‘Je brengt slechte tijding,’ zei hij. Dank zij de diaglossa kon hij Frans spreken met de Amerikaan, dat onverstaanbaar was voor zijn volgelingen en voor de onaandoenlijke Fledelius; hij had Auri bevel gegeven buiten gehoorsafstand te blijven.
Hij zweeg even en vervolgde toen: ‘Je begrijpt misschien niet hoe belangrijk zij en Brann zijn. Beide partijen hebben maar weinig bekwame mensen. Daardoor zijn zij een soort primitieve koningen geworden, die zelf hun troepen in de strijd voorgaan. Jij en ik betekenen niets, maar haar gevangenneming is een ramp.’
‘Maar goed,’ viel Lockridge hem kortaf in de rede, je bent nu gewaarschuwd. Ik neem aan dat je contact kunt opnemen met de toekomst, een reddingsexpeditie kunt uitrusten.’ ‘Zo eenvoudig ligt de zaak niet,’ antwoordde Mareth. ‘In de gehele periode van Luther tot… na jouw tijd… hebben de Gardisten de overhand. De troepen van de Wachters zijn in andere tijden samengetrokken. In deze eeuw hebben we alleen maar een paar agenten zoals ikzelf.’ Hij vouwde zijn handen en keek er peinzend naar. ‘Eerlijk gezegd, het heeft er alle schijn van dat we volkomen geïsoleerd zijn. Voor zover onze spionnen kunnen nagaan, wordt iedere poort waardoor we de verre toekomst zouden kunnen bereiken, bewaakt. Het was beter geweest als zij je opdracht had gegeven naar een ander tijdstip in de Deense geschiedenis te gaan, waar de Wachters een vastere voet hebben. De regering van Frodhi bijvoorbeeld. Zij heeft echter persoonlijk de hand gehad in de oprichting van deze uitkijkpost, juist omdat het milieu zo moeilijk en gevaarlijk is. Ik neem aan dat dit daarom het eerste was wat haar te binnen schoot in de korte tijd dat jullie gelegenheid hadden te praten.’ Opnieuw zag en voelde Lockridge haar. Hij greep Mareth bij zijn pij. ‘Verduiveld nog-an-toe, het is jóuw taak de problemen op te lossen! We moeten toch iets kunnen doen!’ ‘Ja, ja.’ Geïrriteerd schudde Mareth zich los. ‘Natuurlijk moeten we iets doen. Maar niet overhaast. Jij weet niet wat het zeggen wil dat de tijd één is. Respecteer daarom degenen die dat wel weten.’
‘Luister, als ik via deze tunnel hierheen kon reizen, kunnen we daardoor allemaal ook weer naar het verleden terugkeren. We kunnen zelfs vóór Brann de Jonge Steentijd bereiken en hem opwachten.’
Nee.’ Mareth schudde met onnodige felheid het hoofd. ‘De tijd is onveranderlijk.’ Hij haalde diep adem en vervolgde rustiger: ‘Die poging zou al te voren tot mislukken zijn gedoemd. We kunnen er zeker van zijn dat we onderweg iets zouden ontmoeten, een overmachtige vijand in de tunnel bijvoorbeeld, dat de onderneming zou verijdelen. Ik zie trouwens geen enkele reden om de Deense tunnel te gebruiken. We hebben hier geen enkele hulp behalve dit stelletje.’ Hij maakte een verachtelijk gebaar in de richting van de mensen die angstig binnen de lichtcirkel van het vuur knielden. ‘Zeker, we zouden kunnen proberen alleen door de tunnel te reizen en versterkingen te zoeken in de tijd vóór de Noormannen. Maar waarom zouden we dat doen — of waarom zouden we het risico nemen de halve wereld rond te reizen naar onze bases in het Verre Oosten of Afrika — als we dichterbij zoveel betere hulp kunnen vinden?’
‘Hè?’ Lockridge gaapte hem aan.
De Wachter liet zijn docerende houding varen. Hardop denkend ijsbeerde hij heen en weer, een krijgsman in een monnikspij.
‘Brann was alleen, omdat hij wist dat de Koriach — zij — ook alleen was, en hij heeft niet meer troepen ter beschikking dan wij. Maar nu hij haar gevangen heeft genomen, zal hij zijn mannen oproepen om zijn succes uit te buiten. Daar moeten we dus rekening mee houden. De onzekerheidsfactor van het uittreden, weet je wel? Aangezien wij die avond niet verschenen zijn om haar te redden, zullen we dat ook nu niet doen. De kans bestaat dus dat wij pas zullen verschijnen — dat wij pas verschenen zijn — nadat hij een aantal Gardisten om zich heen verzameld heeft. En het ligt voor de hand dat zij een wachtpost bij de uitgang van de tunnel zullen plaatsen.
Maar in de huidige eeuw is onze kracht niet in Denemarken geconcentreerd. Ons bastion in deze tijd is Engeland. Koning Hendrik heeft weliswaar gebroken met de Kerk van Rome, maar wij hebben weten te verhinderen dat hij tot het lutherse geloof overging. Zijn koninkrijk is voor ons van essentieel belang. Wat jullie als de episode van de twee Maria's kennen, is een tijd van winst voor de Wachters; met Cromwell komen de Gardisten weer op, maar tijdens de Restauratie zullen wij hen opnieuw verdrijven.
Ja, ik weet het. Je vraagt je af waarom iemand een oorlog voert als de uitslag van te voren bekend is. Nu, in de eerste plaats worden in de loop van de strijd de vijand verliezen toegebracht. Maar van meer belang is dit: elk milieu dat stevig in onze macht is, is een bron van kracht, van hulptroepen, van macht waarop we kunnen terugvallen, een gewicht in de weegschaal van de toekomst wanneer de eindbeslissing zal vallen, een beslissing waarvan we de aard niet kennen.
Maar á propos. In Engeland heb ik ook een groep volgelingen en daar ben ik niet de heidense offerpriester van een handjevol verhongerde boeren, maar een prediker voor ridders en machtige grondbezitters, die hen aanspoort om het heilige katholieke geloof trouw te blijven. En… we hebben daar een tunnel van welks bestaan de Gardisten geen flauw vermoeden hebben, met een eigen uitgang op de Jonge Steentijd. Die poort reikt verder naar het verleden dan de Deense, maar ze overlappen elkaar met een paar maanden, precies in het jaar waar we naar toe moeten.’
Hij greep Lockridge bij de schouder. Zijn ogen schitterden. ‘Kerel, kan ik op je rekenen? Voor haar?’
12
‘Hai-ie-ie! Hingst, Hest, og Plag faar flygte Dag! Kommer, kommer, kommer!’
Als een paar vleugels wapperde de mantel van de heksenmeester om zijn gestalte. Terwijl hij zijn armen en zijn gezicht naar de hemel hief, lichtte een onzichtbare, onvoelbare, onhoorbare wervelwind hem en zijn uitverkorenen van de grond op. Zij vlogen omhoog tot zij tussen de koude sterren uit het gezicht verdwenen. Het heksenvuur rees omhoog van zijn kolenbed — vonken en vlammen schoten achter de meester aan — om vervolgens weer ineen te zakken. De getrouwen van het Verbond huiverden en vertrokken.
Arie onderdrukte een gil, sloot haar ogen en klemde zich aan Lockridge vast. Jesper Fledelius braakte een reeks hartgrondige vloeken uit, kwam toen tot de conclusie dat hij geen gevaar liep en juichte opgetogen als een jongen. De Amerikaan deelde in die opwinding. Hij had wel eens eerder gevlogen, maar nooit bovenop een zwaartekrachtstraal.
Zij voelden geen luchtstroom. De kracht die uit de gordel onder Mareths habijt afkomstig was, beschutte hen tegen de wind. Geruisloos als vleermuizen verplaatsten zij zich, een paar honderd meter boven de grond en met een snelheid van verscheidene honderden kilometers per uur.
Duister gleed de heide onder hen door. Viborg was niet meer dan een schimmige vlek, die onmiddellijk weer uit het gezicht verdween; de Limfjord glansde; zij lieten de westelijke duinen achter zich; beneden zich zagen zij de golven van de Noordzee, waarop het koude licht viel van de maansikkel die vóór de zon uit boven de horizon oprees. Verbijsterd en gedesoriënteerd in het duister, schrok Lockridge op toen Engeland in zicht kwam — zo gauw al?
Zij vlogen over het lage land van East Anglia. Dorpjes van met riet bedekte huizen lagen te midden van stoppelvelden, boven een rivier verhieven zich de muren van een kasteel. Het was een droom, een onmogelijkheid dat hij, de nuchtere Lockridge, met een tovenaar door de lucht vloog in dezelfde nacht dat Hendrik VIII naast Anne Boleyn lag te snurken…
Arme Anne, voor er een jaar verstreken was, zou haar hoofd vallen onder de bijl van de beul en er was niemand die haar kon waarschuwen. Maar in een wieg in hetzelfde paleis sliep haar dochtertje: Elizabeth heette het. Deze merkwaardige gedachten namen als een visioen bezit van Lockridge: hij zag niet alleen zijn eigen lot, maar het mysterie dat ieder mens was.