Felice keek naar de grond. Ze frommelde aan de vingers van haar handschoenen en kreeg een kleur die van haar hals naar haar wangen opsteeg. ‘Misschien. Ik denk het wel. Ze waren zo verschrikkelijk.’ De kleine kin kwam verdedigend omhoog waardoor de achterwaarts zakkende hoplietenhelm haar het uiterlijk gaf van een miniatuur-Pallas Athene. ‘Ze moesten me nooit als vrouw, weet je. Ze wilden me enkel pijn doen. Ze waren jaloers op mijn kracht en bang. Mensen zijn altijd al bang voor me geweest, zelfs toen ik een kind was. Kun je je voorstellen wat dat betekent?’
‘Oh, Felice.’ Amerie aarzelde. ‘Waarom ... hoe ben je ooit aan dat moordlustige spel begonnen?’
‘Ik kon altijd al goed met dieren overweg. Mijn ouders waren bodemdeskundigen en altijd op weg van de ene expeditie naar de andere. Gebieden die net waren ontdekt, nog vol met het oorspronkelijke wild. Wanneer de kinderen daar me links lieten liggen, zorgde ik zelf voor huisdieren. Eerst kleintjes, later grotere en gevaarlijke. En er waren er heel wat op Acadië, dat kan ik je wel vertellen! Toen ik vijftien werd, heb ik ten slotte een verrul getemd. Dat beest lijkt op een heel grote rinoceros. Een plaatselijke dierenfokker wilde hem kopen om te trainen voor ringhockey. Op die sport had ik nooit erg gelet, maar nadat ik het beest had verkocht drong het tot me door dat in die sport groot geld te verdienen viel en dat mijn talenten daar geknipt voor waren.’ ‘Maar om zo’n sport professioneel te bedrijven terwijl je nog maar een meisje was ...’
‘Ik vertelde mijn ouders dat ik een leerling-verrultrainster wilde worden. Het kon hen niet schelen. Ik was altijd al overbodige bagage geweest. Ze zorgden ervoor dat ik mijn school afmaakte en lieten me toen gaan. “Wees er gelukkig mee, kind,” zeiden ze.’
Ze pauzeerde en keek Amerie uitdrukkingsloos aan. ‘Ik werd stalknecht totdat de teamleider in de gaten kreeg hoe goed ik met de dieren kon omgaan. Dat is namelijk het geheim van het hele spel, snap je? De verrul moet de doelpunten maken en zo manoeuvreren dat de andere spelers je niet raken met hun korte-afstandsverdovers. Ik mocht in het voorseizoen bij wijze van nieuwigheid meedoen. In de hoop daarmee de kas van de Groenhamers te spekken. Ze hadden er drie achtereenvolgende seizoenen niets van gemaakt en zaten op een dieptepunt. Toen ze merkten dat er meer in me zat dan een kortdurende publiciteitsstunt, kwam ik in het eerste team toen het echte seizoen begon. Die andere malloten daar sloofden zich zo uit om mij de baas te blijven dat we de wedstrijd wonnen. En daarna kwam de hele rest, met kampioenschap en al.’ ‘Prachtig.’
‘Dat had het moeten zijn. Maar ik had geen vrienden. Ik verschilde te veel van de andere spelers. Ik was een zonderling. En in het tweede jaar… toen ik wist dat ze me echt gingen haten en hun best zouden doen om me te ... Ik .. . ik ...’ Ze sloeg met haar beide vuisten op de tafel en het kindergezichtje vertrok van woede. Amerie wachtte op de tranen, maar die kwamen niet; de even zichtbare pijn werd bijna direct weer verborgen. Aan de andere kant van de tafel ontspande Felice zich en keek de andere vrouw glimlachend aan. ‘Ik ga jageres worden, weet je. Aan de andere kant. Ik zou heel wat beter voor je kunnen zorgen dan die oude man, Amerie.’ De non stond op, het bloed bonzend tegen haar slapen. Ze keerde zich van Felice af en liep naar buiten. ‘Ik denk dat we elkaar nodig zullen hebben,’ zei het meisje.
17
Auberge du Portail, FrEu, Aarde 24 augustus 2110
Lieve Varya,
We hebben hier onze laatste overlevingsspelletje voltooid en inmiddels zijn onze lichamen helemaal vertrouwd met de tropische wereld van het Aardse Plioceen. Ons rest nog een Laatste Avondmaal en één goede nachtrust voor we in de ochtend door de poort gaan. De apparatuur daarvoor bevindt zich in een merkwaardig huisje in de tuinen van de herberg. Je kunt je nauwelijks een vreemdere plek voorstellen als doorgang naar een andere wereld. Je zoekt er tevergeefs naar een opschrift boven de deur dat zou moeten zeggen PER MESI VA TRA LA PERDU-TA GENTE, maar dat gevoel is er desondanks. Na vijf dagen werken met elkaar (dat overigens meer leek op een vakantiekamp dan een basistraining, begrijp me goed) hebben wij achten, die deel uitmaken van Groep Groen, een wat wankele kennis verzameld inzake die beroepen die we voor ginds hebben uitgekozen, terwijl ons vertrouwen in de eigen bekwaamheden en geschiktheid om daar te overleven waarschijnlijk gevaarlijk is afgenomen. Maar een paar van de anderen lijken enig oog te hebben voor de narigheid die we ginds van onze voorgangers wellicht mogen verwachten. De meesten zijn eerder geneigd zich zorgen te maken over vertrapt worden door een mammoet of gebeten door slangen ter grootte van een python. Niemand verwacht een vijandige menselijke ontvangst door een comité dat begerig staat te wachten op de dagelijkse aanvoer van nieuwe, goed toegeruste reizigers.
Jij en ik weten of vermoeden dat de aankomsten door de tijdpoort aan de andere kant daar waarschijnlijk zijn geritualiseerd. Hoe dat ritueel vorm heeft gekregen, is een andere zaak. Maar we kunnen nauwelijks verwachten ontvangen te worden als doorgaande reizigers. Of we welkom zullen worden geheten of lijfelijk uitgeschud, valt niet te voorzien. De literatuur biedt een paar speculatieve scenario’s waarvan mijn haren recht overeind gaan staan. De staf in de herberg hier trekt zorgvuldig een neutraal gezicht, maar geeft ons tegelijkertijd een training in zelfverdediging. We gaan in twee groepen van vier door de poort, de grotere stukken bagage komen daar achteraan. Dat wordt waarschijnlijk gedaan omdat het gaan in een groep een zeker gevoel van veiligheid verschaft ofschoon de kortstondige pijn en desoriëntatie die we uit de gewone overzetting door de subruimte kennen, misschien ook bij het tijdreizen merkbaar is. Dat zou een tactisch nadeel betekenen in de eerste paar minuten na onze aankomst in het Plioceen.
Jouw grappige speculaties over mijn nieuwe beroep in die primitieve wereld heb ik zeer gewaardeerd. Maar aangezien de laatste dinosaurus op zijn minst zestig miljoen jaar voor het Plioceen al was uitgestorven, zal ik waarschijnlijk hun drollen niet meer opvegen. Ik zal dus geen kapitalist worden door de verkoop van antediluviaanse mest. Prozaïsch genoeg zal mijn nieuwe baan doodgewoon in het verlengde liggen van wat tot nu toe mijn hobby was op het water. Ik zal door visvangst onderweg aan de kost komen terwijl ik de zeeën doorploeg tijdens mijn Queeste en misschien zal ik al doende onderweg wat handel drijven als de gelegenheid zich voordoet. De sloep was veel te modern om mee te mogen nemen naar het Plioceen, ik heb haar dus geruild voor een kleinere trimaran die water of zand in ballast nodig heeft in plaats van kwik. Als dat nodig is kan ik trouwens iets heel simpels zelf in elkaar zetten van wat maar voorhanden is. We hebben gereedschap bij ons van vitredur, een glasachtig materiaal, hard als edelsteen dat altijd scherp blijft en de eerste tweehonderd jaar niet desintegreert. Afgezien van mijn scheepsspullen kreeg ik een overlevingsset van de herberg (uiterst indrukwekkend) en iets dat zij een Klein-gereedschapsset noemen bestaande uit werktuigen en voorzieningen van decamole van huishoudelijke aard te zamen met een paar pakjes zaden en een grote bibliotheek met een plank vol ‘doe-het-zelf-boeken over ieder denkbaar onderwerp, variërend van huishoudkunde tot en met destilleren.
Dat laatste is overigens het keuzeberoep van onze Viking. Hij heeft me in vertrouwen ook toegefluisterd dat als er ginds vraag is naar bijlzwaaiende huurlingen, hij die twee beroepen wil combineren.
Het personage dat ik de Piraat heb gedoopt wil zich ook met alcoholische drank bezighouden, maar meer de wijnen en likeuren. Hij en de Viking zijn nu de dikste vrienden, ze brengen al hun vrije tijd door met het achteroverslaan van de duurste drank die de herberg maar kan aanslepen en ondertussen speculeren ze over de kwaliteit van de vrouwelijke vertroosting die ginds voorhanden zou zijn. (Groep Groen heeft wat dat betreft zelf weinig te bieden. Behalve de Non is er een sinistere Maagd-Jageres die volgens de geruchten al moord en doodslag heeft veroorzaakt onder de raadsmannen hier omdat ze dan als recidiviste kans maakte op toelating. Dan is er nog een buitensporig behoedzame Meta Dame die er, althans tot op dit moment, mee tevreden is een van de jongens te spelen.)