‘Je bent geweldig!’
Graanoogst staat op. ‘Het bier is voor mijn rekening. En je houdt nog wat van me tegoed!’
‘Daar hou ik je aan!’ belooft Zwarte Cor grijnzend. ‘Ik weet je te vinden.’
Graanoogst legt wat geld op de bar en loopt naar buiten. Hij pakt zijn mobiel en drukt een van de voorkeuzetoetsen in.
Vrijwel direct wordt er opgenomen.
‘Oscar, goed dat je belt, man! Ik ben die lijst van Christie Zeilmaker aan het ontcijferen. Weet je wat het is?’
‘Nou?’
‘Een klantenlijst! Met hun seksuele voorkeuren, zoals voetfetisj en bondage, en met bedragen. En volgens mij wijzen die afkortingen erop of ze wel of niet via Fleurs de Lys aan die lui verdiende. Of deels.’
‘Goed nieuws,’ zegt Graanoogst. Hij gaat uit de loop bij een portiek staan. ‘Dat sluit mooi aan bij wat ik heb ontdekt.’
‘Wat dan?’
‘Christie Zeilmaker werkte inderdaad steeds meer voor zichzelf. Ze pikte steeds meer goed betalende klanten in van Fleurs de Lys. Daar schenen mevrouw Vera de Lange en haar butler, die ook haar sterke arm blijkt te zijn, niet erg blij mee te wezen. En raad eens?’
‘Nou?’
‘Vera de Lange rijdt rond in een heel opvallende auto. En die auto stond op de middag van de moord geparkeerd op de Gerard Dou. Dat kan hemelsbreed nooit meer dan een paar honderd meter van dat appartement op de Cuyp zijn geweest.’
‘Allemachtig. Dat is geweldig!’
‘Ja, vind je niet? Ik kom nu naar het bureau. Regel jij met Leo dat Vera de Lange en haar hulpje direct worden opgepakt?’
‘Doe ik. Want ik moet toch nog even bij Leo langs, bedenk ik nu.’
‘Prima, dan zie ik je zo.’
Goedgehumeurd zet Graanoogst de pas erin. Al lopend drukt hij voorkeuzetoets 1 in.
‘Henny, met Oscar. Het wordt wat later vanavond.’ Even luistert hij naar de gebruikelijke protesten, dan zegt hij vrolijk: ‘Ja, schat, ik weet het, maar je lieve echtgenoot moet eerst even een moordenaar oppakken.’
31
Graanoogst loopt de kamer van Leo Esterik binnen en blijft verrast staan. Zijlstra zit daar al, met een wat bedremmeld gezicht.
‘O, sorry,’ zegt Graanoogst. ‘Ik hoop niet dat ik stoor.’
Esterik staat op en zegt met een veelbetekenende blik. ‘Nee, dat is niet erg. Hendrick en ik hebben net een goed gesprek gehad.’
‘Dat is mooi!’ reageert Graanoogst verheugd.
De blik van Zijlstra gaat van de een naar de ander, maar hij zegt niets.
‘Oké, mannen, we moeten het weer even hebben over strategie.’ Esterik leunt tegen zijn bureau. ‘Ik stel voor dat we nu goed doen wat er eerder op de dag misging: separaat verhoren, ik monitor de gesprekken en onderbreek die na een tijdje, en dan proberen we die twee tegen elkaar uit te spelen.’
Graanoogst wacht op een scherp of een snedig antwoord van Zijlstra, maar dat komt niet. Dus gaat hij zelf verder: ‘Lijkt me prima. Maar dan moeten we ook onze munitie goed verdelen, anders komt het niet overtuigend over.’
‘Inderdaad!’ valt Zijlstra hem bij. ‘Oscar heeft die informatie over hun auto en ik heb de klantenlijst. Als we het na de onderbreking slim spelen, kunnen we tegen elk van hen net doen alsof de ander ons die informatie gegeven heeft. En dan kijken of er eentje breekt.’
‘Ik gok op dat hulpje,’ zegt Graanoogst met een brede glimlach.
‘Nee, Vera zelf,’ werpt Zijlstra tegen. ‘Die ga ik breken. Ik ben goed met vrouwen.’
‘Maar vrouwen zijn ook goed met jou,’ zegt Esterik ernstig. ‘Daarom wilde ik voorstellen dat Oscar die dame doet. En jij dan die assistent van haar.’
Even wil Zijlstra protesteren, maar hij houdt zich in. ‘Oké, dat is goed, Leo.’
Achter hem trekt Graanoogst een wenkbrauw op en glimlacht naar Esterik, die geen krimp geeft.
32
‘Ik begrijp werkelijk niet waar dit voor nodig is. Nota bene aan het begin van de avond. Dit is een ramp voor ons bedrijf: het hele avondprogramma moet gecoördineerd worden. Waarom kunnen we niet gewoon morgenochtend komen?’ Vera de Lange is furieus.
De twee geüniformeerde agenten die haar en haar assistent hebben opgehaald en afgeleverd vertrekken met een korte groet. Zijlstra en Graanoogst verwelkomen hun gasten vriendelijk. Esterik trekt zich snel terug in het observatiekamertje tussen de twee verhoorkamers.
‘Het spijt me, maar dit is noodzakelijk,’ zegt Graanoogst sussend. ‘Er zijn nieuwe ontwikkelingen in de zaak-Christie Zeilmaker die we echt nú met u beiden moeten doorpraten.’
‘Ik vind het stijlloos en volkomen onnodig dat de politie op deze manier voorbijgaat aan de belangen van Fleurs de Lys,’ briest de vrouw. ‘Hier is het laatste woord nog niet over gezegd. Ik heb contacten die ik hierover beslist zal aanspreken!’
‘Heel goed,’ zegt Graanoogst rustig. ‘Zullen we dan maar meteen beginnen? Komtu maar mee, mevrouw De Lange.’ Hij maakt een uitnodigend gebaar richting Verhoorkamer 1.
Enigszins onwillig gaat ze naar binnen.
Haar assistent maakt aanstalten om achter haar aan te gaan, maar Zijlstra pakt hem bij zijn arm. ‘Nee, Günther, wij tweeën gaan daarheen.’ En hij wijst naar Verhoorkamer 2.
De jongeman kijkt even onzeker van Zijlstra naar zijn cheffin, die net gaat zitten, en laat zich dan meevoeren.
33
Graanoogst sluit de deur en neemt plaats tegenover de vrouw. ‘Zo, mevrouw De Lange, ik ben blij dat u meteen kon komen.’ Ze lacht schril. ‘Nou, veel keus had ik niet, hè? Twee agenten die ineens voor je deur staan en vragen of je meegaat voor een onderzoek. Of ik meteen maar alles wilde achterlaten! Dat is een ramp voor onze klantencontacten!’
‘Zoiets zei u al, ja. En daar heb ik onze excuses voor aangeboden. Het is natuurlijk niet onze bedoeling om u zakelijk te duperen.’ Graanoogst legt zijn notitieboekje voor zich neer. ‘Maar er zijn een paar dingen waarover we u dringend wilden spreken.’
‘Nou, kom maar op dan,’ zegt ze strijdlustig.
‘Om te beginnen: Missy Christie, zoals ze geloof ik bekendstond, was nogal een succes. Ik heb begrepen dat ze vooral goed was in de zogeheten specialiteiten. Wat moet ik me daar precies bij voorstellen?’
‘O, dat zijn de klanten met speciale wensen. Die willen dat een vrouw zich op een bepaalde manier kleedt, of dat ze op een bepaalde manier behandeld worden.’
‘Met rollenspelen, dus?’
Ze trekt een grimas. ‘Ja, onder andere. Maar het is niet altijd genoeg dat je een standaard verpleegstersuniformpje aantrekt of een kindermeisje voor ze wordt. Sommigen willen echt behandeld worden als bijvoorbeeld een baby. Of ze raken opgewonden van voeten. Of ze willen slaaf zijn, en worden vastgebonden en geslagen. Dat werk.’
‘Dat doet u zelf ook.’
‘Nou, dat dééd ik. En dan vooral het meesteressenwerk, de sm-kant, zeg maar. Ik heb nog wel een paar vaste klanten, maar nu zit ik natuurlijk meer in het management.’
Graanoogst knikt. ‘En Missy Christie was zo goed dat ze een aantal van uw klanten heeft overgenomen?’
‘Met name de mannen van de specials, ja. Zij zat niet in het harde sm-werk. Maar ze was echt goed in wat ze deed, dat klopt. Daar hebben we veel profijt van gehad.’
‘Zoiets hebben wij ook opgevangen.’ Graanoogst slaat zijn boekje open. ‘Ik heb gehoord dat sommige van uw collega’s aan de Oudezijds niet erg blij waren met het succes van Missy Christie.’
Ze glimlacht. ‘Ja, meneer Graanoogst, u weet hoe het gaat in de wereld: alles draait om vraag en aanbod. En Christie had veel te bieden, als u begrijpt wat ik bedoel. Dat heeft bepaalde collega’s enkele heel goede klanten gekost.’
‘Heeft er wel eens iemand bedreigingen geuit?’