De originele melodie in Petries bloemlezing is afkomstig van ene juffrouw Jane Ross uit Limavady uit het Noordierse Londonderry. De dame had het zelf voor de piano bewerkt en aan Petrie gezonden met de simpele mededeling dat het ‘zeer oud’ was. Latere onderzoekers slaagden er jammer genoeg niet in de oorsprong ervan waar dan ook terug te vinden, laat staan iets van een Keltische tekst. Het feit dat het gebruikte metrum niet paste bij de Ierse volksliederen maakte de zaak nog meer verdacht en bracht sommigen ertoe te zeggen dat het in het geheel geen traditionele muziek was. Gilchrist slaagde er echter in verwanten van Jane Ross te vinden en die bevestigden dat zij de volksmuziek werkelijk ernstig had bestudeerd en daarin oprecht en toegewijd mocht worden genoemd. Ze verzamelde sommige melodieën zelf, andere kwamen van haar broer, een visser uit het nabijgelegen Donegal. Beide streken staan erom bekend dat daar veel van de oude Ierse cultuur bewaard is gebleven. Het ziet er dus naar uit dat we de mogelijkheid dat Jane Ross een van haar eigen composities voor een origineel volkslied wilde laten doorgaan, moeten schrappen. Het probleem van het ongewone metrum is vaardig opgelost door Gilchrist die suggereert dat Ross een vergissing heeft gemaakt bij de transcriptie door een vierkwartsmaat te gebruiken in plaats van de gewone driekwartsmaat of de zesachtste die doorgaans in oude Keltische liederen voorkomen. Wanneer het metrum in die zin wordt gewijzigd, wat inhoudt dat verlengde noten worden ingekort, krijgt men inderdaad een typisch Iers zangstukje van nogal opvallende alledaagsheid. Gilchrist beweert dat er overeenkomsten zijn met twee andere liederen, ‘The Colleen Rue’ en ‘An Beanuasal Og’.
Wanneer Jane Ross zich inderdaad vergiste, kunnen we haar alleen maar dankbaar zijn, want die ongewilde wijziging heeft dan muzikale onsterfelijkheid gebracht aan een melodie die anders snel vergeten zou zijn. Wanneer ze het volkslied echter foutloos heeft overgenomen, dan is de herkomst ervan nog steeds een mysterie. We kunnen dan enkel terugvallen op de fantastische beweringen die dit meeslepende lied toeschrijven aan feeën—wie dat dan ook geweest mogen zijn.