Выбрать главу

‘Bedoel je... bedoel je dat ik net zo weinig kans heb om terug te komen?’

Seace lachte: ‘Kijk niet zo verschrikt! Milligram bij milligram — en atoom bij atoom, geloof ik — krijg je er uit wat je er in gestopt hebt, maar we kunnen zelf kiezen wat we er in doen. Wat er uitkomt...’ Hij haalde zijn schouders op.

‘Kost het veel tijd?’

‘Dat hoopte ik van jou te leren, maar je wist het niet. Hoelang denk je dat je er in hebt gezeten?’

‘Het lijkt me jaren.’

‘Dat kan niet. Dan zou je allang verhongerd zijn. Maar aan deze kant werkt het ogenblikkelijk. Sluit de deur, trek de schakelaar uit, doe de deur open en het is gebeurd.’ Rustig trok hij de bloem uit Charlies hand en stopte die, met het boekje, in de opening en drukte die dicht. ‘Kom! Wat wil je weten? Er is mij gezegd dat ik je alleen niet mag vertellen wanneer en hoe die dwaze homo sap. zijn idiote collectieve keel afsnijdt. Sorry: dat moet je je niet persoonlijk aantrekken. Waar wil je beginnen?’

‘Er is zo veel...’

‘Er is eigenlijk erg weinig. Laat me je een voorbeeld geven. Kun jij je een gebouw, een stad, desnoods een hele cultuur voorstellen, die drijft op het enkele technische idee van de elektrische dynamo en de motor — wat in essentie hetzelfde is?’

‘Jawel.’

‘En eigenlijk is het toch iets vreemds voor iemand die nog nooit van zoiets gehoord heeft. Met elektriciteit en motoren kun je trekken, duwen, verhitten, verkoelen, sluiten, verlichten, ja, eigenlijk alles. Begrijp je?’

Charlie knikte.

‘Goed. Het gaat om beweging. Zelfs hitte is in laatste instantie beweging. Wij hebben een enkel ding dat alles doet wat de elektrische motor kan doen, plus nog een aantal dingen in het statische vlak. Het werd hier in Ledom ontwikkeld en het is de hoeksteen van de hele structuur, A-veld genaamd. A is een afkorting van Analogon. In de grond is het eigenlijk een simpele zaak, hoewel de theorie...’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Heb je wel eens van een transistor gehoord?’

Charlie knikte. Dit was een man met wie je tenminste praten kon.

‘Dat is zo simpel als maar kan,’ vervolgde Seace. ‘Een hoopje materiaal met drie draden er aan. Zet een signaal op één draad en hetzelfde signaal komt er honderd maal versterkt uit. Geen opwarmingstijd, geen geleidedraden die kunnen breken en geen vacuum dat verloren kan gaan. En het kost bijna geen energie.’

Toen kwam de tunneldiode, in vergelijking waarmee de transistor te ingewikkeld, te groot, te zwaar en te inefficiënt is, en hij is veel kleiner en zo te zien veel eenvoudiger. Maar de theorie, mijn god! Op een dag zullen we nog eens zo ver zijn dat we alles kunnen doen met niets, zonder dat het enige energie kost — alleen zal niemand de theorie kunnen begrijpen.’

Charlie lachte beleefd. Hij kende het grapje al.

‘Goed, het A-veld dus. Ik zal proberen niet al te technisch te worden. Herinner je je de lepel nog die je vanochtend hebt gebruikt? In de steel is een miniatuur krachtveldgenerator aangebracht. De vorm van dat veld wordt bepaald door geleiders van een speciale legering. Het veld is zo klein dat je het niet kunt zien, zelfs niet als het zichtbaar was, wat het niet is, met negen elektronmicroscopen in serie. De blauwe draad rond de rand is zo gemaakt dat elke atoom er in analoog is aan de subatomaire deeltjes van de geleiders. Om redenen van ruimtelijke spanning, waarmee ik nu geen tijd verdoen zal, verschijnt er een analogon van het veld binnen de lus. Begrepen? Dat is de uitvinding, de bouwsteen. Alles wordt hier gedaan door op elkaar stapelen. Het raam is een zelfde lus. En twee van die dingen houden dit gebouw op. Je dacht toch niet dat dit met bidden gebeurde, hè?’

‘Het gebouw? Maar de lepel had een lus, een oog. Ik kan me voorstellen dat het raam een zelfde constructie heeft, maar ik zie geen lussen buiten het gebouw en zij moeten toch buiten zijn, of niet?’

‘Natuurlijk. Je hebt ogen, maar je hebt geen ogen nodig om dat te zien. Dit ding wordt vanaf de buitenkant geschraagd. En de lussen zijn er wel degelijk. Maar ze bestaan uit staande golven. Als je niet weet wat een staande golf is, zal ik je daar niet mee vervelen. Zie je dat?’ Hij wees op de ruïnes en de lange vijgeboom ‘Dat is een van de stutten, of althans het uiteinde ervan. Nu moet je je een model van dit gebouw proberen voor te stellen, dat wordt opgehouden door twee driehoeken van doorzichtig plastic en je hebt een idee van de vorm en omvang van het veld.’

‘Wat gebeurt er wanneer iemand er een voet op zet?’

‘Dat doet geen sterveling. Snij een boog in de grondlijn van je stuk plastic en je zult begrijpen waarom niet. Soms komt er een vogel op, arm diertje, maar meestal niet. Het blijft onzichtbaar omdat het oppervlak geen werkelijk oppervlak is, maar een vibrerende matrijs van krachten waar zelfs geen stof op blijft zitten. Het is volkomen doorzichtig.’

‘Geeft het dan niet mee? Het eetvlak van mijn lepel boog door onder het gewicht van het voedsel. Dat heb ik gezien. En die ramen...’

‘Jij hebt ogen in je hoofd!’ riep Seace. ‘Weet je wat het verschil tussen bijvoorbeeld hout, steen en staal is? Wat er in zit en hoe dat aan elkaar vast zit. Je kunt van het A-veld alles maken wat je wilt; dik, dun, ondoordringbaar, noem maar op. Ook stijf en strak, zo strak als nog nooit iets is geweest.’

Charlie dacht: dat is prachtig zolang je de elektriciteitsrekening betaalt, zodat het gebouw overeind blijft; maar hij sprak het niet uit, omdat de taal geen woord kende voor ‘elektriciteitsrekening’, of zelfs maar voor ‘betalen’.

Hij keek naar de vijgeboom, kneep zijn ogen halfdicht en probeerde te zien wat het gebouw overeind hield. ‘Ik wed dat je het kan zien als het regent,’ zei hij.

‘Nee,’ antwoordde Seace opgewekt. ‘Het regent niet.’

Charlie keek naar de bedekte lucht. ‘Wat?’

‘Je kijkt nu naar de onderkant van een A-veld,’ verklaarde Seace.

‘Bedoel je -’

‘Heel Ledom ligt onder een dak. Temperatuur en vochtigheid worden geregeld. De wind blaast als we dat nodig vinden.’

‘En geen nacht...’

‘Wij slapen niet, dus dat geeft niet.’

Charlie had wel eens gehoord dat slaap mogelijk de erfenis was van de holenmens die zich tijdens de duisternis in zijn hol moest terugtrekken om zich te beschermen tegen nachtelijke vleeseters. Slaap was toen een overlevingsfactor.

Weer keek hij naar de lucht. ‘Wat is daar achter, Seace?’

‘Dat kun je beter aan Philos vragen.’

Charlie begon te grinniken maar hield abrupt op. Telkens wanneer het eind van de mensheid aan de orde kwam werd hij van de ene expert naar de andere gestuurd.

‘Vertel me eens, Seace,’ zei hij. ‘Als er licht door het A-veld schijnt, is het toch voor alle straling doorzichtig?’

‘Nee. Ik zei je toch dat we er alles mee kunnen doen?’

Charlie zuchtte en wendde zijn blik van de hemel af.

‘Tot zover de statische effecten,’ vervolgde Seace. ‘Nu over de dynamische. Ik heb je al verteld dat dit veld alles kan doen dat de elektrische motor en elektriciteit kunnen doen. Wil je een kuil graven? Maak een analoogveld, zo dun dat het tussen molekulen door kan glippen en drijf het in een heuvelrug. Breid het een paar millimeter uit en er komt een schep vol aarde uit... maar je kunt die schep zo groot maken als je wilt en je analoog gaat waar je hem hebben wilt. Alles kan op deze manier gedaan worden. Eén man kan veldmallen maken en in stand houden om funderingen en muren te gieten, en ze weer wegnemen door te zorgen dat ze ophouden te bestaan. Hij gebruikt ook geen zand en cement, want het A-veld kan praktisch alles homogeniseren en richten.’ Hij bonsde op de betonachtige gebogen pilaar opzij van het raam.

Charlie, die eertijds op een bulldozer had gezeten, begon zichzelf geluk te wensen met het feit dat hij toen had besloten zich nooit over technische zaken te verbazen.