In 2106 ging madame Guderian zelf de Pliocene Wereld binnen die Ballingschap werd genoemd. Ze ging alleen, in haar tuinkleren met niets bij zich dan een simpele rugzak en een vers gesneden bos van haar favoriete rozen. Ze had het standaard-Engels van het Bestel altijd geminacht, want dat was een belediging voor haar Franse afkomst. Het briefje dat ze achterliet, luidde dus:
‘Plus qu’il n’en faut.’
Maar de overheden van het Galaktisch Concilie waren met dit ‘het is meer dan genoeg’-oordeel niet ingenomen. Het tijdportaal voorzag duidelijk in een behoefte als ontsnappingsgat voor lastige lieden die van het gewone patroon afweken. Na een humane en ook wat meer efficiënte reorganisatie, mocht de operatie doorgaan. Er werd geen publiciteit aan gegeven en verwijzingen ernaar werden discreet binnen de beroepsmatige sfeer gehouden. Het ethische dilemma of mensen mocht worden toegestaan zichzelf naar het Plioceen te verbannen, kwam opnieuw ter sprake. Maar een studie stelde vast dat er niet zoiets als een tijdparadox bestond. En wat het lot van de reizigers betrof, op de een of andere manier waren ze toch allemaal verdoemd.
9
De hele weg terug van Brevon-su-Mirikon naar de Aarde had Bryan Grenfell overdacht hoe hij het wilde aanpakken. Hij zou Mercy van Sterhaven Unst opbellen zodra hij door de douane was en haar er dan aan herinneren dat ze ermee had ingestemd met hem uit zeilen te gaan. Ze zouden elkaar vrijdagsavonds in Cannes kunnen ontmoeten en dat zou hem de tijd geven om wat conferentiegegevens bij de CAS in Londen af te geven, de boot op te halen en wat kleren uit zijn flat. De komende drie dagen zou het weer goed zijn, ze zouden op hun gemak naar Corsica kunnen varen of zelfs naar Sardinië.
Op een of andere afgelegen plek, terwijl de maan boven de Middellandse Zee scheen en met zachte muziek op de achtergrond, zou hij haar klem zetten.
‘Hier spreekt uw kapitein. Over vijf minuten keren we terug naar de normale ruimte rondom de planeet Aarde. Het kan even onaangenaam zijn terwijl we door de tijdruimtebarrière gaan en dat kan ongemak inhouden voor gevoelige personen. Aarzelt u niet het personeel te waarschuwen wanneer u medicijn nodig hebt en wees ervan overtuigd dat uw comfort en tevredenheid bij ons hoofdzaak zijn. Dank u voor het vliegen met United.’ Grenfell leunde voorover en bestelde via de communicator een Glendessarry met Evian. Toen het drankje kwam, dronk hij het snel op en sloot zijn ogen, denkend aan Mercy. Die droevige, zeekleurige ogen, omgeven door donkere wimpers. Haren die de kleur hadden van rood cederhout en haar bleke, hoge jukbeenderen omlijstten. Haar lichaam, bijna zo mager als dat van een kind, maar lang en elegant in een tot op de voeten vallende japon van bladgroen, afgezet met donkerder fluweel. Hij kon haar stem horen, zangerig en resonerend zoals ze die avond na het middeleeuwse schouwspel samen in de boomgaard hadden gelopen.
‘Er bestaat niet zoiets als liefde op het eerste gezicht, Bryan. Er bestaat enkel seks op het eerste gezicht. Maar als mijn bottige charmes jou in brand zetten, laten we dan bij elkaar gaan liggen, want je bent een aardige man en ik kan het gebruiken. Maar praat niet over liefde.’
Hij had het toch gedaan. Hij kon er niets aan doen. Hij realiseerde zich het onlogische ervan, hij kon naar zichzelf kijken met een wat chagrijnige objectiviteit waardoor hij toch de situatie niet de baas kon. En hij wist dat hij haar had liefgehad vanaf het eerste ogenblik dat ze elkaar zagen. Voorzichtig had hij geprobeerd dat uit te leggen zonder een complete stumper te lijken. Ze had alleen maar gelachen en hem omvergetrokken langs het met bloesems bestrooide pad. Hun passie had hen beiden verrukt, maar hem niet de ontspanning gebracht. Hij was haar gevangene. Hij zou zijn leven met haar moeten delen of anders in eenzaamheid ten onder gaan.
Maar één dag met haar! Eén dag voor hij op reis moest naar een belangrijke vergadering op een Poltroyaanse planeet. Ze had gewild dat hij bleef, gesuggereerd dat ze konden gaan zeilen, maar hij, aan zijn plichten gebonden, had het afgehouden. Stomkop! Ze kon hem nodig hebben gehad. Hoe had hij haar alleen kunnen laten? Maar één dag.
Bryans oude vriend, Gaston Deschamps, die hij zo fortuinlijk had ontmoet in een Parijs restaurant, had hem uitgenodigd enkele lege uren te vullen door het middeleeuwse spektakel dat Fête d’Auvergne werd genoemd, vanachter de coulissen gade te slaan. Gaston, directeur, had het een grappige oefening genoemd in toegepaste etnologie. En dat was het ook geweest, totdat ze werden voorgesteld.
‘We keren terug naar die opwindende dagen van vroeger,’ had Gaston uitgeroepen nadat hij hem rond had gereden door het dorp en om het kasteel. De directeur was hem voorgegaan naar een grote toren, had een deur opengeworpen naar de ingewikkelde controlekamer en daar had ze gezeten. ‘Maak kennis met mijn collega-tovenares, assistent-directeur van het Fête en de meest middeleeuwse levende vrouw binnen het Galaktisch Bestel. Mademoiselle Mercedes Lamballe!’ Ze had opgekeken vanachter haar regelpanelen en geglimlacht. Het was hem dwars door het hart gegaan. ‘Hier spreekt uw kapitein. We gaan nu de normale ruimte binnen rondom de planeet Aarde. De procedure zal twee seconden duren. Weest u zo goed die korte periode van betrekkelijk ongemak met ons te verdragen.’ Zang.
Tandentrekkerijhamerende duimen dwars doorjebotten. Zung.
‘Dank u voor uw geduld, dames en heren en zeer geëerde passagiers van andere geslachten. We landen nu op de Sterhaven Unst op de prachtige Shetland Eilanden van de Aarde om precies 1500 uur plaatselijke planetaire tijd.’
Grenfell veegde zijn voorhoofd af en bestelde nog een drankje. Dit keer dronk hij bedachtzamer. Ongevraagd kwam hem een oud liedje in de geest en hij glimlachte omdat het hem zo aan Mercy deed denken.
Er is een vrouw zo zoet en zacht, die nooit verdwijnt uit mijn gedacht’. Hoewel ik haar slechts éénmaal zag, blijft zij mijn lief tot aan mijn stervensdag.
Hij zou de ondergrondse nemen naar Nice en dan met een wagen naar Cannes. Ze zou op de kade van die vredige oude stad op hem wachten, misschien gekleed in iets groens. Haar ogen zouden weer die uitdrukking van zachtmoedige melancholie vertonen en ze zouden groen zijn of grijs, veranderlijk als de zee en even diep. Hij zou komen aanlopen met dat stoffen valies en een picknicktas vol met eten en drinken (champagne, Stiltonkaas, ganzeleverworstjes, boter, stokbrood, sinaasappels, zwarte bessen) en hij zou over zijn eigen voeten struikelen en eindelijk zou ze tegen hem glimlachen.
Hij zou de boot te voorschijn halen en ervoor zorgen dat de jongens rondom de ligplaatsen uit de buurt bleven. (Er waren tegenwoordig altijd weer jongens rondom de havens, nu hele gezinnen de Cöte d’Azur opnieuw hadden ontdekt.) Hij zou de buis die het opblaaselement verbond vastmaken en het glanzende pakket van zwart en zilveren decamole in het water gooien. En langzaam, terwijl de jongens zich vergaapten, zou de acht meter lange sloep groeien, de kiel, de romp, de dekken, de cabine, de stuurhut, de railingen en de mast. Daarna zou hij aan de afzonderlijke elementen beginnen, roer en helmstok, de stabilisatievinnen, de boom met de nog opgevouwen zeilen, de lijnen, de dekstoelen, opbergkasten, emmers, beddegoed, alles zou als een wonder geboren worden uit de combinatie van stevig decamole en samengeperste lucht. De kranen in de haven zouden de kiel en de stabilisators vullen met kwik en de rest van de boot met gedistilleerd water om massa en gewicht te geven aan de microstructuur van het opgeblazen materiaal. Het overige noodzakelijke zou hij huren, lampen, pompen, navigatiemiddelen, het anker en al het andere. Hij zou de havenmeester betalen en de rondslenterende jongens een fooitje geven zodat ze niet op de boot zouden spugen.