Выбрать главу

‘... en alles wat je wilt hebt gevraagd...’

‘...en ik je heb verteld wat ik er van vindt, dat ik weer terug kan naar waar ik vandaan ben gekomen.’

‘Ik ben blij dat ik dit kan bevestigen,’ zei Mielwis en Charlie had de indruk dat hij hem wilde duidelijk maken dat dat heel wat betekende. ‘Laten we beginnen.’ Dit klonk als een grapje.

Charlie lachte onzeker. ‘Ik weet nauwelijks waar.’ Hij dacht ineens aan iets dat hij ergens had gelezen. Was het van Charles Fort? Als je een cirkel wilt meten, geeft het niet waar je begint. ‘Goed. Ik wil iets weten over... iets persoonlijks over de Ledomieten.’

‘Vraag maar,’ zei Mielwis met gespreide handen.

‘Philos,’ begon Charlie, die opeens merkte hoe verlegen hij was bij deze vraag. ‘Philos vertelde me gisteravond, zei iets... Hij zei dat jullie Ledomieten nog nooit een man gezien hebben. Ik dacht dat jullie dus allemaal vrouwen waren, maar hij ontkende dat...’

Mielwis gaf geen antwoord en keek hem vriendelijk aan, een lachje om zijn lippen. Ondanks zijn verlegenheid die om de een of andere reden opeens erger werd, herkende Charlie de tactiek en bewonderde die. Vroeger had hij eens een leraar gehad die deze tactiek toepaste: ‘Zie er zelf uit te komen.’ Maar daarvoor moest je toch alle feiten kennen!

Charlie begon na te denken. Zij hadden een sterk ontwikkelde borst en grote tepels en niet, zoals in zijn wereld, brede schouders en smalle heupen. Hun haar werd op net zo verschillende wijze gedragen als hun kleren, maar hij wilde zich daardoor niet van de wijs laten brengen. Daarna dacht hij aan de taal die hij nu vloeiend kon spreken en die toch allerlei mysteries en geheimen had. Hij keek naar de ernstige en geduldige Mielwis en zei tegen zichzelf in het Ledoms: ‘Ik kijk naar hem.’ Voor het eerst in zijn leven vroeg hij zich af wat het woord ‘hem’ voor associaties bij hem opriep. In het Ledomietisch had het geen associaties met geslacht. Toch was het een persoonlijk voornaamwoord, je kon het bijvoorbeeld niet voor dingen gebruiken. Zo was dus het persoonlijk voornaamwoord in Ledom: persoonlijk en zonder aanduiding van geslacht. Maar wilde dat ook zeggen dat de Ledomieten geen sekse hadden? Dat zou Philos’ opmerking in zekere zin verklaren: zij hadden nog nooit een man gezien en waren evenmin vrouwen.

De woorden ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ kenden ze. Het alternatief was dus: beiden. De Ledomieten hadden beide seksen.

Hij keek naar Mielwis en zei onhandig: ‘Jullie zijn beide.’

Mielwis zweeg even en reageerde op geen enkele wijze. Toen kwam er een brede glimlach om zijn lippen alsof hij blij was met Charlies ontdekking. ‘Is dat zo erg?’ vroeg hij.

‘Daar heb ik niet over nagedacht,’ antwoordde Charlie eerlijk. ‘Ik vraag me alleen af hoe het mogelijk is.’

‘Dat zal ik je laten zien,’ zei Mielwis en statig stond hij op en kwam achter zijn tafel vandaan en liep naar een verbijsterde Charlie.

* * *

‘Ha, stieren!’ zegt Tillie Smith. ‘Wat doen jullie?’

‘Mannenpraat,’ geeuwt Smith.

‘Ha, kegels,’ zegt Herb. ‘Hoe ging het?’

‘Ik heb drie partijen verloren,’ zegt Jeanette.

‘Herb is een zanik,’ zegt Smith.

‘Zeur niet zo. Laten we liever wat drinken,’ vindt Tillie.

‘Wij niet,’ zegt Herb snel, terwijl hij met zijn ijsblokjes in een overigens leeg glas rammelt. ‘Ik heb genoeg gehad en het is al laat.’

‘Ik ook niet,’ zegt Jeanette, die de hint begrijpt.

‘Bedankt voor je drankjes en je vuile moppen,’ zegt Herb tegen Smith.

‘Die over die dansende meisjes moet je ze niet vertellen,’ zegt Smith.

Jeanette doet druk of ze aan het kegelen is. ‘Welterusten, Til. Laat ze maar rollen.’

Ook Tillie maakt kegelende bewegingen, waardoor Smith weer op de bank valt waar hij overigens graag ligt. De Railes nemen hun kegeltas mee. Herb kreunt dramatisch terwijl hij de tas oppakt. Jeanette trekt de babysit uit en stopt die onder Herbs linkerarm terwijl ze haar handtas onder zijn rechterarm stopt. Daarna wacht ze op hem — omdat ze een dame is — totdat hij met zijn knie de deur voor haar openduwt.

* * *

‘Kom mee,’ zei Mielwis en Charlie volgde hem naar een wat kleinere kamer. Een muur was van de grond tot het plafond vol gleuven met labels — een soort kaartsysteem, veronderstelde hij — en zelfs deze waren niet recht maar gebogen. Ze deden denken aan de bogen die hij eens had zien tekenen door een efficiency-expert: maximum bereik van de rechterhand, optimum bereik van links, enz. Aan de andere muur was een zachte witte plank bevestigd, die er uit zag als een onderzoektafel. In het voorbijgaan gaf Mielwis er een zachte klap op en de plank volgde hem de kamer in, langzaam zakkend, tot hij tenslotte op zithoogte was. ‘Ga zitten,’ zei Mielwis over zijn schouder.

Charlie nam plaats en keek naar de lange Ledomiet die een blik over de labels wierp. Plotseling zei hij: ‘Hier moeten we zijn!’ Hij stak een vingertop in een van de gleuven en drukte zijn hand naar beneden. Er kwam een grote kaart uit. De lichten begonnen zwakker te branden en de kaart werd steeds helderder. Mielwis liet een tweede kaart uit de muur komen en ging naast Charlie zitten.

De kamer werd donker en de kaarten waren verlicht. Charlie zag de voor- en zijkant van een in een zijden, een centimeter onder de navel beginnende, sporran geklede Ledomiet. Charlie had rode, groene, blauwe en purperen sporrans gezien die langer of korter waren dan deze, maar een Ledomiet zonder sporran moest hij nog zien. Dat was duidelijk taboe en hij zei dan ook niets.

‘We zullen gaan ontleden,’ zei Mielwis en zonder dat Charlie het merkte bracht hij een verandering in de kaart aan: blip! De sporran en de huid daaronder waren verdwenen, zodat de fascia en verschillende spiervezels van de buikwand te zien kwamen. Met een lange zwarte aanwijsstok, die hij op de een of andere wonderlijke wijze tevoorschijn toverde, wees hij de organen aan wier functies hij zakelijk beschreef. Het uiteinde van de stok bestond uit een naald, een cirkel, een pijl of een soort haak, al naar zijn wil.

Charlie vroeg en vroeg maar! Zijn verlegenheid was allang verdwenen en nu kwamen twee van zijn sterkst gekleurde karakteristieken naar boven: ten eerste het resultaat van zijn allesverslindende en onvermoeibare leeshonger en ten tweede de onvoorstelbare hiaten in zijn kennis. Beide waren erger dan hij zich ooit had voorgesteld. Hij wist veel meer dan hij wist, maar daar stond tegenover dat hij minstens zeven maal meer hiaten had dan hij wist.

De anatomische details waren fascinerend en hij had het gevoel of hij een wonder zag: het vernuft, de vindingrijkheid en de efficiënte complexiteit van een levend ding.

In actieve vorm bezaten de Ledomieten beide seksen. De intromittent zat achterin in wat je de vaginale holte zou kunnen noemen. De basis van dit orgaan had aan iedere kant een opening, want de Ledomieten hadden twee baarmoeders waardoor altijd identieke tweelingen werden geboren.

Tijdens een erectie daalde de phallus naar buiten, terwijl hij in gewone toestand was ingesloten. Hij bevatte op zijn beurt de urethra. Het paren gebeurde wederkerig, op andere wijze was het onmogelijk. De testikels waren in- noch uitwendig, maar lagen in de lies vlak onder de huid.

Toen Charlie op al zijn vragen antwoord had gekregen, gaf Mielwis de kaarten met de rug van zijn hand een duwtje en zij verdwenen weer in hun gleuven. Tegelijkertijd gloeiden de lichten aan.

Charlie keek een ogenblik zwijgend voor zich uit. Hij dacht aan Laura — en eigenlijk aan alle vrouwen, alle mannen... De astronomische symbolen voor vrouw en man waren Venus en Mars, maar welke symbolen zouden ze in godsnaam voor deze wezens gebruiken? Mars plus Y? Venus plus X? Een omgekeerde Saturnus? Hij keek Mielwis aan en vroeg: ‘Hoe heeft de mensheid dit in ’s hemelsnaam voor elkaar gekregen?’