Выбрать главу

‘In Skálholt?’ vroeg Þóra.

‘Ja, zoiets,’ antwoordde Elisa. ‘Dat was waar de verkoper van de aflaten ook heen ging; tenminste, waar hij met het geld dat hij ingezameld had, heen ging.’

‘En toen? Er is op Skálholt nooit een manuscript van de Heksenhamer gevonden,’ zei Þóra en ze nam een slok koffie.

‘Harald beweerde dat het manuscript daar is geweest, totdat de eerste boekdrukpers in het land kwam, maar dat het toen is verplaatst naar een ander bisdom. Iets met een p en een i.’

‘Hólar,’ zei Þóra, hoewel daar niet eens een p in voorkwam.

‘Ik kan het me echt niet meer herinneren,’ zei Elisa. ‘Dat zou best zo kunnen zijn.’

‘Dacht Harald dat ze van plan waren geweest om het daar uit te geven of zo?’

‘Ja, dat heb ik begrepen. Het was een van de meest wijdverspreide boeken van Europa in die tijd, op de Bijbel zelf na, en het is waarschijnlijk dat ze er in ieder geval over hebben nagedacht.’

‘Waarschijnlijk heeft iemand het pakje opengemaakt en ontdekt wat erin verborgen zat: er is niemand die zo ongeïnteresseerd is, dat hij niet zou proberen te kijken wat erin zat,’ zei Matthias. ‘Maar wat gebeurde er met het boek? Het is hier nooit uitgegeven, of wel?’ Hij richtte zijn woorden tot Þóra.

‘Nee,’ antwoordde ze. ‘Voor zover ik weet niet.’

‘Harald zei dat hij op het juiste spoor zat,’ zei Elisa. ‘Hij zei inderdaad dat hij op het verkeerde spoor zat wat betreft de boekdrukpers en het bisdom met de p…’

‘Hólar,’ onderbrak Þóra haar.

‘Ja, precies,’ zei Elisa. ‘Hij dacht dat die bisschop zich had ontdaan van het boek, voordat hij werd terechtgesteld, maar hij leek ook ontdekt te hebben dat het boek waarschijnlijk nooit weg is geweest uit dat ene bisdom, dat met de s.’

‘Skálholt,’ onderbrak Þóra haar.

‘Of zoiets,’ antwoordde Elisa. ‘Hij vond het boek in ieder geval, toen hij het in die hoek zocht; hij zei dat het verborgen was om te voorkomen dat het uit het land zou verdwijnen.’

‘En waar was het?’ vroeg Þóra.

Elisa nam een slokje van haar wijn, voordat ze antwoordde. ‘Ik weet het niet. Dat wilde hij me niet vertellen. Hij zei dat hij de rest van het verhaal geheim wilde houden, totdat hij mij het boek kon laten zien.’

Þóra en Matthias probeerden hun teleurstelling niet te verbergen. ‘Heb je niet doorgevraagd? Liet hij niets doorschemeren?’ vroeg Þóra ongeduldig.

‘Nee, het was al laat en hij was er zo blij over dat ik het niet voor hem wilde verpesten door erover door te zeuren.’ Elisa glimlachte gegeneerd. ‘De dag daarna hadden we het weer over andere dingen. Denken jullie dat het wat met de moord te maken heeft?’

‘Ik weet het echt niet,’ zei Þóra teleurgesteld. Ineens schoot haar Mal te binnen; misschien kende Elisa Haralds vrienden. Ze leken een hechte relatie te hebben, zoals ze over hem vertelde. Die Mal beschikte misschien over de informatie waaraan het hun ontbrak. ‘Elisa, weet je toevallig wie Mal is? Harald had een e-mail van hem waaruit bleek dat ene Mal iets wist over Haralds zoektocht naar het boek.’

Elisa glimlachte. ‘Ja, Mal. Ik weet wel wie Mal is: hij heet Malcolm en ze hebben elkaar leren kennen in Rome. Mal is ook historicus. Hij belde mij laatst; hij zei dat hij een rare e-mail over Harald uit IJsland had gekregen. Ik vertelde hem dat hij vermoord was.’

‘Denk je dat hij hier meer over weet?’ vroeg Matthias. ‘Zou je ons in contact met hem kunnen brengen?’

‘Nee, hij weet niets,’ antwoordde Elisa. ‘Hij hoorde me namelijk helemaal uit over het boek; hij zei dat Harald hem had verteld dat hij het gevonden had, maar het verder niet had toegelicht. Malcolm dacht altijd dat Harald in een eindeloze zoektocht verwikkeld was en hij wilde daarom graag weten hoe het allemaal was afgelopen.’

Þóra’s telefoon ging. Het was de politie.

Þóra wisselde een paar woorden met de politieman, legde haar telefoon weg en keek naar Matthias. ‘Ze hebben de geneeskundestudent Halldór gearresteerd voor de moord op Harald. Hij wil dat ik hem verdedig.’

30

Þóra zat op het politiebureau en zat zich op te vreten. Ze dacht erover na of het mogelijk was dat haar advocatenlicentie vanwege grof misbruik van haar positie en schandalige belangenverstrengeling ingetrokken kon worden. Ze wist eigenlijk niet of iets dergelijks bij wet geregeld was, maar zo niet, dan zou dat zeker moeten worden gedaan. De situatie was als volgt: aan de ene kant werkte ze voor de familie van de man die vermoord was, en aan de andere kant stond ze op het punt om advocaat van de vermeende moordenaar te worden. Ze had de beslissing genomen op het moment dat ze in de huurauto weggereden was. Matthias bleef achter bij Elisa en nam de taak op zich om het nieuws aan mevrouw Guntlieb te vertellen en hun haastige beslissing te verklaren. Hij zou waarschijnlijk zeggen dat Þóra in de gelegenheid gesteld was om persoonlijk met de moordenaar te praten en antwoorden te krijgen op onopgeloste zaken. Þóra wenste hem sterkte, want ze benijdde hem er niet om: mensen die last hadden van migraine, waren ongetwijfeld niet erg begripvol.

‘Goedendag. Hij zit er klaar voor.’ De politieman was naar haar toe gekomen zonder dat ze hem had opgemerkt.

‘Fijn, dank u wel,’ zei Þóra en ze stond op. ‘Mag ik hem onder vier ogen spreken of moet er iemand aanwezig zijn tijdens het verhoor?’

‘Hij heeft al een verklaring afgelegd. Hij weigerde op dat moment gebruik te maken van een raadsman. Dat was een nogal ongemakkelijke situatie: we zijn er niet aan gewend om iemand zonder raadsman te verhoren in het geval van zulke ernstige zaken. Maar hij hield voet bij stuk en we moesten hem uiteindelijk toestaan zelf te beslissen. Pas tegen het eind van het verhoor vroeg hij om een advocaat. U.’

‘Is Markús Helgason er ook?’ vroeg Þóra. ‘Ik vroeg me af of ik even met hem mag overleggen, voordat ik naar Halldór ga,’ voegde ze er zo bescheiden als ze kon aan toe.

De politieman wees haar naar de kamer van zijn collega.

Þóra groette Markús, die aan zijn bureau zat met een Manchester United-shirt voor zich. ‘Ik zal u niet lang storen; ik wilde u even spreken, voordat ik naar Halldór ga.’

‘Uiteraard,’ zei Markús, hoewel uit de klank van zijn stem bleek dat hij niet al te enthousiast was.

‘U kunt zich waarschijnlijk nog wel herinneren dat ik voor de familie Guntlieb werk, of niet?’ De politieman knikte nadenkend. ‘De situatie waarin ik nu terechtgekomen ben, is nogal ongemakkelijk: ik zit tussen twee vuren in, als je het zo kunt stellen.’

‘Ja, dat is zonder meer waar. U moet weten dat we Halldór sterk hebben afgeraden om u te kiezen, om precies dezelfde reden. Maar hij liet zich niet op andere gedachten brengen. U bent een soort Robin Hood volgens hem. Hij heeft de moord niet bekend: waarschijnlijk denkt hij dat u hem uit deze situatie kunt redden.’ Markús grijnsde gemeen. ‘Dat zal u niet lukken.’

Þóra liet zich niet van haar stuk brengen door deze verklaring. ‘Volgens jullie is hij is dus schuldig?’

‘O ja,’ zei Markús. ‘Er zijn bewijzen aan het licht gekomen die erop duiden dat hij erbij betrokken was. Waterdicht, absoluut. Ze waren samen aan het werk geweest, deze jonge vrienden. Het grappige is, als ik dat zo mag zeggen, dat de bewijzen op een en dezelfde dag van twee verschillende bronnen kwamen. Ik ben altijd gek geweest op toevalligheden.’ Hij glimlachte.

‘En dat gebeurde zomaar ineens?’ vroeg Þóra.

‘Gistermiddag. We werden gebeld door twee mensen die met de overledene te maken hadden. Beiden zijn aan informatie gekomen die enerzijds Halldórs schuld bewijst en anderzijds de plek waar de moord waarschijnlijk gepleegd is.’

‘Wie waren dat, als ik mag vragen?’

‘Het maakt niet zoveel uit of u dat nu of later te horen krijgt.’ Þóra haalde haar schouders op. ‘Er stond een doos met allerlei onaangename zaken bij Harald thuis, in het washok. In de doos zat een stuk huid met daarop een te…’