Выбрать главу

De staf reageerde onverschrokken. Ze waren eraan gewend dat gasten in een nogal verfomfaaide conditie aankwamen. Zes poti­ge bedienden namen de viking en Zwartsnor voor hun rekening en binnen de kortste keren lagen ze te snurken tussen lakens die naar lavendel roken.

12

Felice Landry en de psychosociale raadsman liepen over de met plavuizen belegde binnenplaats van de herberg naar een kan­toortje dat uitkeek op bloemen en een fontein. De kamer was een kopie van de studeerkamer uit een 15e-eeuwse abdij. De stenen vuurplaat met daarboven het nagemaakte familiewapen was versierd met een groot boeket gladiolen, weggestoken tussen twee vuurijzers met hondekoppen.

‘Je hebt zo’n lange reis achter de rug, burgeres Landry,’ zei de raadsman, ‘het is jammer dat je aanmelding op zoveel moeilijk­heden stuit.’

Hij leunde achterover in de gebeeldhouwde stoel, zijn vingers tegen elkaar gedrukt. Hij had een scherpe neus, droeg een voort­durende halve glimlach en zwart krullend, achterovervallend haar met een modieuze witte vlek erin. Zijn ogen stonden zorge­lijk. Hij had haar profiel gelezen. En toch, ze zag er meegaand genoeg uit in die grijsblauwe jurk terwijl ze haar vingers onrus­tig samenkneep.

Vriendelijk zei hij: ‘Zie je, Felice, je bent werkelijk nog erg jong om zo’n belangrijke stap te overwegen. Zoals je misschien weet, heeft de eerste bewaakster van het tijdportaal...’ hij knikte naar een olieverfportret van de heilig verklaarde Madame die boven de schoorsteen hing—’een minimumleeftijd bepaald van achtentwintig jaar voor al haar cliënten. Nu kunnen we het er vandaag wel over eens zijn dat die beslissing van Angélique Guderian betwistbaar was en gebaseerd op ouderwetse thomisti­sche ideeën over de vraag wanneer iemand psychisch gezien vol­wassen is. Maar het basisprincipe geldt nog steeds. Een volledig gevormd karakter is nodig voor dit soort beslissingen over leven en dood. En jij bent pas achttien. Ik ben ervan overtuigd dat je volwassener bent dan de meesten van jouw leeftijd, maar toch zou het beter zijn nog een paar jaar te wachten voor je je aan­meldt voor Ballingschap. Er is geen weg terug, Felice.’ Ik ben ongevaarlijk en bang en klein. Ik ben in jouw macht en ik heb je hulp dringend nodig en ik zou er dankbaar voor zijn. ‘U hebt mijn profiel gezien, raadsman Shonkwiler. Ik zit nogal in de puree.’

‘Ja, ja, maar dat kan behandeld worden, burgeres!’ Hij leunde naar voren en nam haar koele hand. ‘We hebben hier op Aarde zoveel meer mogelijkheden dan op jouw thuisplaneet. Acadië is verweg. Het was nauwelijks te verwachten dat de raadslieden ginds de beschikking zouden hebben over de allernieuwste the­rapietechnieken. Maar je zou naar Wenen kunnen gaan of naar New York of Wuhan. De topmensen daar zou het geen moeite kosten om dat SM-probleempje op te lossen, samen met die over­maat aan agressie en op de man gerichte jaloezie. Je persoonlijk­heid zou er nauwelijks door veranderen. Je zou bij wijze van spreken weer zo goed als nieuw zijn na de behandeling.’ De bijna vochtige en onderworpen bruine ogen begonnen iets te verhelderen. ‘Ik weet dat u alleen maar het beste met me voor hebt, raadsman Shonkwiler. Daarom vraag ik u mij te begrij­pen.’ Medelijden, hulp, empathie, toegeven aan de impuls dat kleine, pathetische ding te willen helpen. ‘Ik geef er de voorkeur aan te blijven wie ik ben. Daarom heb ik ook behandeling gewei­gerd. De gedachte dat andere mensen mijn geest manipule­ren—veranderen—dat vervult me met de afschuwelijkste ang­sten. Ik zou het niet kunnen verdragen.’ Ik zou het niet toestaan.

De raadsman bevochtigde zijn lippen en realiseerde zich ineens dat hij haar hand aan het strelen was. Hij hield daar even plotse­ling mee op en zei: ‘Wel, je psychosociale problemen zijn op zichzelf geen beletsel. Het gaat om je leeftijd en dan is er nog een tweede probleem. Het Concilie staat niet toe dat personen met werkzame metapsychische vermogens naar Ballingschap gaan. Ze zijn te waardevol voor het Bestel. De tests hebben aange­toond dat jij dergelijke latente metafuncties bezit op het psychokinetische, het psychocreatieve en het communicerende vlak. In hoge mate zelfs. Ongetwijfeld zijn die eigenschappen mede de oorzaak van je succes als beroepsatlete.’ Ze liet een treurige glimlach zien en liet daarna langzaam haar hoofd zakken zodat het loshangende platina haar als een gordijn voor haar gezicht kwam te hangen. ‘Dat is allemaal nu voorbij. Ze wilden me niet langer hebben.’

‘Dat is juist,’ zei Shonkwiler. ‘Maar wanneer je psychosociale problemen werden opgelost, zou het voor de mensen in het MPinstituut misschien mogelijk worden je latente vermogens werk­zaam te maken. Stel je voor wat dat zou kunnen inhouden! Je zou tot de elite van het Bestel gaan behoren—een mens met grote invloed—je zou de wereld kunnen veranderen. Dat zou een edele bestemming zijn, je leven door te brengen in dienst van een dankbaar sterrenrijk. Zelfs een plaats binnen het Concilie is niet ondenkbaar.’

‘Oh, ik zou aan zoiets niet eens kunnen denken. Al die geesten, het is beangstigend. En daarnaast, ik zou nooit kunnen opgeven wat ik nu ben. Er moet een manier zijn om mij door dat tijdportaal te laten gaan, zelfs wanneer ik er te jong voor ben. En u moet me daarbij helpen, raadsman.’

Hij aarzelde. ‘De recidivistenclausule had kunnen worden toege­past wanneer die ongelukkige MacSweeny en Barstow aan­klachten hadden willen indienen. Er is geen leeftijdsbeperking voor recidivisten.’

‘Dat ik daar zelf niet aan gedacht heb!’ Haar glimlach van opluchting was hartveroverend. ‘Dat maakt het allemaal zo een­voudig!’

Ze kwam overeind en liep om het bureau naar de kant waar Shonkwiler zat. Nog steeds glimlachend nam ze zijn beide schouders tussen haar koele, kleine handen, drukte met de dui­men en brak zijn beide sleutelbeenderen.

13

Cicaden gonsden in de takken van de oude bomen die het terras overschaduwden. De geur van reseda’s uit de tuinen mengde zich in de middaghitte met die van de rozen. Elizabeth Orme speelde wat met haar fruitsalade en dronk gekoelde muntthee terwijl ze zich verbaasde over de lijst die langzaam over het oppervlak van haar boek gleed.

‘Moet je eens naar deze beroepen luisteren, Aiken! Architect, tenen en gepleisterde leem. Architect, hout. Architect, niet-gemetselde steen. Bewerker van bamboe (ik wist niet dat er in Europa bamboe groeide tijdens het Plioceen!). Bakker. Lucht­schipper, Mandemaker. Bijenhouder. Brouwer. Kaarsemaker. Keramist. Houtskoolbrander. Kaasmaker. Dompteur (-euse) ... Wat zou dat in hemelsnaam zijn, denk je?’ Aiken Drums zwarte ogen schitterden. Hij sprong overeind, zijn rode lappehaar helemaal in de war en liet een denkbeeldige zweep knallen. ‘Ha! Sabeltandkleintje! Neer jij! Dus jij wilt niet luisteren naar de bevelen van je meester? Rol om! Pak ze. Nee, niet de dompteur, idioot!’

Verschillende eters aan nabije tafeltjes keken verbaasd op. Elizabeth lachte. ‘Natuurlijk. Temmers van wilde dieren zouden meer dan bruikbaar zijn in het Plioceen. Sommige van die grote­re antilopen en dergelijke zouden heel waardevol kunnen zijn als ze tam werden gemaakt. Ik zou anders niet graag een mastodont of een rinoceros te pakken nemen met geen andere achtergrond dan een vlugge slaapcursus.’

‘Oh, maar de mensen hier geven je heel wat meer dan dat, sui­kerpop. Wat er werkelijk gebeurt, is het volgende. In je slaap krijg je basislessen in neolithische technologie en overleving in het algemeen. Op die manier zul je tenminste slim genoeg zijn om een latrine te graven waar je niet zelf in bedolven raakt en je zult weten welk fruit uit die tijd je maar beter kunt laten staan of hangen. Na die basisopleiding kies je zelf een onderwerp uit die lijsten voor je bij wijze van specialisatie. Dat gebeurt uitgebrei­der in je slaapje krijgt proefwerk te maken en een soort nascho­ling voor de lastigste dingen.’ ‘Hmmm,’ overwoog ze.