De helden zelf deden het wel nadat ze John Havig hadden besprongen. Ze grienden dat hij er een heel leger bij had gehaald. Het was duidelijk dat ze een ontzettend pak op hun donder hadden gehad. Ze werden nog extra gestraft voor het verhaal. ‘Pestkoppen met grote treitersmoelen zijn altijd lafaards,’ zeiden vaders tegen hun zoons. ‘Kijk maar wat er gebeurde toen die aardige jongen van Havig zich verzette en terugvocht.’ Een tijdlang werd hij met eerbied bekeken, hoewel hij bloosde, stamelde en weigerde details te geven; daarna noemde we hem Jack.
Verder raakte het incident spoedig in vergetelheid. Dat was in het jaar dat Frankrijk capituleerde.
‘Nog nieuws over de spookoom?’ vroeg ik Eleanor. Er waren een paar families bijeen op een feestje, maar ik wilde even van het politieke geklets af.
‘Wat?’ vroeg ze ontwijkend. We stonden op de overdekte veranda van de Stocktons. Achter ons waren de verlichte ramen en klonk het geroezemoes van gesprekken, maar dat verhinderde ons niet te genieten van een volle maan boven de kapel van de Holberg College of het geluid van krekels in de warme, naar aarde geurende duisternis. ‘Oh,’ ze lachte met kuiltjes. ‘Je bedoelt van mijn zoon. Nee, al een poosje niet meer. Je had toch gelijk dat het wel over zou gaan.’
‘Of hij heeft geleerd voorzichtig te zijn met zijn uitspraken.’ Als ik even nagedacht had, zou ik dit nooit hardop hebben gezegd.
Pijnlijk getroffen zei ze: ‘Je bedoelt dat hij misschien helemaal dichtgeklapt is? Hij is gereserveerd, hij vertelt ons niets van belang, en ook niet aan iemand anders, voor zover ik kan nagaan…’
‘Ik bedoel,’ zei ik haastig, ‘dat hij op zijn vader lijkt. Ik wil maar zeggen, Ellie, dat jij een prima kerel hebt, en dat zal je schoondochter ook krijgen. Kom, laten we naar binnen gaan en nog wat inschenken.’
Door mijn aantekeningen weet ik nog de exacte dag van Jack’s geestelijke instorting.
Dinsdag, 14 april 1942. De dag tevoren had Tom trots een mededeling gedaan aan zijn zoon. Zijn vrouw wist van zijn plannen; niemand anders. Maar nu had hij de officiele kennisgeving: de school had zijn ontslag geaccepteerd en het leger zijn dienstname, na het einde van zijn schoolcontract.
Hij had zelfs ongetwijfeld uitstel kunnen krijgen. Hij was de dertig al gepasseerd en bovendien leraar wis- en natuurkunde. Om eerlijk te zijn: hij zou zijn land beter hebben gediend door te blijven. Maar de kruistocht was gepredikt en de weduwmaker lonkte op grote afstand van de drempels van het veilige, ingedutte Senlac. Ook ik overwoog de mogelijkheden van het uniform, terwijl ik toch al van middelbare leeftijd was, maar men praatte het mij uit het hoofd. Eleanors telefoontje trommelde me voor zonsopgang uit de veren. ‘Bob, je moet komen, nu meteen… toe, alsjeblieft. Johnny… Hij is hysterisch. Erger dan hysterisch. Ik ben bang… hersenvliesontsteking of… Bob, kom!’
Ik haastte me erheen, hield het lichaam in mijn armen, probeerde wijs te worden uit zijn wartaal, en gaf hem ten slotte een injectie.
Voor ik kwam had Jack gekrijst, gebraakt, als een klit aan zijn vader gehangen, zichzelf gekrabd tot hij bloedde en met zijn hoofd tegen de muur geslagen. ‘Pappa, pappa, je mag niet gaan. Ze zullen je vermoorden. Ik weet het, ik weet het. Ik heb het zelf gezien. Ik ben er geweest en keek, ik keek in het raam en mammie was er en ze huilde. Pappa, pappa, pappa!’
Ik hield hem bijna een week onder kalmerende middelen, tot het niet langer strikt noodzakelijk was. Hij was zowat een maand lusteloos en ziek.
Dit was absoluut geen normale reactie. Andere jongens, wier vaders aan het front waren, waren trots of deden alsof. Nou, dacht ik, Jack was niet zo.
Hij knapte weer op en wierp zich op zijn schoolwerk.
Hij greep iedere kans aan om bij Tom te kunnen zijn, en veel van die kansen had niemand van tevoren kunnen zien aankomen, bijvoorbeeld wanneer Tom onverwacht verlof kreeg. In de tussentijd schreef hij bijna dagelijks brieven aan zijn vader. Zijn vader sneuvelde op 6 augustus 1943, in Italie.
2
Het is onverdraaglijk voor een arts dat hij toch die onvermijdelijk griezelige blunders heeft begaan; tenzij hij zich voldoende reddingen herinnert om die blunders enigszins te compenseren. Ik reken Jack Havig tot degenen die me ontlastten. Toch hielp ik minder als arts dan als mens.
Door mijn vakkennis was me duidelijk dat de jongen ernstig overspannen was, ondanks zijn geen enkele indicatie gevend uiterlijk. In 1942 was benzine buiten de oostelijke staten niet op rantsoen. Ik zorgde voor een waarnemend collega en toen de schoolvakantie begon, gingen Bill en ik op reis… en we namen Jack mee. We huurden een kano in Minnesota’s Arrowhead en drongen binnen in de wildernis van meren, moerassen en prachtige bossen die zich tot in Canada uitstrekken. Gedurende een hele maand waren mijn dertien jaar oude zoon, mijn zo goed als geadopteerde zoon en ik op onszelf aangewezen. Jack was toen geloof ik negen jaar. Het is een gebied van regen en muskieten; roeien met tegenwind is een zware klus en sjouwen niet minder; een kamp opslaan vergde meer inspanning dan wanneer we over een moderne, hedendaagse uitrusting en diepvriesvoorraden hadden beschikt. Jack had behoefte aan die inspanningen, aan die nachtelijke uitputting. Dit buitenleven begon hem sneller te genezen dan ik had verwacht. Zwijgende zonsopgangen, goudstralend door de kruinen van de bomen, uiteenspattend en reflecterend op de brede meren; het gezang van vogels, het ruisen van de wind, de geur van altijd groene bomen; een eekhoorn, schuchter verleid tot uit de hand eten; de zweefsprongen van een vluchtend hert; zwarte bessen plukken op een heldere, warme open plek in het woud, tot de komst van een beer daaraan een einde maakte en we eerbiedig het veld voor hem ruimden; elanden, reusachtig en onbevreesd, ons naogend terwijl we over het water langsgleden; zonsondergangen die de doorschijnende vleugels van vleermuizen in gloed zetten; schemeringen, kampvuren, verhalen; Bill’s jeugdige verbazing over dingen, waardoor ik indirect de kans kreeg Jack te vertellen welk een immense wereld er achter onze kleine zorgen ligt; slaapzakken en ontelbare sterren. Het was allemaal de basis voor zijn genezing. Toen we weer thuis waren beging ik een kardinale fout. Ik zei: ‘1k hoop dat je over die angst omtrent je vader heen bent, Jack. Het is nu eenmaal onmogelijk om de toekomst van te voren te weten.’ Hij verbleekte, draaide zich om en rende weg. Het kostte me weken om zijn vertrouwen terug te winnen. Hij vertrouwde me echter niet meer toe dan de gedachten en de problemen van een normale jongen van die leeftijd. Hij noch ik roerden zijn obsessie aan. Maar voor zover tijd en omstandigheden dat toelieten, trachtte ik een beetje diegene voor hem te zijn die hij zo wanhopig miste: zijn vader.
Omdat de oorlog voortduurde, konden we geen lange excursies meer maken. We slenterden nog wel regelmatig in de omgeving, we hadden Morgans Woods om wat rond te zwerven en om te picknicken, de rivier om te Zwemmen en te vissen en Lake Winnego en mijn kleine zeilboot. Hij kon aanwippen in mijn garage, waar ik een werkplaats had en timmerde daar iets, zoals een vogelvoederbak voor zichzelf te maken, of een bezemrek voor zijn moeder. En we konden praten.
Ik geloof dat hij al een groot deel van zijn kalmte had herwonnen wat betreft Tom’s voorspelde dood, toen het werkelijk gebeurde. Iedereen nam aan dat zijn waarschuwing niet meer dan een toevallige gebeurtenis was geweest.