘Raad eens? Ik ben ineens in waarde verminderd: je bent zojuist met een oude oma naar bed geweest.’
Tot Þóra’s verbazing barstte Matthias in lachen uit. ‘Ik moet zeggen dat de IJslandse oma’s heel anders zijn dan de Duitse.’ Hij wierp een blik op de achterbank, waar Gylfi zat, onzeker nu alles in zijn bestaan aan het wankelen was. De enige strohalm die hij op dit moment had, was zijn moeder die net tegen iedereen was uitgevallen, voornamelijk omdat ze nog steeds een beetje een kater had. ‘Dag, zoon van Þóra. Ik ben Matthias.’ Hij knipoogde naar Þóra. Ze draaide zich om naar de achterbank, klaar om hem met gelijke munt voor zijn eerlijkheid te belonen: nu zou ze haar zoon moeten vertellen dat Matthias meer dan een vriend en collega van haar was. Haar ogen vielen op de iPod, die nog steeds om de hals van de jongen bungelde, en ze besloot het niet te doen.
‘Gylfi, dit is Matthias. Hij werkt met mij samen. Ik heb hem uitgenodigd voor het eten. We zullen in alle rust met elkaar praten, als hij weg is, jongen.’ Ze slikte de brok weg die ze plotseling in haar keel kreeg. Ze zou oma worden, op 36-jarige leeftijd. Jezus, Maria, de Heilige Geest en wie van boven ze ook maar om bijstand kon smeken, laat het kind gezond zijn en het leven van de ouders gelukkig, ondanks deze misstap. Ze hield haar tranen weer tegen die haar ongevraagd in de ogen sprongen. Plotseling drongen zich oude voortekenen en andere dingen aan haar op waarvan ze had moeten weten dat er iets achter zat. Het is helemaal niet leuk om alleen met Gylfi thuis te zijn: hij is altijd op zijn bed aan het springen en aan het roepen.
‘Þóra.’ Matthias bracht haar terug in de werkelijkheid. ‘Ik kreeg een telefoontje van het Heksenmuseum. Ze hebben een verklaring gevonden voor het gesnij in Haralds lijk.’
28
Þóra wilde het etentje helemaal niet afzeggen. Ze gooide als in trance alles wat ze in haar kastjes en in het vriesvakje kon vinden in pannen, zonder zich al te veel om het resultaat te bekommeren.
‘Tast toe,’ riep ze gemaakt opgeruimd. Matthias zat al aan de keukentafel en volgde met grote ogen hoe de ene schaal na de andere tevoorschijn kwam. Toen alles op tafel stond, bestond de maaltijd uit erwten, patat, rijst, couscous, soep, jam en pannenkoeken.
‘Dat ziet er lekker uit,’ zei hij beleefd toen iedereen was gaan zitten, en hij nam wat erwten uit blik.
Þóra liet haar blik over de tafel gaan en zuchtte. ‘We hebben geen hoofdgerecht,’ zei ze berustend. ‘Ik wist dat er iets niet klopte.’ Ze wilde opstaan om iets te zoeken dat kon redden wat er te redden vieclass="underline" diepgevroren lasagne, pasta, vlees of vis. Ze wist tegelijkertijd dat ze niets van dat alles in huis had: ze had naar de winkel willen gaan om boodschappen te doen, maar ze was volkomen uit het veld geslagen geweest. Matthias pakte haar bij haar bovenarm en trok haar weer op haar stoel.
‘Het is prima zo. Dit avondeten is niet erg gewoon, maar dat is het tijdstip ook niet, dus dat klopt dan wel.’ Hij glimlachte tegen de kinderen die in het allegaartje op hun bord prikten.
Þóra keek op de klok. Het was nog maar drie uur: het was duidelijk dat ze helemaal uit haar normale doen was. Ze probeerde te glimlachen. ‘Ik ben er nog helemaal kapot van; misschien ben ik er over een jaar wel weer overheen. Tegen die tijd zal ik je gewoon nog een keer uitnodigen om te komen eten.’