Выбрать главу

Ze had geen mens om mee te praten. Khal Drogo riep zijn bloedruiters bevelen en grappen toe en lachte om hun antwoorden, maar de naast hem zittende Dany keurde hij nauwelijks een blik waardig. Ze hadden geen gemeenschappelijke taal. Dothraki was onverstaanbaar voor haar, en de khal sprak maar een paar woorden bastaard-Valyrisch uit de Vrijsteden en niet één woord uit de gewone omgangstaal van de Zeven Koninkrijken. Ze zou zelfs een gesprek met Illyrio en haar broer hebben toegejuicht, maar die zaten te ver beneden haar om haar te verstaan.

Dus zat ze daar in haar zijden trouwkleren met handen om een beker honingwijn geklemd, bang om te eten, en in stilzwijgend gesprek met zichzelf. Ik ben van het bloed van de Draak, hield ze zichzelf voor. Ik ben Daenerys Stormgeboren, prinses van Drakensteen, van het bloed en het zaad van Aegon de Veroveraar.

De zon had nog maar een kwart van zijn weg omhoog afgelegd of ze zag de eerste man al sterven. Begeleid door tromgeroffel waren een paar vrouwen voor de khal aan het dansen. Drogo keek met een uitdrukkingsloos gezicht toe, maar zijn ogen volgden hun bewegingen, en nu en dan smeet hij een bronzen penning naar beneden waar de vrouwen vervolgens om vochten. Ook de krijgers keken toe. Ten slotte stapte een van hen de kring in, greep een danseres bij de arm, drukte haar tegen de grond en besteeg haar ter plaatse als een hengst een merrie. Illyrio had haar al verteld dat zoiets zou kunnen gebeuren. ‘De Dothraki paren als de beesten in hun kudden. Een khalasar kent geen afzondering, en zij hebben ons besef van zonde of schaamte niet.’

Toen ze besefte wat er gebeurde wendde Dany haar ogen geschrokken van het copulerende paar af, maar een tweede krijger kwam naar voren, en een derde, en weldra wist ze niet meer waar ze kijken moest. Toen grepen twee mannen dezelfde vrouw. Ze hoorde een kreet, zag hoe iemand een zet kreeg, en in een oogwenk waren de arakhs getrokken, lange klingen, zo scherp als een scheermes, half zwaard en half zeis. Een dodendans begon waarbij de krijgers om elkaar heen cirkelden en op elkaar inhakten, elkaar besprongen en hun wapens boven hun hoofd rondzwaaiden, terwijl ze bij elke slag beledigingen uitkraamden. Niemand maakte aanstalten om in te grijpen.

Het eindigde even snel als het begonnen was. De arakhs zoefden op elkaar af, sneller dan Dany’s oog kon volgen. Eén man stapte mis, de ander beschreef met zijn kling een vlakke boog. Staal sneed door vlees, vlak boven het middel van de Dothraki, en reet hem aan de zijkant van zijn ruggengraat tot zijn navel open, zodat zijn ingewanden in het stof vielen. Terwijl de verliezer stierf greep de winnaar de dichtstbijzijnde vrouw — niet eens degene om wie ze gevochten hadden — en nam haar ter plekke. Slaven droegen het lijk weg en het dansen ging weer verder.

Ook hiervoor had magister Illyrio Dany gewaarschuwd. ‘Voor de Dothraki is een huwelijk waarbij niet minstens drie doden vallen een saaie bedoening,’ had hij gezegd. Haar huwelijk moest wel bijzonder gezegend zijn, want vóór de dag om was hadden meer dan tien mannen de dood gevonden.

Met het verstrijken van de uren groeide Dany’s ontzetting, tot het haar de grootste moeite kostte om het niet uit te schreeuwen. Ze was bang voor de Dothraki, wier gebruiken haar wezensvreemd en monsterlijk voorkwamen, alsof het beesten in mensengedaante waren, en geen echte mensen. Ze was bang voor haar broer, voor wat hij zou kunnen doen als zij tekort zou schieten. En het meest bevreesd was ze voor wat er vannacht onder de sterren zou gebeuren nadat haar broer haar aan die kolossale kerel had uitgeleverd die naast haar zat te drinken met een gezicht dat onbeweeglijk en wreed was als een bronzen masker.

Ik ben van het bloed van de Draak, hield ze zichzelf opnieuw voor. Toen de zon ten slotte laag aan de hemel stond klapte Khal Drogo in zijn handen, en het trommelen, schreeuwen en feesten was plotseling voorbij. Drogo stond op en trok Dany naast zich overeind. Het was tijd voor haar bruidsgaven.

En na die gaven, wist ze, na zonsondergang, zou het tijd zijn voor haar eerste rit en de vleselijke voltrekking van haar huwelijk. Dany probeerde de gedachte van zich af te zetten, maar dat lukte niet. Ze sloeg haar armen om zich heen en deed haar best om niet te trillen. Haar broer Viserys gaf haar drie dienstmaagden ten geschenke. Dany wist dat ze hem niets hadden gekost. De meisjes waren ongetwijfeld door Illyrio verschaft. Irri en Jhiqui waren Dothraki, met een koperkleurige huid, zwart haar en amandelvormige ogen. Doreah was een blond, blauwogig meisje uit Lysene. ‘Dit zijn geen gewone bedienden, lieve zuster,’ zei haar broer tegen haar toen ze een voor een naar voren werden geleid. ‘Illyrio en ik hebben ze persoonlijk voor je uitgezocht. Irri zal je leren rijden, Jhiqui zal je de taal van de Dothraki leren en Doreah zal je instrueren in de vrouwelijke liefdeskunsten.’ Hij glimlachte flauwtjes. ‘Ze is heel goed, daar kunnen Illyrio en ik allebei een eed op doen.’

Ser Jorah Mormont verontschuldigde zich voor zijn geschenk.

‘Het is slechts een kleinigheid, hoogheid, maar alles wat een arme balling zich kon veroorloven,’ zei hij terwijl hij een klein stapeltje oude boeken voor haar neerlegde. Het waren verhalen en liederen uit de Zeven Koninkrijken, zag ze, geschreven in de gewone omgangstaal. Ze bedankte hem uit het diepst van haar hart. Magister Illyrio mompelde een bevel en vier stevige slaven haastten zich naar voren met een grote, met brons beslagen cederhouten kist tussen zich in. Toen ze die opende trof ze stapels van het kostbaarste fluweel en damast aan dat de Vrijsteden konden maken… en bovenop, in de zachte stof gevlijd, drie enorme eieren. Dany’s adem stokte. Ze had nog nooit zoiets moois gezien. De eieren waren alle drie verschillend. Hun tekening was zo intens van kleur dat ze aanvankelijk dacht dat ze met juwelen bezet waren, en ze waren zo groot dat ze ze met beide handen moest vasthouden. Voorzichtig tilde ze er een op, in de verwachting dat het van fijn porselein, broos emailIe of zelfs geblazen glas was gemaakt, maar het was veel zwaarder, alsof het van massieve steen was. De buitenkant van de schaal was met kleine schubben overdekt. Toen ze het ei in haar vingers ronddraaide blonk het als gepolijst metaal in het licht van de ondergaande zon. Eén ei was donkergroen, met glanzende bronzen spikkels die oplichtten en vervaagden, al naar gelang Dany het heen en weer draaide. Het tweede was roomwit, met goud dooraderd. Het laatste was zwart, zwart als de middernachtszee, maar doorgloeid met scharlakenrode golven en spiralen. ‘Wat zijn dat?’ vroeg ze, haar stem omfloerst en vol verwondering.

‘Drakeneieren uit de schaduwlanden achter Asshai,’ zei magister Illyrio. ‘In de loop van vele eonen versteend, maar nog altijd van een stralende schoonheid.’

‘Ik zal ze altijd koesteren.’ Dany had wel eens over zulke eieren horen vertellen, maar er nog nooit een gezien, en dat ook nooit verwacht. Het was waarlijk een schitterend geschenk, al wist ze wel dat Illyrio het zich kon veroorloven vrijgevig te zijn. Hij had op zijn beurt een fortuin aan paarden en slaven opgestreken door haar aan Khal Drogo te verkopen.