Выбрать главу

Denkt u zich 1951 in als u kunt, als u durft, en lees, net als ik, die grap op de eerste pagina, met de mededeling ‘Copyright (c) 1970, John F. Havig’.

3

EIGENTIJDSE UNIVERSITAIRE WOORDENLIJST

Agressie: Iedere buitenlandse politiek die wordt voorgestaan door een fascist.

Blank: Van Kaukasische afkomst, huidskleur varierend van bruin tot ivoor. Niet te verwarren met Zwart, Bruin, Rood of Geel. Bruin:

Van Mexicaanse afkomst, huidskleur varierend van bruin tot ivoor. Niet te verwarren met Zwart, Rood, Geel of Blank.

Chauvinisme: Mening van een blanke westerling dat er iets te zeggen valt voor zijn land, cultuur, ras, sexe of hemzelf.

Democratie: Een natie waarin de in vrijheid gekozen regering reageert op de volkswil.

Ecologie: (1) Verouderd: De studie van de onderlinge samenhang van levende wezens en het milieu in het algemeen. (2) Alle niet-menselijk leven dat door de maatschappij schade wordt berokkend, zoals valken en bomen, maar met uitzondering van ratten, mussen en algen.

Fascist: Een voorstander van het voortbestaan van het Westen.

Geeclass="underline" Van Mongoolse afkomst, huidskleur varierend van bruin tot ivoor. Niet te verwarren met Zwart, Bruin, Rood of Blank. Huurling: Een soldaat die voor geld een regering dient die niet de zijne is.

Imperialist: Iemand die bepleit dat een Westers land zijn overzeese gebiedsdelen behoudt.

Kolonialist: Iedereen die gelooft dat iemand van Europese of Noordamerikaanse afkomst het recht heeft te verblijven in ieder gebied buiten Europa of Noord-Amerika waar zijn voorouders zich gevestigd hebben, tenzij die Russen waren.

Liefde: Een emotie die, indien universeel gevoeld, alle menselijke problemen automatisch op zou lossen. Militair-Industriele Complex: Een samenzwering tussen militaire en industriele leiders die geacht wordt de V.S. in haar greep te hebben. Niet te verwarren met militaire en industriele leiders in de U.S.S.R. Napalm: Verdikte benzine, aangewend tegen vijandelijke militairen. Veroordeeld door alle ware liberalen, behalve wanneer door Israeli’s gebruikt tegen Arabieren.

Organisch: Voedsel, geteeld met natuurlijke mest etc. en zonder gebruik te maken van chemische bestrijdingsmiddelen etc. en daardoor vrij van schadelijke reststoffen en ernstige aantasting door insecten, omdat de omliggende akkers kunstmatig bemest en met chemicalien bespoten zijn.

Plutocraat: Een burger van een republiek die vanwege zijn enorme rijkdom, die hij weigert met de armen te delen, buitensporige politieke macht bezit. Niet te verwarren met een Kennedy.

Rood: Van Amerikaans-Indiaanse afkomst, huidskleur varierend van bruin tot ivoor. Niet te verwarren met Zwart, Bruin, Blank of Geel, noch met Mexicaans, hoewel de meeste Mexicanen van Amerikaans-Indiaanse afkomst zijn.

Stormtroepen: Personen die risico’s lopen voor de fascistische zaak.

Vooroordeeclass="underline" Vijandigheid of verachting gebaseerd op de klasse waartoe iemand behoort, met veronachtzaming van de feiten.

Wreedheid: Iedere actie ondernomen door een politiefunctionaris.

Xenofobie: Wantrouwen jegens vreemden die willen bepalen watje doen en laten moet.

Zwart: Geheel of gedeeltelijk van Afrikaanse afkomst, huidskleur varierend van bruin tot ivoor. Niet te verwarren met Bruin, Rood, Blank of Geel.

4

Mijn werkkamer kwam me even vreemd voor toen ik binnenkwam. Het cilinderbureau, de verstelbare flexibele leeslamp, de versleten, met leer beklede draaistoel, de met paardenhaar gevulde bank voor bezoekers, de plank met naslagwerken, het ingelijste diploma, de deur naar de behandelkamer op een kier, een blik gunnend op kastjes met instrumenten, en geneesmiddelen die Koch voor het grootste deel herkend zou hebben — alles leek zo uit zijn verband; een klein eiland in de tijd, snel aangevreten door de oceaan. En ik besefte dat ik over een jaar of tien maar beter met pensioen kon gaan. De sneeuwjacht was dichter geworden, waardoor de ramen bleek, schemerig licht doorlieten. Jack had de lamp aangestoken zodat hij een tijdschrift kon lezen. Buiten het geconcentreerde licht van de lamp was de kamer in schaduwen gehuld. De stoomradiator pruttelde en maakte de lucht warm en droog.

Hij stond op. ‘Het spijt me dat ik u al die last bezorg, Dr. Anderson’, zei hij.

Ik beduidde hem weer in zijn stoel te gaan zitten, nam zelf ook plaats en stak een verse pijp op. Zoveel roken was onaangenaam voor de mond, maar mijn vingers moesten iets te doen hebben.

Jack knikte naar het pamflet dat ik op het bureau had gegooid.

‘Wat vindt u ervan?’ vroeg hij toonloos.

Ik gluurde door de bovenste helft van mijn dubbelgeslepen bril. Dit was niet de jongen die had geweten dat hij zijn vader zou verliezen, noch de jongen die er niet in slaagde zijn jammerlijke toestand te verbergen toen zijn moeder hem opscheepte met een stiefvader — nog maar nauwelijks een jaar geleden. Voor me zat een jonge man met oude ogen.

Grijze ogen in een smal gezicht met een rechte neus. Van Tom had hij het donkerblonde haar en het slanke, middelgrote, enigszins onbehouwen lichaam; zijn volle lippen, een bijdrage van Eleanor, waren niet helemaal op hun plaats in dat ascetische voorkomen; het totaalbeeld was de Jack Havig die ik nooit had kunnen doorgronden. Zoals altijd was hij zorgeloos gekleed. Hij droeg een Schots geruite trui en de blauwe spijkerbroek waarmee hij de zwerftocht door de heuvels had gemaakt. Zijn houding leek me alert. Hij scheen zich totaal niet ongemakkelijk te voelen en zijn blik ontweek geen moment te mijne.

‘Tja,’ zei ik. ‘Het is origineel, hoewel je zult moeten toegeven dat het nogal verwarrend is.’ Ik stopte mijn pijp.

‘Tja, ik vermoed van wel. Het is een aandenken. Misschien was het beter geweest als ik niets had meegenomen.’

‘Je bedoelt van je reizen, eh, als je wegliep van huis? Waar hing je uit, Jack?’

‘Hier en daar wat rondgekeken.’

Ik herinnerde me een klein koppig persoontje dat ooit eens een soortgelijk antwoord had gegeven, nadat een onbekende hem naar zijn vader had teruggebracht. Het deed me ook aan een hoop andere dingen terugdenken.

Mijn lucifer maakte een schrapend geluid en leek bijna onnatuurlijk sterk op te vlammen. Ik nam een flinke trek van de geurige tabak en genoot van de rook, terwijl ik me beraadde over hetgeen ik moest zeggen.

‘Luister, Jack. Je zit in de penarie. Erger nog, je moeder zit in moeilijkheden.’ Dat deed hem schrikken. ‘Ik ben een vriend van jullie alle twee; ik wil helpen, maar verdomme, je zult op zijn minst moeten meewerken.’

‘Dok, ik zou willen dat ik het kon,’ fluisterde hij.

Ik tikte op het pamflet. ‘Okay,’ zei ik, ‘vertel datje aan een sf-verhaal of iets dergelijks bezig bent, dat zich afspeelt rond 1970 en dat dit achtergrondmateriaal is. Ik ben dan geneigd te denken dat je de zaken nodeloos duister voorstelt, maar dat interesseert me niet; dat zijn jouw zaken.’ Met mijn pijpsteel gebarend: ‘Wat jouw zaken echter niet zijn, is het feit dat dit papier gestencild is. Niemand stencilt iets voor strikt persoonlijk gebruik. Organisaties, verenigingen doen dat wel. Wat voor organisatie steekt hier achter?’