Выбрать главу

‘Als jong meisje al heb ik geleerd wantrouwig te zijn.’

Havig aarzelde even voor hij zei: ‘Als ze achter ons aanzitten en weten dat dok ons contact is, zouden ze ons dan niet via hem te grazen nemen? Nou, dat hebben ze niet gedaan.’ Tegen mij: ‘Het spijt me dat ik je willens en wetens aan gevaar heb blootgesteld. Daarom mijd ik mijn moeder.’

‘Dat is in orde, Jack.’ Ik lachte geforceerd. ‘Het geeft me wat te doen op mijn ouwe dag.’

‘Er overkomt je niets,’ hield hij vol. ‘Daar heb ik me van overtuigd.’ Leonce haalde diep adem. Een tijd lang was er geen geluid te horen, behalve het suizen van de wind in de takken buiten. ‘Je bedoelt,’ zei ik, ‘dat je hebt vastgesteld dat ik rustig verder zal leven tot’ ik sterf.’

Hij knikte.

‘Je weet de datum,’ zei ik. Hij verroerde zich niet.

‘Nou, vertel het maar niet,’ besloot ik. ‘Niet dat ik bang ben, maar ik ga gewoon liever door met me op de gewone sterfelijke manier te amuseren. Ik benijd je niet — jij kunt een vriend twee keer verliezen.’ De theeketel floot.

Uren later zei ik: ‘Je hebt dus besloten in te grijpen. Je wilt iets aan het Arendsnest gaan doen?’

‘Als we dat kunnen,’ zei Havig somber.

Leonce, die naast hem zat, greep hem bij zijn arm. ‘Maar wat?’ schreeuwde zij bijna. ‘Ik ben zelf even in de toekomst geweest, maar het is groter dan ooit tevoren en ik zag Cal Wallis uit een vliegtuig stappen; hij werd oud, maar toch was hij er.’ Haar vingers kromden zich tot klauwen. ‘Niemand had die rotzak vermoord, in al die tijd niet.

Ik vulde mijn pijp. We hadden gegeten en zaten nu te midden van mijn boeken en schilderijen. Ik had verklaard dat de zon laag genoeg aan de onzichtbare einder stond om de whisky te voorschijn te halen. Maar die twee konden niet meer eenvoudig genieten van een bezoek aan een oude bekende; hun verdriet en woede stonden dat in de weg. ‘Je hebt geen volledige beschrijving van de toekomst van het Arendsnest,’ zei ik.

‘Tja, we hebben het boek van Wallis gelezen en naar zijn woorden geluisterd,’ antwoordde Havig. ‘We geloven niet dat hij liegt. Hij is veel te vol van zichzelf om over zo iets te liegen.’

‘Je begrijpt niet waar ik op aanstuur.’ Ik gebaarde met mijn pijp. ‘De vraag is of je persoonlijk een jaarlijkse inspectie gemaakt hebt.’

‘Nee,’ antwoordde Leonce. ‘Aanvankelijk was daar geen reden voor en later was het te gevaarlijk.’ Ze hield haar blik op mij gevestigd. Ze was een schrandere meid. ‘Waar wilt u heen, dokter?

Ik streek een lucifer aan en stak mijn pijp aan. ‘Jack, ik heb lang nagedacht over wat je me bij je vorige bezoek vertelde. Ik heb de vrije tijd om na te denken en te studeren — je bent teruggekomen in de hoop dat ik een idee zou hebben, is het niet?’

Hij knikte en onderdrukte een huivering.

‘Ik heb geen pasklare oplossing voor jullie problemen,’ waarschuwde ik, ‘maar ik heb eens nagedacht over een opmerking die je maakte dat vrijheid ligt in het onbekende.’

‘Ga door,’ drong Leonce aan.

‘Wel,’ zei ik tussen twee halen door, ‘watje me nu vertelt, sterkt mi in mijn overtuiging. Dat wil zeggen: Wallis gelooft dat zijn organisatie, weliswaar in gewijzigde vorm maar fundamenteel dezelfde, in de periode na de Maurai de leiding zal hebben. Watje daar gezien hebt, maakt dat niet erg geloofwaardig, wel? Ergo, er is ergens een tegen ‘strijdigheid. En voor wat in de tussenliggende periode gebeurd is, heb je alleen het woord van Caleb Wallis en die is een snoever en i meer dan honderd jaar geleden geboren.’

‘Wat heeft zijn geboortejaar er nu mee te maken?’ vroeg Havig. ‘Heel veel,’ zei ik. ‘Dit is een bittere eeuw. Er zijn harde lessen geleerd die de generatie van Wallis nooit nodig had en waarover zij zich geen voorstelling kon maken. Hij heeft misschien van het begrip systeemanalyse gehoord, maar hij gebruikt het nooit. Het zit hem niet in het bloed. Jouw chronoloog is een voorbeeld van twintigste-eeuws denken,’ vervolgde ik. ‘Wat is ervan geworden, tussen twee haakjes?’

‘Die is in Pera achtergebleven … toen ik gevangen genomen werd,’ antwoordde hij. ‘Ik denk dat de latere eigenaar van het huis hem weggegooid heeft. Misschien dacht hij dat het toverij was en heeft hij hem in de Hoorn gesmeten. Ik heb een paar nieuwe laten maken.’ Een gevoel van opwinding maakte zich van mij meester en ik begon iets te begrijpen van Leonce, de jaagster. ‘De mannen die je oppakten, zelfs zo’n gehaaid type als die Krasicki, kwamen niet op het idee om hem mee te nemen om te laten onderzoeken. Dat is een prachtig voorbeeld. Kijk eens, Jack, iedere tijdreiziger vindt het verdomd lastig om precies op het goede moment aan te komen. Voor jou was het de gewoonste zaak van de wereld om in te zien dat de oplossing van het probleem een instrument was. Daarna zocht je gewoon een bedrijf dat het ding voor je kon uitvinden en bouwen.’ Ik blies een blauwe rookwolk uit. ‘Dat is nooit bij Wallis opgekomen,’ besloot ik. ‘Bij niemand van zijn bende. Zo’n aanpak gaat ze niet natuurlijk af.’

Weer werd het stil.

‘Ik ben de laatste reiziger die ze voor het Oordeel hebben gevonden,’ zei Havig.

‘Precies, maak daar dus gebruik van. Je hebt al een begin gemaakt met je onderzoek in de periode na de Maurai. Je vindt het misschien niet te geloven dat Wallis geen diepgaande studie heeft gemaakt van die tijd. Maar vergeet niet dat hij uit een tijd stamt waarin totaal niet vooruitgekeken werd, een tijd waarin iedereen dacht dat de open mijnbouw en de ontbossing voor altijd door konden gaan. Het was de eeuw van Clerk Maxwell, de grondlegger van de cybernetica, en Babbage en Peirce en Clausewitz en nog vele andere denkers aan wie we nu nog veel te danken hebben. Maar het zaad van hun gedachten begon pas later wortel te schieten en te bloeien. Hoe dan ook, zoals zo veel tijdreizigers bleef Wallis niet rondhangen om de ontwikkelingen in zijn eeuw mee te maken. Nee, hij wist niet hoe snel hij de almachtige superman moest uithangen.

Jack, Jij kunt profiteren van de moeizaam vergaarde kennis van het menselijk ras.’

Leonce keek verward. Mijn filosofie was voor haar ook nieuw. Jack leek er geheel door in beslag genomen. ‘Wat is je voorstel?’ vroeg hij zacht.

‘Niets in het bijzonder,’ antwoordde ik. ‘Meer in het algemeen. Concentreer je meer op strategie dan op tactiek. Probeer niet het op je eentje tegen een organisatie op te nemen; richt een betere op.’

‘Waar haal ik de leden vandaan?’

‘Van altijd en overal. Wallis gebruikte min of meer zijn fantasie bij zijn ronselpraktijken, maar zijn methodes waren primitief en zijn opvattingen bekrompen. Er moeten op die dag in Jeruzalem, bij voorbeeld, meer tijdreizigers geweest zijn. Zijn agenten pikten alleen degenen op die erg opvielen, en gaven het toen op. Er moet een manier zijn om de aandacht van de overigen te trekken.’

‘Ja. .. daar heb ik ook over nagedacht.’ Havig liet zijn kin op zijn handen rusten. ‘Misschien door de straten lopen en regels uit de Griekse mis zingen …’

‘En in het Latijn. Je kunt je geen grieven veroorloven. En nog iets Waarom zou je geen open kaart spelen? Natuurlijk, je “oom” had groot gelijk toen hij erop aandrong je geheim aan niemand te vertellen; het zou voor een kind afschuwelijk zijn als ontdekt werd dat hij een tijdreiziger was. Maar je bent geen kind meer. Bovendien, ik heb begrepen dat Wallis gewone mensen als een minderwaardige soort beschouwt. Hij tolereert ze alleen op ondergeschikte posities. Het enige dat hij daarmee bereikt, is dat hij geen gebruik kan maken van hun verstand.

Ik heb mijn licht eens opgestoken op Holberg College en Berkeley. Er zijn wel degelijk goede en verantwoordelijke wetenschapsmensen op Berkeley. Ik kan je de namen geven van mannen en vrouwen die je zullen accepteren voor wat je bent en je vertrouwen niet zullen beschamen. Ze zullen je, net als ik, helpen.’

‘Waarmee?’ vroeg Leonce.