Comment tuer l'amant de sa femme
Quand on a été comme moi élevé
Dans les traditions?
Il y a l'arsenic, ouais
C'est trop long.
Il y a le révolver
Mais c'est trop court.
Il y a l'amitié
C'est trop cher.
Il y a le mépris
C'est un péché.
Comment tuer l'amant d'sa femme
Quand on a reçu comme moi
La croix d'honneur
Chez les bonnes sœurs?
Comment tuer l'amant d'sa femme
Moi qui n'ose même pas
Le lui dire avec des fleurs?
Comme je n'ai pas l'courage
De l'insulter tout l'temps
Il dit que l'amour me rend lâche.
Comme il est en chômage
Il dit en me frappant
Que l'amour le rend imprévoyant.
Il croit que c'est amusant
Pour un homme qui a mon âge
Qui n'a plus de femme et onze enfants.
Bien sûr je leur fais la cuisine
Je bats les chiens et les tapis
Le soir je leur chante "Nuit de Chine".
Mais qui n'a pas ses p'tits soucis?
Pourquoi tuer l'amant d'sa femme
Puisque c'est à cause de moi
Qu'il est un peu vérolé?
Pourquoi tuer l'amant d'ma femme
Puisque c'est à cause de moi
Qu'il est pénicilliné?
De burgerij (Les Bourgeois)
Paroles: Jacques Brel, adap: Ernst van Altena. Musique: Jean Corti 1965 "J'arrive"
Dronken, dol en dwaas
Beet ik in mijn bier
Bij de dikke Siaam uit Monverland
Ik dronk een glas met Klaas
Ik dronk een glas met Peer
En sprong er aardig uit de band
Die klaas hij voelde zich een Dante
Die Peer wou Casanova zijn
En ik de superarrogante
Ik dacht dat ik mezelf kon zijn
En om twaalf uur als de burgertroep
Huisging uit hotel de Goudfazant
Dan scholden wij ze poep
En zongen vol vuur
pet in de hand
Burgerij, mannen van het jaar nul
Vette burgerklik
Vette vieze varkens
Burgerij tamme zwijnenspul
Al die burger is is een ouwe…
Dronken, dol en dwaas
Beet ik in mijn bier
Bij de dikke Siaam uit Monverland
Ik dronk een vat met Klaas
Ik dronk een fust met Peer
En sprong er heftig uit de band
Klaas Dante danste als mijn tante
En Casanova was te bang
Maar ik de superarrogante
Was zelfs voor mezelf niet bang
En om twaalf uur als de burgertroep
Huisging uit hotel de Goudfazant
Dan scholden wij ze poep
En zongen vol vuur
pet in de hand
Burgerij, mannen van het jaar nul
Vette burgerklik
Vette vieze varkens
Burgerij tamme zwijnenspul
Al die burger is is een ouwe…
Elk instinct dwaas
Zoek ik mijn vertier
's Avonds in hotel de Goudfazant
Met meester-facteur Klaas
En met notaris Peer bespreek ik daar de avondkrant
En Klaas citeert eens wat uit Dante
Of Peer haalt Casanova aan
En ik ik bleef de superarrogante
Ik haal nog steeds mijn eigen woorden aan
Maar gaan wij naar huis
Meneer de brigadier
Dan staat daar bij die Siaam uit Monverland
Een hele troep gespuis
Dronken van al het bier
Dat zingt dan van
Burgerij, mannen van het jaar nul
Vette burgerklik
Vette vieze varkens
Ja meneer de brigadier
Ja dat zijn ze
Burgerij tamme zwijnenspul
Al die burger is is een ouwe…
De nuttelozen van de nacht (Les paumés du petit matin)
Paroles: Jacques Brel, adapt: Ernst van Altena. Musique: François Rauber 1965 "J'arrive"
Ze ontwaken om een uur om vier
Ze ontbijten met een kleintje bier
Ze gaan uit omdat er thuis niets wacht
De nuttelozen van de nacht
Zij gedraagt zich arrogant omdat ze mooie borsten heeft
Hij is zeker en charmant omdat Papa hem centen geeft
Hun onmacht is hun hoogste macht
De nuttelozen van de nacht
Kom dans met mij
Vriendin, kom hier, vriendin, kom hier, kom Hier; nee, nee blijf!
Kom dans met mij, laat ons dansen lijf aan lijf
Ze braken zonder ziek te zijn
Ze braken zacht en zonder pijn
Ze nemen zich bedroefd de nacht
De nuttelozen van de nacht
Ze bespreken zonder end
De poezie die geen van hen kent
De romans die geen van hen schreef
De vrouw die bij geen van hen bleef
De grap waarom geen van hen om lacht
De nuttelozen van de nacht
Kom dans met mij
Vriendin, kom hier, vriendin, kom hier, kom hier; nee, nee blijf!
Kom dans met mij, laat ons dansen lijf aan lijf
In de liefde zijn ze zo berooid
't Was, 't was, ze was zo zacht
Ze was, ach, dat begrijp u nooit
De nuttelozen van de nacht
Ze nemen nog een laatste glas
Vertellen nog een laatste grap
En met een allerlaatste glas
De laatste dans
De laatste stap
Het laatste verdriet
De laatste klacht
De nuttelozen van de nacht
Kom, kom, kom huil met mij
Vriendin, kom hier, vriendin, kom hier, kom hier, nee blijf
Kom, kom huil met mij
Laat ons huilen lijf aan lijf
De nuttelozen van de nacht
Demain l'on se marie
Paroles et Musique: Jacques Brel 1958
Puisque demain l'on se marie
Apprenons la même chanson
Puisque demain s'ouvre la vie
Dis-moi ce que nous chanterons
Nous forcerons l'amour
A bercer notre vie
D'une chanson jolie
Qu'à deux nous chanterons
Nous forcerons l'amour
Si tu le veux, ma mie
A n'être de nos vies
Que l'humble forgeron
Puisque demain l'on se marie
Apprenons la même chanson
Puisque demain s'ouvre la vie
Dis-moi ce que nous y verrons
Nous forcerons nos yeux
A ne jamais rien voir
Que la chose jolie
Qui vit en chaque chose
Nous forcerons nos yeux
A n'être qu'un espoir
A deux nous offrirons
Comme on offre une rose
Puisque demain l'on se marie
Apprenons la même chanson
Puisque demain s'ouvre la vie
Dis-moi encore où nous irons