Выбрать главу

In de tuin van Agelmar, in een prieel dichtbegroeid met witte bloesems, verschoof Moiraine op haar ligstoel. De scherven van het zegel lagen in haar schoot en de kleine edelsteen die ze soms in haar haar droeg, hing glinsterend aan de gouden ketting die om haar vingers was gevlochten. De zwakke blauwe glans uit de steen verflauwde en ze glimlachte. Op zichzelf had de steen geen kracht, maar het eerste wat ze had geleerd van de Ene Kracht, als meisje in het koninklijk paleis van Cairhien, was de steen te gebruiken om mensen te horen als die dachten dat ze te ver weg waren om afgeluisterd te kunnen worden.

‘De Voorspellingen worden vervuld,’ fluisterde de Aes Sedai. ‘De Draak is herrezen.’