Выбрать главу

Toch heeft hij mij nooit verwijten gemaakt. De eerste keer dat ik bij hem kwam na het duel, toen hij nog van zijn verwondingen herstelde, zei hij tegen mij: ‘Je had gelijk, Jaantony, ze wilden inderdaad in de lucht schieten. Jammer dat ze gemist-hébben.’ Vikary lachte, maar Dirk keek naar hem en zag dat zijn ogen vol tranen stonden en zijn mond verbeten was. Toch huilde hij niet; met een geweldige wilskracht belette hij zijn tranen om te vallen.

Abrupt draaide Jaan zich om en liep weer naar binnen. Dirk bleef alleen op het balkon achter, samen met de wind, de witte schemerstad en de muziek van Lamiya-Bailis. Heel in de verte staken de bleke handen omhoog om de oprukkende wildernis te stuiten. Dirk bestudeerde ze aandachtig, terwijl hij nadacht over Vikary’s woorden.

Minuten later kwam de Kavalaar terug. Zijn ogen waren droog en zijn gezicht stond onbewogen. ‘Het spijt mij,’ begon hij.

‘Het is niet nodig om...’

‘We moeten onder ogen zien waar het op staat, t’Larien. Of Garse nu jacht op ons maakt of niet, we zijn enorm in het nadeel. Mochten we gedwongen zijn om te vechten dan hebben we wapens, maar niemand om ze te bedienen. Gwen is een goed schutter en dapper genoeg, maar ze is gewond en nog niet sterk genoeg. En jij... kan ik je vertrouwen? Ik vraag het je ronduit. Ik heb je eens vertrouwd, maar toen heb je me verraden.’

‘Hoe kan ik daar antwoord op geven?’ zei Dirk. ‘Wat ik ook beloof, je hoeft er niets van te geloven. Maar bedenk wel dat de Braiths mij ook willen doden. En Gwen net zo goed. Of denk je dat ik haar even makkelijk zou verraden als...’ Hij stopte, ontzet over zijn eigen woorden.

‘...even gemakkelijk als je mij verraden hebt,’ maakte Vikary de zin voor hem af met een cynische glimlach. ‘Je bent nogal bot. Nee, t’Larien, ik geloof niet dat je Gwen zou verraden. Maar ik had ook niet verwacht dat je ons tweeën in de steek zou laten nadat we je keth hadden genoemd en jij die naam had geaccepteerd. Zonder jou zouden we nooit geduelleerd hebben.’

Dirk knikte. ‘Misschien heb ik een misstap begaan. Ik weet het niet. Maar ik zou zeker zijn omgekomen als ik mijn woord tegenover jou gehouden had.’

‘Gestorven met ere, als een keth van IJzerjade.’

Dirk glimlachte. ‘Gwen trok me meer aan dan de dood. Dat begrijp je toch zeker wel, zou ik denken.’

‘Inderdaad. Ze staat tenslotte nog steeds tussen ons. Daar moet je de waarheid van onder ogen zien. Vroeg of laat zal ze kiezen.’

‘Ze heeft gekozen, Jaan, toen ze met mij wegging. Dat moet jij onder ogen- zien.’ Dirk zei het vlug, en koppig; hij vroeg zich af in hoeverre hij het zelf geloofde.

‘Ze heeft het jade-en-zilver niet afgelegd,’ antwoordde Vikary. Hij maakte een ongeduldig gebaar. ‘Dat doet er nu niet toe. Ik vertrouw je, voorlopig.’

‘Goed. Wat wil je dat ik doe?’

‘Iemand moet naar Larteyn vliegen.’

Dirk fronste zijn wenkbrauwen. ‘Waarom probeer je mij altijd tot zelfmoord over te halen, Jaan?’

‘Ik zei niet dat jij die vlucht moest maken, t’Larien,’ antwoordde Vikary. ‘Ik zal zelf gaan. Het zal gevaarlijk zijn, ja, maar het moet gebeuren.’

‘Waarom?’

‘De Kimdissi.’

‘Ruark?’ Dirk was zijn vroegere gastheer en medesamenzweerder bijna vergeten.

Vikary knikte. ‘Hij is een vriend voor Gwen geweest sinds onze tijd op Avalon. Hoewel hij mij nooit heeft gemogen en ik hem ook niet, kan ik hem niet helemaal in de steek laten. De Braiths...’

‘Ik begrijp het. Maar hoe wil je hem bereiken?’

‘Als ik veilig in Larteyn aangeland ben, kan ik hem via het beeldscherm oproepen. Dat hoop ik althans.’ Hij haalde vagelijk berustend zijn schouders op.

‘En ik?’

‘Blijf hier bij Gwen. Zorg voor haar, waak over haar. Ik zal een van Rosephs lasergeweren voor je achterlaten. Als ze voldoende hersteld is, laat Gwen het dan gebruiken. Ze is er waarschijnlijk bedrevener in dan jij. Afgesproken?’

‘Afgesproken. Het klinkt niet erg moeilijk.’

‘Nee,’ zei Vikary. ‘Ik verwacht dat je hier veilig verborgen zult blijven, dat ik terug zal komen met de Kimdissi en jullie hier zal aantreffen zoals ik je heb achtergelaten. Mocht het nodig zijn dat jullie vluchten, dan heb je die andere luchtwagen bij de hand. Er is hier dichtbij een grot waar Gwen vanaf weet. Zij kan je de weg wijzen. Ga naar die grot als je Kryne Lamiya moet verlaten.’

‘Maar wat moet ik doen als je niet terugkomt? Die mogelijkheid bestaat, nietwaar?’

‘In dat geval zul je op jezelf aangewezen zijn, net zoals je dat was toen je uit Larteyn vluchtte. Je had toen ook plannen. Voer die uit, als je kunt.’ Hij glimlachte vreugdeloos. ‘Maar ik verwacht wel terug te komen. Denk daaraan, t’Larien. Vergeet dat niet.’

Er lag een scherpe, stalen ondertoon in Vikary’s stem, een echo van een andere conversatie, in dezelfde schrale wind. Met schrikbarende duidelijkheid kwamen Jaans eerdere woorden bij Dirk boven: Maar ik besta. Vergeet dat niet... We zijn hier niet op Avalon, t’Larien, en vandaag is vroeger niet. Dit is een stervende Festivalwereld, een wereld zonder vaste regels, dus moet ieder van ons zich nauwlettend houden aan de gedragscode die hij zelf meebrengt. Maar Jaan Vikary, ging het wild door Dirks hoofd, had twee codes meegenomen, toen hij naar Worlorn ging.

Terwijl Dirk er zelf niet een had meegebracht, behalve zijn liefde voor Gwen Delvano.

Gwen sliep nog steeds toen de twee mannen het balkon verlieten. Zonder haar te storen liepen ze samen naar de landingsbaan. Vikary had de luchtwagen grondig leeggehaald. Roseph en zijn teyn hadden blijkbaar plannen gemaakt voor een kort verblijf in de wildernis toen de hel was losgebarsten. Het kwam ongelukkig uit, dacht Dirk, dat ze zich niet op een langere reis hadden voorbereid.

Nu had Vikary aan voedsel uitsluitend vier harde proteïnerepen gevonden, met daarnaast de twee jachtgeweren en wat kleren die over de banken waren geslingerd. Dirk at onmiddellijk een van de repen op — hij was uitgehongerd — en stak de andere drie in de zak van de zware jas die hij uitkoos. Het kledingstuk hing enigszins los om hem heen, maar paste niet al te slecht; Rosephs teyn had ongeveer dezelfde maat als Dirk. En het was warm. — dik leer, donkerpaars geverfd, met een kraag, manchetten, en gevoerd met vuil geworden, wit bont. Beide mouwen van de jas waren met ingewikkelde, in elkaar gedraaide patronen beschilderd; de rechter was rood met zwart, de linker zilver met groen. Hij vond ook een kleinere, soortgelijke jas (zonder twijfel van Roseph) en die nam Dirk in beslag voor Gwen.

Vikary haalde de twee lasergeweren eruit, lange pijpen van gitzwart plastic, de handvatten versierd met witte, dreigende wolven. De eerste gespte hij om zijn eigen schouders; de tweede gaf hij aan Dirk, waarna hij hem in het kort uitlegde hoe het gebruikt moest worden. Het geweer was heel licht en een beetje geolied. Dirk hield het onhandig met zijn ene hand vast.

Ze namen kort en nogal formeel afscheid. Toen stapte Vikary in de grote luchtwagen van de Braiths, steeg van de vloer op en schoot op de lege hemel af. Dikke wolken stof dwarrelden omhoog toen hij vertrok en Dirk maakte dat hij wegkwam, één hand voor zijn mond en de andere aan het geweer.